En weer een belangrijke uitspraak van de Hoge Raad! Het niet-wijzigingsbeding bij kinderalimentatie. Anders dan A-G Lückers, is de HR van oordeel dat een dergelijk beding niet in alle gevallen nietig is.
  1. Het niet-wijzigingsbeding is nietig als dat in de weg staat aan een hogere kinderalimentatie.
  2. Als het niet-wijzigingsbeding in de weg staat aan een lagere kinderalimentatie, kan aan het beding rechtsgevolg toekomen. Dat kan anders zijn als er ook andere kinderen zijn, want met hen moet ook rekening worden gehouden.
  3. Is sprake van een niet-wijzigingsbeding met rechtsgevolg, dan is niet de toets van art. 1:159 lid 3 BW (niet-wijzigingsbeding partneralimentatie) analoog van toepassing, maar de algemene art. 6:216, 248 lid 2 BW en 258 BW. Bijv. als de onderhoudsplichtige “niet langer in staat is in zijn eigen levensonderhoud te voorzien”. 
Een mooie uitspraak die recht doet aan de betrokken belangen. De rechtspraktijk kan hier prima mee uit de voeten. De uitspraak is geen oplossing voor pp die een lagere kinderalimentatie willen afspreken in ruil voor overbedeling of een hogere partneralimentatie, zodat de kinderen in de woning kunnen blijven wonen. Maar dat moeten we misschien ook niet willen: is dat wel daadwerkelijk in het belang van de kinderen?