Weerstand om profilering bij wet te stoppen


Herken Ouderverstoting werkt samen met ouderplatforms en mensen die aan de goede kant van de streep staan. Dat is maar goed ook, want wij kunnen onmogelijk ons met alles bezig houden en hebben daar ook niet de juiste kennis voor. 

Toch, sommige zaken zijn zo zorgwekkend dat wij er zeer zeker aandacht aan moeten besteden en gelukkig kunnen we bouwen op de heer Tj.W. Strubbe, die het ook op zich heeft genomen om de inspecties te benaderen. Helaas geven die niet thuis… Voelen zij zich niet geroepen op tijd (nu het nog kan) in te grijpen. Voor iedereen die denkt dat het inschakelen van jeugdbescherming jouw problemen gaat oplossen; hier een ferme waarschuwing!

Marcelle Hendrickx, wethouder in Tilburg, heeft GIRFEC, op onze kosten, opgehaald en gluiperig als pilot nu ingevoerd: bedankt!!! Even luisteren naar de 23e minuut. Haar hoop dat Girfec wat ze samen ontwikkeld met het Nederlands Jeugdinstituut in Tilburg binnen 3 jaar gerealiseerd is. Wethouder van de gemeente Tilburg.


https://www.zorgictzorgen.nl/girfec-in-nederland-het-kind-als-bron-van-datamining/


Beste lezers,

Luister en huiver zo gevaarlijk is Girfec en de kansencirkel. Luister vanaf 1:14 tot het einde. We wijzen een persoon aan die doorzettingsmacht heeft bijvoorbeeld de schooldirecteur. Hij mag over alles wat nodig is aan hulp beslissen. Let wel in Nederland mag alleen de rechter verplichte jeugdhulp opleggen.

Let ook op wat die man van het samenwerkingsverband als voorbeeld geeft. Ouders willen dat kind naar speciaal onderwijs wil. Kind wil niet. Dus kind hoeft niet van de persoon die doorzettingsmacht heeft.
Zo wordt het ouderlijk gezag ondermijnd. En worden kinderen tegen elkaar uitgespeeld. Die hele doorzettingsmacht van derden is in strijd met art 8 evrm en artikel 2:47 BW. 
https://images.app.goo.gl/De8ghXwyZ9TM6Zu46


Diverse links naar nog meer relevante informatie over GIRFEC voor jullie verzameld: 


HET GEVAAR DAT GIRFEC HEET: Goede uitleg van GIRFEC, prima samenvatting van wat er op dit moment aan de gang is. Het is vooral het doorschieten in de wens van vroegtijdige opsporing. Maar big data is te omvangrijk om de speld in de hooiberg te vinden. Het resultaat? Veel onherstelbaar kapot gemaakt in de driftige zoektocht naar ontspoorde ouders en kinderen. Teveel spaanders.


OUDERS PAS OP! Als dit daadwerkelijk wordt doorgevoerd in Nederland heb je als ouders straks weinig nog te zeggen over je eigen kind(eren)! Veel mensen denken dat het niet zover zal komen, maar ondertussen wordt deze manier om ouders te ondermijnen en te bespioneren door staatsouderschap wel degelijk voorbereid in Nederland! Dus wees gewaarschuwd en alert, want door deze inbreuk op het gezinsleven kunnen ouders nog makkelijker hun kind(eren) kwijtraken aan jeugdzorg en dus aan de staat. Laten we dit als burgers gewoon gebeuren? Gaan we werkelijk toekijken of staan we nu eens op om, net als de Schotse ouders, hier tegen te protesteren en te voorkomen dat de staat zo’n inbreuk maakt op onze rechten?
Hieronder de tekst van het artikel:
“Actiegroep voorkomt – GIRFEC – de staat als enige veilige ouder”, zeker ook met de Kansencirkel! – 15-09-2019 – Op: https://www.dlmplus.nl/…/actiegroep-voorkomt-girfec-de-st…/…:
Dankzij een succesvolle protestcampagne van verontruste ouders (NO2NP.org) in Schotland gaat het staatsouderschap onderuit. Terwijl in Nederland hard gewerkt wordt aan de voorbereiding van een mogelijke invoering gooit een commissie van wijze Schotse mannen de handdoek in de ring en adviseert om de wet in te trekken. {Verderop ook Nederland!}.

GIRFEC ~ KANSENCIRKEL
Het Schotse Parlement heeft via de Kinder en Jonge Mensen wet het zogenaamde Girfec-systeem een aantal jaren geleden ingevoerd. GIRFEC is de afkorting voor “Getting it right for every child”. Ieder kind krijgt een voogd of staatsouder met of zonder instemming van de ouders. Deze staatsouder heeft het recht te praten met het kind ook over persoonlijke zaken. Hij of zij staat het kind met advies of informatie bij onafhankelijk van de ouders.
De Schotse actiegroep komt met een aantal bezwaren. Zij zien het verplichte optreden van de staatsvoogd als een ondermijning van de ouderlijke macht en het geeft de overheid de mogelijkheid de privacy van de ouders en hun thuis te bespioneren. Zijn bevoegdheden reiken ver omdat hij kan ingrijpen als hij vindt dat het geluk of het welzijn van het kind naar zijn beleving in het gedrang is.
Ondanks dat het Britse Hooggerechtshof (zie verder) het delen van data over het kind met verschillende instanties illegaal heeft verklaard met ingang van 31 augustus 2016, wordt er al wel gewerkt met de staatsvoogden, ofwel ‘Named Persons’.
In een toelichting op een petitie tegen het instellen van de staatsvoogden (https://www.change.org/p/members-of-the-scottish-parliament…) schrijft de actiegroep No2NP dat zij een verschuiving in bemoeienis hebben gezien. Zo grijpen de voogden al in wanneer er een risico is dat het kind niet de toestand haalt van welzijn zoals de staat deze omschreven heeft.

UITSPRAAK HOOGGERECHTSHOF
Het Britse Hooggerechtshof besliste dat deze conceptwet uit 2014 een inbreuk pleegt op mensenrechten van gezinnen. Zij noemen het in strijd met artikel 8 van de Europese Conventie van de Mensen Rechten (en AVG). Dit artikel garandeert de rechten van ieder op een privé- en gezinsleven. Het is in de ogen van de rechters nu juist het delen van data met overheidsinstanties, de centrale rol van de staatsouder, die strijdt met artikel 8.
“Het Big-Brother-plan is geschiedenis”, juicht NO2NP.org . “Moeders, vaders en kinderen over heel Schotland hoeven zich geen zorgen meer te maken over een ongerechtvaardigde inbreuk in hun privélevens.”
Lees het na op UK Supreme Court website. (https://www.supremecourt.uk/cases/uksc-2015-0216.html; in PDF op https://www.dropbox.com/…/GB-SupremeCourt%20a-GIRFEC-2015-0…).

COMMISSIE VAN WIJZE MANNEN
De Schotse regering installeert daarop een onafhankelijke Commissie die met een aanpassing van de wet moet komen waardoor deze wel kan voldoen aan de eisen van het Hooggerechtshof. Deze slaagt hier na twee jaar niet in en geeft toe er niet uit te komen.
Van allerlei kanten wordt er bij de Schotse regering op aangedrongen om de Staatsvoogdij-wet in te trekken.
Nederland, pas op:

NEDERLAND
Het is de bedoeling dat dit systeem met enkele kleine aanpassingen ook in Nederland ingevoerd wordt {voornamelijk de definities van woorden, omdat de ‘jeugdzorg’ en dwangzorg in Nederland reeds bestaan}. Ondanks de ontwikkelingen in Schotland en de strijdigheid met de fundamentele rechten van de mens. {Ondanks dat Nieuw Zeeland en Zweden er op teruggekomen zijn}.
Ministeries, gemeenten, onderwijsinstellingen, scholen, jeugdzorg, instanties en andere organisaties zijn daar nu druk mee bezig.
Het Girfec-systeem bepaalt in vijf stappen wat goed voor het kind zou zijn:

  1. Staatsvoogd voor het kind
    Over de exacte benaming is nog wat onenigheid. De ouders hebben nog een adviserende rol, maar de staatsvoogd neemt de eindbeslissing. {En dat in Nederland met de onverbeterlijke oude mentale cultuur van de jeugdzorg, dat vaak leidt tot ongediagnosticeerde dwangzorg}.
  2. Kansencirkel om te meten hoe het gaat met het kind
    Het Girfec-systeem is opgebouwd uit allerlei meetmomenten. De belangrijkste is de Kansencirkel. Deze wordt nu al toegepast op verschillende locaties in Nederland.
  3. Heel veel data over het kind
    Alle kindgegevens die uit de Kansencirkel rollen, worden in bestanden gezet (tegen de AVG), en deze worden gelinkt en gedeeld met wie ook maar zijdelings met het kind te maken heeft. (Hierover is de invoering gestruikeld in Schotland).
  4. Profiel van het kind
    Met al deze data over het kind en al zijn vriendjes, broertjes en zusjes, opa’s en oma’s, voetbalmaatjes, enzovoort, gaat Artificial Intelligence (A.I.) aan de slag om een profiel aan te maken van het kind.
    En dit profiel wordt dan opnieuw weer gelinkt.
    De bedoeling is om erachter te komen hoe het kind zich in de toekomst gaat gedragen. Welke relaties het aangaat, consumptiepatroon, volgzaamheid, en dergelijke.
  5. Gedragsverandering van het kind
    Het kan natuurlijk volgens het systeem nodig zijn dat het kind wordt bijgestuurd.

Meer over Girfec in Nederland kan je hier lezen: https://jeugdbeschermer.blogspot.com/…/girfec-voor-dummies.….
Het is een vreemde ontwikkeling. De Schotten zullen naar verwachting het systeem loslaten en Nederland zal het juist omarmen. Het is spannend om te kijken op welke manier Nederlandse ouders zich al dan niet gaan verzetten tegen dit systeem en of zij erin zullen slagen ook hier dit onmogelijk te maken.
Rob Vellekoop, 15 september 2019
Zie ook: https://www.ouderscentraal.nl/model-laat-ouders-en-prof…/met de Nederlandse variant:

NEDERLANDSE VARIANT:
Het GIRFEC-model is een middel om ouders en professionals met verschillende achtergronden samen te laten doen wat nodig is voor het kind. Het model biedt daartoe een gemeenschappelijke taal en een brede op waarden gestuurde kijk op de ontwikkeling van kinderen. {Doch eens komt het tijdstip voor een besluit, en wie hakt dan de knoop door? Jeugdzorg!}.
Geïnspireerd op het Schotse GIRFEC-model heeft het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) in samenwerking met de Associatie voor Jeugd (AvJ) en de regio Tilburg in 2018 gewerkt aan een Nederlandse variant van dit model. Met als werktitel: KANSENCIRKEL. Dit model is overigens een van de uitingen van het GIRFEC-gedachtegoed. Er is vanuit Schotland nog veel meer kennis te benutten in de beleids- en uitvoeringspraktijk {waarbij verzwegen wordt dat het in Schotland veroordeeld is}.

KANSENCIRKEL MET ACHT ONTWIKKELTHEMA’S:
Centrale focus in de cirkel is het welzijn of welbevinden van kinderen: hoe geven we kinderen de beste start in het leven? Hoe zorgen we ervoor dat alle kinderen veilig, gezond, gelukkig en kansrijk opgroeien? De ontwikkeling van het kind staat in de cirkel centraal. De cirkel gaat uit van het kind en niet vanuit verschillende leef- en werkdomeinen. De cirkel werkt met acht ontwikkelgebieden:

  • 1) Actief
  • 2) Gerespecteerd
  • 3) Verantwoordelijk
  • 4) Erbij horen
  • 5) Veilig
  • 6) Gezond
  • 7) Ontplooiing
  • ? Gekoesterd
    Deze ontwikkelgebieden zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar beschermende factoren in de ontwikkeling van kinderen.

WERK IN UITVOERING
De Nederlandse kansencirkel en het praktische gebruik ervan is nog volop in ontwikkeling. In 2019 onderzoekt het NJi met diverse veldpartijen op welke manier dit gedachtegoed, de gemeenschappelijke taal, kan inspireren en bijdragen aan het samen beter vormgeven van één pedagogische visie en praktijk. Voor kinderen, jongeren, hun ouders en gezinnen. Aan welke ontwikkelthema’s draag ik of mijn organisatie bij? Wat kan ik als kind of als ouder zelf doen? Op verschillende plekken in Nederland gaan jongeren, ouders en professionals met de kansencirkel aan de slag. Ook wordt samen met (praktijk-ondeskundige) beleidsmakers en opleidingen bekeken welke inspiratie dit gedachtegoed kan bieden. Het streven is om meer kennis (tegen AVG) beschikbaar te stellen voor algemeen gebruik.

KANSENCIRKEL DOWNLOADEN
De kansencirkel is nu al vrij te benutten in organisaties, in teams, in gesprekken met samenwerkingspartners, enzovoort.
Naast de kansencirkel is een ster gemaakt. Deze ster geeft de acht ontwikkelgebieden als assen weer. Als jongeren, ouders en alle andere betrokkenen rondom het kind deze als uitgangspunt voor hun gezamenlijke gesprek nemen, ontstaat er een gemeenschappelijk beeld over de kansen en prioriteiten in de gezamenlijk aanpak. Lees verder op de NJi-website > https://www.nji.nl/…/GIRFEC-Getting-it-right-for-every-child
?Plaatjes: Kansencirkel en KansenSTER [met cijfertjes voor uw kind]. Met de KansenSTER verwordt uw kind in cijfertjes (risicotaxatielijstje) en wordt er beslist, ook wanneer ge tegen de uitkomst bent!
Men kan als ouder gaan slapen of wakker worden...


Uitwerking GIRFEC op maatschappij:

Kinderen in beeld bij de instanties doordat ouders betrokken zijn bij/in een complexe scheiding zijn nu dus al target. Met preventief signaleren zijn onze toekomstige kleinkinderen de klos. Beluister deze podcast, vooral aan het eind wordt dit nog eens helder uitgelegd

Zeker nu in het Eindrapport van het Expertteam ouderverstoting , als ook op de website van het NJI GIRFEC wordt aangehaald als een effectieve methode om preventief te signaleren. . 

Documentaire Goede Moeders

"Onlangs sprak ik een oud vriendinnetje van XXXX voor het eerst weer in 30 jaar ofzo. Zij vertelde dat zij een ander beroep gaat zoeken, de kinderopvang beviel haar niet meer. Ik vroeg natuurlijk om welke redenen. Het leek mij juist de geschikte omgeving, hoogzwanger als ze was, om tzt werk en kindje te combineren.
Ze vertelde dat het tegenwoordig tegen haar gevoel van rechtvaardigheid en waardigheid inging. De reden? Als kinderopvangmedewerkster moest ze van alles melden in het codeersysteem, wat een reden van "gevaar" zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld: als de moeder dik is, een punt. Als het kindje een blauwe plek heeft, een punt.
Het heeft een bepaalde naam, dat punten noteren, maar in mijn verbouwereerdheid ben ik dat vergeten. XXXXX, zoals ze heet, ging dat alles veel te ver, ze zag helemaal het verband niet tussen al deze variabelen die ze moest noteren en het gevaar dat dat kan opleveren voor het kind, inderdaad, met als mogelijk stempel dat het gezin kwetsbaar of niet veilig is...
Dus zij zoekt een andere baan, want ze kan dit noteren niet in overeenstemming brengen met haar geweten. Dus, conclusie, een goede verantwoordelijke professional verlaat de kinderopvang.
Wat er overblijft in de kinderopvang aan leidsters kun je al wel indenken".
 
 
GIRFEC, zelfs gepromoot in het eindrapport Expertteam Ouderverstoting (Cees van Leuven ga je keihard schamen!) , ontketent een ware hetze ten aanzien van ouders en vaders in het bijzonder.
Zogenaamde kansencirkels, hun manier van waarheidsvinding, vroegsignalering en dus zogenaamde preventie ; allemaal WREED EN INHUMAAN !

 


GIRFEC - Jeugdzorg infiltreert het onderwijs (deel 1)

Een dag nadat in het Schotse parlement de wet over de ‘Named Person’ -de centrale persoon in het GIRFEC-programma- werd ingetrokken (1) kwam het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) met een verklaring waarin staat dat er ook ouders en professionals zijn die hun bedenkingen hebben bij GIRFEC. https://www.nji.nl/…/GIRFEC-Getting-it-right-for-every-child

Net als bij ondertoezichtstelling.
Drie jaar eerder, in juli 2016 (2) was er al een belangrijke uitspraak van het Engelse Hooggerechtshof die had bepaald dat de ‘Named Person’ in strijd was met het recht op gezinsleven (EVRM 8), maar in Schotland en ook bij het NJI werd onverminderd voortgegaan met de promotie van GIRFEC, de ‘Named Person’ en in Nederland de Kansencirkel. (3) In januari van dit jaar was het NJI nog op bezoek in Schotland, met een delegatie van de gemeente Tilburg om kennis te nemen van de werkwijze.

Stevige kritiek op het systeem van Schotse ouders was geen gespreksonderwerp en bij de verspreiding van GIRFEC op Nederlandse scholen werd daar ook niet over gesproken, net zo min als over de uitspraak van het Engelse Hooggerechtshof.

Er werd een verkeerd beeld geschetst door de bestuurder van Xpect Primair, stichting voor primair onderwijs in Tilburg die tijdens een tafelbijeenkomst beweerde dat de ‘Named Person’ in de wet verankerd was, al voegde ze eraan toe dat het ‘een punt van discussie’ was. (1:14 uur). Wat in het filmpje opvalt is de bekende riedel van de ‘doorzettingsmacht’ van de Named Person (die een paar keer wordt herhaald) wat onmiddellijk doet denken aan de generalist van de sociale wijkteams, waar al vanaf 2013 over gesproken werd.

Er wordt nog aan toegevoegd dat deze Named Person de enige is die doorzettingsmacht heeft, “behalve als er een ondertoezichtstelling is” (want dan heeft de gezinsvoogd van jeugdzorg die doorzettingsmacht ook). Er wordt dus over de NP gezegd: ”De Named Person is formeel naast de ouder een gesprekspartner om dingen voor elkaar te krijgen”, maar de bevoegdheid van deze persoon wordt gelijk gesteld aan die van een gezinsvoogd bij een ondertoezichtstelling die moet worden uitgesproken door de rechter! 
http://svensnijer-essays.blogspot.com/…/girfec-jeugdzorg-in…


GIRFEC (getting it right for every child):

Een beleidsinzicht dat de jeugdzorgcultuur te risicovol is voor ontvankelijke kinderen om zonder degelijke nulmeting op kinderrechtenniveau te werken. Opvallend is dat jeugdbescherming wel andere artikelen van het IVRK noemt, maar nooit art. 24, waarin ze onder lid 3 een schadelijke traditie blijken waaraan de overheid wat moet doen.

Geachte inspectie G&J en NJi,

Van diverse overheidsorganen tot de ministeries aan toe werd in antwoord bewijs verkregen dat er geen controle wordt uitgevoerd, geen toezicht wordt gehouden, vanwege het blind vertrouwen dat de inspectie dat wel doet. {{Vraag maar bij de G.I. en gemeente tot ministeries het rapport Cliënttevredenheidsonderzoek op, onder de WOB, als controlestuk!}}

De RvdK, de AMHK's en alle G.I.'s zijn op de hoogte van de hieronder verstrekte wetenschap dat duidelijk contra-indicatief is op de oude dreig- en dwangcultuur in de mentaliteit van jeugdzorgwerkers. Dit feit komt weer naar boven bij de bijeenkomsten van het NJi en LOC.

Zorgpunten zijn de methodes om kindobjecten binnen te halen. Een ervan is de GIRFEC-methode. De NJi heet wetenschappelijk te zijn maar toont op internet blind enthousiast te zijn over de GIRFEC-methode ('Named Person', Staatsvoogd) die zoveel contra-indicaties heeft in het historisch beleid in andere landen.  Dat is niet neutraal-wetenschappelijk.

Ouders die bij de inspectie melden dat zelfs hun onderbouwde klacht niet wordt gehoord, worden geadviseerd toch weer te klagen, en dat mag geen toezicht heten.

Ouders die melden bij de G.I. (UHP en/of eenoudergezag na scheiding) dat er een zeer groot vermoeden is van seksueel misbruik of onpedagogisch handelen op tastbare signalen, en de desinteresse van de G.I. melden bij de inspectie, krijgen geen gehoor.  Terwijl geweld onder OTS toch recent is aangetoond.

De NJi en LOC zijn bezig via ouders en andere betrokkenen een actieplan feitenonderzoek en richtlijnen voor de jeugdzorg op te stellen, wat duidelijk maakt dat er wat aan de hand is.....

Maar het NJi is met https://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/Verbinding-onderwijs-en-jeugdhulp/GIRFEC-Getting-it-right-for-every-child ook eenzijdig enthousiast over wat ze voorstaan maar niet wetenschappelijk wegen, en daarbij de wetenschap die de schadelijke kant van jeugdzorg aantoont negeert in hun afweging.

Dat leidt tot een vreemd machtig, zich afschermend domein dat niet conform het kinderrecht IVRK24 lid 1 werkt. Rechters zijn geen orthopedagogen en stempelen verzoeken tot machtiging beschermingsmaatregelen af zonder de inbreng van ouders serieus te wegen naar de gevolgen van toekomstige psychische gezondheid van desbetreffend kind in opgroei. Wegingen over de latere identiteitsfase zien we nooit, of zijn slechts axioma's, suggesties in het voordeel van de werkgelegenheidsbescherming.

Vragen:

Kan de inspectie bevestigen dat ook zij niet inhoudelijk op de gevolgen voor het kind inspecteren? Dat de inspectie niet via de inbreng van ouders controleert op gezonde trajecten via de dwangzorg?

Daaruit komt het bewijs dat de jeugdbescherming een zeer zich afschermend domein is dat diens eigen gang kan blijven gaan in oude mentale cultuur van ‘beter-weten’ t.o.v. ouders, ook al deden ouders een beroep op IVRK241 naar hun legale plicht in BW1:247, hetwelk de jeugdzorg afdoet naar de rechter als dat de ouders ‘tegenwerken, niet accepteren’ (tekst BW1:255).

Klagen heeft naar het bestuur van jeugdbescherming geen effect dat consequenties heeft op de klachtcase en gelijkwaardige volgende cases, en dergelijke klachten blijven decennia terugkomen. Jeugdrechters, juristen, die niet orthopedagogisch en ontwikkelingspsychologisch voldoende onderbouwd zijn en dus eigenlijk gokken op wat de jeugdzorgrapportages suggereren, beslissen, ondanks de kennis van kinderombudsman Dullaert uit 2013 ("Is de zorg gegrond?") en andere rapporten van commissies en Onderzoeksraad voor de Veiligheid.  Inspecties die een te beperkt budget hebben en geen inzicht in wetenschap die de contra-indicaties aangeven, houden ‘toezicht’. Ombudsmannen die die kennis ook niet hebben en vertrouwen op het gokwerk van rechters.

Het moge duidelijk zijn dat er te veel ‘valse positieven’ de jeugdzorg binnengetrokken worden, met zelden een evidence-based hulptraject. Dat duidt gezien de onderstaande wetenschappelijk aangetoonde schade naar het kind dat weggeplaatst wordt van één of beide ouders op een vorm van 'institutionele kindermishandeling' waar geen alternatief sub-BW1:255x voor bestaat, en ouders dus geen beroep op kunnen doen naar hun plicht in BW1:247.

Vooraf aan dwangtrajecten zouden de ouders zeer breed moeten worden voorgelicht èn keuzes (zwart op wit aantoonbaar) moeten verkrijgen, zeker gezien de schadelijkheid van beschermingsmaatregelen en de frustratie in vele gezinnen.  Nu al meer dan 12% dat met 'jeugdzorg' (niet gezondheidszorg) in aanraking komt, en na het 18e jaar in oververtegenwoordiging een beroep laat doen op uitkeringen. Dat is extreem, om daarvan weg te kijken.

Kan de inspectie dus duidelijk, inhoudelijk antwoorden?

Hieronder eerst verdere informatie die ik de dames van het NJi (en anderen) heb doen toekomen in de hoop op neutraler wetenschappelijk onderzoek en reclame ten behoeve van een gezonder beleid met betere voorlichting vooraf. Het is bij geloof in jeugdbescherming van belang de contra-indicaties te kennen en te herkennen in de jeugdzorgrapportages dat deze ontbreken in de afweging.

We schreven het NJi dat de bijeenkomsten organiseert:

In verband met het 'wetenschappelijk' instituut NJi zo positief en onwetenschappelijk is over de GIRFEC-methode hebben we enige wetenschappelijke contra-indicaties, feiten van protesten en afwijzingen van de GIRFEC gestuurd, onder, in de hoop op een neutraler onderzoek, dat begint bij nulmetingdiagnostiek, en niet, zoals Tonny Weterings deed, met axioma's dat de jeugdzorg reeds goed zou hebben onderzocht. Dat zou strijdig zijn met het rapport van kinderombudsman Marc Dullaert in 2013, https://www.dekinderombudsman.nl/nieuws/rapport-is-de-zorg-gegrond?id=325 .

De GIRFEC-methode is reeds omstreden in andere landen en in Groot Brittannië veroordeeld als strijdig met EVRM8, maar ook met de AVG, IVRK24 lid 1, en enige arresten van het EHRM.

De kansencirkel heeft leuke kleuren, zoals u ziet, maar hoe is binnen de reeds decennia durende cultuur van jeugdzorg-met-dwang  geregeld wanneer het gezin zich níét vindt bij wat een diagnostisch-onbevoegde voorstelt?  Gaat de 'Named Person', de Staatsvoogd of kindbeschermer dan opeens na zoveel decennia niet aan de haal met het kindobject, zoals nu al geschiedt in de jeugdbeschermingsketen?  Dat behoort gecodificeerd te worden wanneer de ideologie aanspreekt. Dat moet dus zeer breed wetenschappelijk neutraal onderzocht te worden, niet vanaf de gegevens van de jeugdzorg, doch diagnostisch, vanuit het gezin, met interactiediagnostiek erbij.

Waar schulden zijn, is geen jarenlang durende OTS nodig met veel subsidie per kind, doch een kleine bijzondere bijstandsuitkering, wat veel goedkoper is;  en waar er orthopedagogisch of psychisch zaken heten te spelen, moet dat ook op gezondheidsniveau passend specialistisch onderzocht te worden om tot kortere effectievere trajecten te komen dan kinderbeschermingstrajecten gemiddeld, met alle beschuldigende ellende van dien.

Het is een mooi idee dat er meegekeken wordt tijdens het kinderleven. Echter wanneer dit gebeurt met de oude cultuur van jeugdzorg, waarin reeds decennia wordt beloofd deskundiger te worden, en waarover zoveel ouders klagen niet goed en breed te zijn voorgelicht, en gedwongen wordt in een traject dat niet gebaseerd is op het kinderrecht IVRK24 lid 1, dan is er geen gelijkwaardigheid tussen ouders, kind en jeugdzorgwerkers. Waar er een beslissing genomen moet worden, dan staat de drang en dwang van de jeugdzorg boven de gelijkwaardigheid.

Overigens is niet breed voorlichten al een ongelijkwaardigheid, waarbij ouders niet de gelegenheid krijgen, zo nodig, bewuster te worden wat signalen met het ontvankelijke kind doen, en dus geen mentale keuze kunnen maken. En dan dwingen zonder diagnostieke onderbouwing geeft wrevel! Dat is geen deskundige communicatietechniek vanuit jeugdzorg.

Wie heeft het gezag (BW1:247 of 1:336) wanneer de jeugdzorg afdreigt tot een besluit? (De jeugdzorg chanteert ouders regelmatig met: "Wanneer u niet mijn wil doet dan komt de RvdK erbij, dan komt het voor de rechter voor een OTS!". Deze oude cultuur in communiceren is ondanks beloften al decennia niet verbeterd).

De volgende wetenschap werd naar de jeugdbeschermingsketen gestuurd. (alle AMHK’s, RvdK, alle G.I.’s)

Hoe goed werkt een drang- of dwangmaatregel?

Bezien we kort wat wetenschappelijke citaten over het gevolg van dwangzorg en vooral het wegplaatsen van één of beide ouders of hen frustreren wat het kind in uitstraling bij de ouders ondervindt:

De volgende wetenschap waarover Allison Eck schreef (noot 6) dat bij deze problematiek de volgende, onafhankelijke wetenschappers opmerkelijk unaniem zijn.

Waar er regelmatig onenigheid is tussen ouders en gezinsvoogden, is hiermee afwegen eigenlijk dan een noodzaak. En het is een feit dat ouder(s) en jeugdzorg het niet altijd eens zijn. En dat moet onderkend en gecodificeerd worden om duidelijkheid te scheppen tot vertrouwen.

 

Professor Carlo Schuengel[1] heeft op een jeugdzorgacademie in 2013 reeds gewaarschuwd hoe bejegening in het dwangkader werkt door ‘jeugdzorg’: contraproductief, wrevel opwekkend.

Er wordt weerzin, een drempel, opgewekt.

En meerdere wetenschappelijke onderzoeken tonen ook aan dat ca. drie op de vier kinderen niet de passende jeugdhulp verkrijgt.

Zo vond prof. N.W. Slot[2] dat 72% van de OTS-sen na twee jaren geen verbetering gaven doch vaak wel een verslechtering; ook prof. Jo Hermanns[3] (congres Veilig Verder, 8-12-2016, figuur Snoeren) vond deze achteruitgang in ‘jeugdzorg’.

Te vaak verschuilt de RvdK en de G.I. zich achter: “De jeugdrechter heeft de dwangzorg, de kinderbeschermingsmaatregel, bepaald”. De rechter is jurist en geen orthopedagoog, dus moet de vraag zijn waarop de rechter dan is afgegaan….  (Waarom kijken de meeste kinderrechters niet naar de onderbouwing en het bewijs van wat de ouders inbrengen?).

Weet de rechter van de wetenschappelijke inzichten van de volgende wetenschappers?

Weet de rechter dit (in gevolg voor een opgroeiende) af te wegen tegenover de vraag om een machtiging OTS en/of UHP?

  1. Joseph J. Doyle jr, 2007 en later.[4] : Hij concludeert dat kinderen (N = ca. 15.000 en later 23.000) die in aanmerking komen voor mogelijk uithuisplaatsen veelal beter af zijn wanneer ze thuis met het gezin de juiste, passende hulpverlening krijgen ten opzichte van de groep die random toch uithuis worden geplaatst (UHP); kinderen die thuis mogen blijven, hebben als tieners véél minder kans om zwanger te worden, veel minder waarschijnlijk eindigen in het jeugdstrafrecht, en veel meer kans om een baan te houden gedurende ten minste drie maanden dan vergelijkbaar mishandeld kinderen die in een pleeggezin, uithuis, werden geplaatst. Ook bij Omgangszaken wordt regelmatig de omgang met een ouder zeer beknot en ondeskundig gehandeld (zie: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/omgangssabotage-g-i).  
  2. Internist prof.dr.med. Ursula Gresser, 2015.[5] Ze spreekt: “Kinderen hebben behoefte aan contact met de eigen ouders; risico op depressie is groot bij kinderen onder het gescheiden zijn van diens ouder of ouders. … Contactsabotage naar ouders maakt kinderen na de scheiding ziek.” {Dit geldt zeker ook bij Uithuisplaatsingen, dubbelop}. “Het verlies van contact met levende ouders schaadt kinderen ongeveer twee keer zo lang en drie keer zo intens als het contactbreuk wegens de dood van een ouder.” De arts heeft de zes meest recente internationale studies over dit onderwerp geëvalueerd.
    Volgens de door haar onderzochte studies treedt het vaakst depressie op, op de tweede plaats verslaving, als stoornis.  Ze vervolgde: “Rechters en ‘jeugdbescherming’ kunnen zich niet langer erop beroepen dat ze d.m.v. een contactbreuk (of te slechte bezoekregeling) ‘ten behoeve van een kind’ handelen. Diegene die nog steeds verlies van contact veroorzaakt, heeft nu kennis over het schadelijk effect.”  Zo schaadt het durend te hoge Cortisolgehalte bij vreemde wegplaatsing naar een onbekende setting het kind fysiek, naast stressreacties die het kind in zelfverdediging verbergt, internaliserend, al kan een externaliserend gedrag daaruit ook resulteren. {Het blijkt nog erger bij punt 3.} DNA-uitstrengeling:
  3. Daniel Weinberger, 2018: "Extreme Stress in jeugdzorg is giftig voor het DNA!"[6] “Het echte gevaar van het scheiden van kinderen van ouders is niet de psychologische stress  –  het is de biólogische tijdbom.  Het geschreeuw en het gehuil, de angst en de verlatenheid zijn hartverscheurend (https://www.youtube.com/watch?v=tYpDhlgD3y0).   Maar de fall-out verbleekt in vergelijking met de minder zichtbare langetermijneffecten die meer sinister en gevaarlijk zijn.
      
    Het scheiden van kinderen van hun ouders, in een UitHuisPlaats-setting of buitenlandse adoptie, naar vreemden, veroorzaakt de meest extreme levensstress die een kind kan ervaren. En het veroorzaakt diepgaande en onomkeerbare veranderingen in de manier waarop hun DNA [6] wordt verpakt en welke genen aan en uit worden gezet in de cellen van het lichaam, in organen zoals de pancreas, de longen, het hart en de hersenen – wat leidt tot levenslange veranderingen in de structuur en functie ervan.” 
    Deze wetenschappelijke inzichten, conform wat prof.dr. Jo Hermanns in Zeeland[7] vond, duiden dat de weging tot uithuisplaatsen, of beslissen tot éénoudergezag[8], veel beter en dus naar IVRK artikel 24 lid 1 diagnostischer gemeten moet worden.  Jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers die het cliëntsysteem niet zèlf zien zijn niet diagnostisch!). Ook de adoptiewetenschappen[9] duiden er op dat er veel meer rekening gehouden moet worden met latere ontwikkelingsfasen van de opgroeienden, wetende dat ze hun historie zullen ontdekken en dit ook een groot gevolg in hun leven kan innemen.
  4. Prof.dr. R.J van der Gaag, oratie, 2003.[10] Hij adviseerde vòòr de ingang tot de toch wel ernstig ingrijpende dwangzorg echte ‘zwaargewichten’, diagnostische specialisten, te zetten die naar hun beroepscode het cliëntsysteem zèlf zien en onderzoeken. Er bestaat interactiediagnostiek. Een gedragswetenschapper is nog geen orthopedagoog of jeugdpsychiater!
    Ex-kinderrechter mw. Quik-Schuijt[11][11] meldt ook dat in deze zorg voor jeugd ‘informed consent’ net zo betamelijk zou moeten zijn als in de gezondheidszorg, het in overleg naar het meest bij het gezin passende hulptraject te komen, zodat er ook motivatie voor ontstaat.

Wanneer Allison Eck6 vermeldt dat bij deze problematiek de wetenschappers opmerkelijk unaniem zijn, is het vreemd dat zowel Veilig Thuis (AMHK, Samen Veilig Thuis) als de RvdK op de vraag of ze rekening houden met deze wetenschap, het schaden van kinderen door wegplaatsen, er een afschuivend antwoord komt; ‘we hebben onze eigen jeugdzorgketen-wetenschappers’. De Raad schreef op een vraag over de definitie van het begrip ‘In het belang van het kind’:  “Het belang van het kind is niet als zodanig gedefinieerd of gekaderd. Afhankelijk van de situatie... zal de RvdK in het onderzoek de belangen van het kind afwegen en vaststellen.”   Daarentegen:  “Wat de RvdK wel heeft vastgesteld is dat het {ongedefinieerde} belang van het kind steeds centraal staat en dat de belangen van het kind de eerste overweging zijn bij een eventueel ingrijpen.”  Afhankelijk van de situatie, dat wat een jeugdzorgwerkers kan zien en wil doorgeven, beperkt diagnostieke kijk.[12]

Jeugdwet 3.2 lid 2 zegt dat de G.I. niet aan hulpverlening doet, maar doorverwijst en coördineert, regie voert. Wij zien anders, d.m.v. doktertje spelen een kind in eigen beheer nemen, en ‘tegensprekende’ ouders die legaal meer optimale, kwalitatievere zorg en voorlichting wensen, worden met drang of dwang gediskwalificeerd bij de rechter. (Het heet dan vanuit de jeugdzorg: "De ouders werken tegen, luisteren niet, accepteren niet ons besluit". Dat de jeugdzorgwerkers al die jaren niet luisteren en niet onderkennen dat ouders legaal diagnostiek wensen of eisen op basis van BW1:247 en IVRK24.1 wordt immer genegeerd en niet de verantwoording op genomen).

Jeugdwet 3.3 zou de RvdK en de G.I. meer aan ‘waarheid’ moeten laten doen….   De Kinderombudsman Marc Dullaert[13] vond in 2013 vele fouten (onwaarheden) in jeugdzorgrapportages en opperde netjes dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van een financiële “perverse prikkel” (pagina 93).  De jeugdzorgrapportages staan vol meningen van diagnostisch-onbevoegden;  meningen, vermoedens en verwachtingen zijn geen feiten! De verificatie is zeer onduidelijk en vaag.

Ouders ontberen urgente, hoogstaande en brede voorlichting waarbij uitleg verkregen wordt over de diverse alternatieve trajecten waarbij ingeleefd wordt in wat het kind daarbij ervaart, om tot een mentale keuze te komen. Dat is wat anders dan dwangzorg met de contraproductieve gevolgen!

En waar ‘waarheid’ ook het meest optimale toekomstperspectief zou moeten zijn voor de opgroeiende, voldoet de ‘jeugdzorg’ te vaak niet aan artikel 3.3 Jw.   Waar is het belang voor de opgroeiende, die eens in de identiteitsfase zal komen, diens ouders mist, gepest werd omdat het niet thuis mocht wonen, het dossier zal ontdekken met 'leugens' er in, de loyaliteitsconflicterende beschuldigingen over 'tegenwerkende ouders'.....?

 Jongeren uit de ‘jeugdzorg’ komen opmerkelijk vaak met uitkeringen in aanmerking na hun 18e! Effectievere, minder schadende zorg is wenselijk, met meer toezicht op de effectiviteit, het ‘informed consent’, en voortvarendheid van werken.

Voor de levenssfeer waarin kinderen – onder de uitstraling van mogelijk belaste of aangeslagen ouders of het gebrek daaraan – moeten leven, is het meewegen van deze gegeven wetenschap van groot belang!

Waar ouders onder drang of dwang emoties vertonen, mag hen dat niet verweten worden, doch dient een signaal te zijn dat de juiste toon van voorlichting en omgang met het gezin nog ontbreekt. 

 

Vergeleken met het bedoelen van het [aantoonbaar] voortvarend oplossen van de ‘ernstige bedreiging’ uit BW1:255 en de taak in BW1:262 is het zoveel mogelijk zorgen dat het kind thuis kan verblijven onder deskundige voorlichting en evt. begeleiding van zeer groot belang voor het kind met diens kindbelang in ontwikkelingspsychologische zin.

Daar is kortstondige maar kwalitatief zwaardere inzet voor nodig. Uiteindelijk dus goedkoper. Een verlengen van een omgangs-OTS moet een signaal zijn van verkeerde inzet door de G.I.!

Het op vage, niet-diagnostische gronden uithuisplaatsen dient een signaal te zijn van hypocognitie, en verdient ingrijpen met degelijker meten en voorlichten. (Verderop naar onder op https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/watisbelangvankind gaat het over het dóél van BW1:255, het VOORTVAREND en duidelijk werken aan het oplossen van de in deze wet genoemde 'bedreiging'. Hoe vaak zijn deze vaag gesteld zodat ouders nimmer weten hoe deze te helpen oplossen, waar de G.I. niets doet aan BW1:262 lid 3 en lid 1)?!

Bovenstaande informatie van recente wetenschappelijke inzichten verkregen alle AMHK's, de RvdK, en alle G.I.'s een tijd terug. Het werd niet geïmplementeerd.

Verdere reactie naar het NJi, nodig voor inzicht in het beleid (dus ook voor de inspectie): De GIRFEC toont zich dus mooi, zoals ook andere methodes zonder diagnostiek. Doch de contra-indicaties zijn in grote getale aanwezig.

De oude cultuur en het niet regelen en duidelijk maken wie voorlichting geeft, en waarover, en hoe breed, en met aantoonbare keuzemogelijkheden in overleg met een diagnostisch deskundige, zijn grote contra-indicaties.

Prof. Carlo Schuengel is toch op de jeugdzorgacademie duidelijk geweest (die noot 1) dat dwang in de jeugdzorg niet werkt. Daar zijn Zweden, Nieuw Zeeland en eiland Man ook achter gekomen. Daar is de GIRFEC (‘Named Person’) reeds weer in de ban gedaan. Dat is tekenend.

Ook het gerommel, de weerstand, de protesten, in Schotland naast de uitspraak van het Supreme Court van Groot Brittannië tegen GIRFEC-consequenties, moge duidelijk maken dat risicotaxatielijsten nogal grote schaduwzijden hebben, die, met de oude dwangcultuur, met de algemeen aanvaarde wetenschap (buiten de Nederlandse jeugdzorglobby) schádelijk zijn voor het kind onder jeugdzorgdwang.

Wat gemist wordt, brede en inlevende voorlichting met alternatieven en bewustmaking, is goed. Wordt dit gecodificeerd als aantoonbare voorlichting zwart op wit, en wordt dit gebezigd in de cultuur van jeugdzorg, dat niet diagnostisch bevoegd is?

Wie beslist met rapportages naar de rechter – die geen orthopedagoog is en slechts zeer marginaal civiel toetst achter gesloten deuren opdat er geen externe controle is ter zitting – is dat de ouders, of de jeugdzorgwerker die enkel in een MDO doorgeeft wat die wìl en kàn (naar opleiding en bevoegdheid)?

Het aantal jeugdzorgwerkers dat niet weer uit gewetensnood opstapt (het grote personeelsverloop) en zich 'kinderredder' voelt in hypocognitie (ouders voelen dit als arrogantie) is blijkbaar groot.    Het percentage jeugdzorgwerkers met een mate van onveilige gehechtheid, die daardoor deze baan kozen, ligt dubbel zo hoog dan de Normaal onder de burgerlijke bevolking.

Meekijken is leuk, maar in Nederland is het sociaal domein in ‘vrijblijvendheid’ gekoppeld in een oude cultuur met de toeleiding tot dwang. Dwang tot schadelijk gevolghebbende beschermingsmaatregelen waarvan we ons wetenschappelijk mogen afvragen of deze maatregelen wel in verhouding staan tot de schade die door deze maatregel ontstaat!

Kindermishandeling is ongewenst.

Moet men een klein aantal kinderen ontdekken dat mishandeld wordt (in welke mate?) tegenover een overschot aan ‘valse positieven’ die zonder diagnostiek en voorlichting de jeugdzorg worden binnengehaald? Zonder weging op wetenschappelijke bevindingen?!

Waar BW1:255 is om kindermishandeling in de thuisomgeving tegen te gaan waar voorlichting in brede zin echt en verifieerbaar niet werkt, bestaat er geen sub-BW1:255 ten aanzien van de jeugdzorg die aan institutionele kindermishandeling kan doen, en schade veroorzaakt. Daarover moet eerst bij mooilijkende ideologieën worden gedacht!

Meekijken, zoals in de GIRFEC, is een goed idee waar er geen dwang kan worden ingezet maar ouders wel preventief en breed schriftelijk voorlichting verkrijgen, mogelijk onnodig maar preventief, met het juridische belang dat dit aantoonbaar, zwart op wit, geschiedt. 

De privacy (AVG), de normale gezinsband en -cultuur (EVRM8), de onbezwaarde toegang tot gezondheidszorg, ook psychisch of pedagogisch (IVRK24.1), en diverse arresten (https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/overzicht-wetten-knelpunt of  https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/goede-precedente-uitspraken/leren-uit-ehrm/ en arresten) moeten niet in het geding komen, niet verdrongen worden, onder ideologie.

Dat is een taak voor wetenschappers! (En een knelpunt waar de toezichthouders aan moeten denken). Neutraal zijn, ondanks het enthousiasme over ideologieën om risico’s te vinden. De contra-indicaties meenemend.


Aan de NJI ten behoeve van nieuwe richtlijnen voor de jeugdzorgwerkers  deden we dit voorstel (https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg-negeert-wetenschap) en hierbij kan wat overlap ontstaan in onderbouwing:

Wat zijn ‘feiten’ binnen het jeugdzorgniveau?

Hoe ‘participeren’ ouders in ‘jeugdzorg’ effectief ten bate van het kind?

Jeugdzorgfeiten worden gebruikt om een hulpindicatie te geven.  {Dat zijn geen [diagnostieke] hooggekwalificeerd ‘geverifieerde feiten’, want het niveau jeugdzorg is niet naar beroepscode diagnostisch bevoegd. Het gaat hier ook niet om juridische feiten, want daartoe is de jeugdzorg niet opgeleid!}.

Waar ouders vanuit hun plicht in BW1:247 indachtig het kinderrecht IVRK24 lid 1 hoogwaardiger wensen zou deze wens serieus genomen moeten worden omdat een hulptraject waar het gezin zich in kan vinden effectiever werkt en korter duurt en dus goedkoper kan zijn. Drempels door potjes en budgetten bezwaren de toegang tot passende gezondheidszorg (naar de tweede volzin van IVRK24 lid 1).

De reguliere jeugdzorg die naar jeugdhulp verwijst heeft te vaak de neiging de hakken in het zand te zetten bij zulk een verzoek van ouders. Dan is het jeugdzorgfeit geen feit.

Er bestaat recht op hoogwaardiger meten en vaak is dat diagnostisch. Al kan soms voorlichting van een schuldhulpverlener en iets aan bijzondere bijstand ook een passende oplossing zijn bij financiële gronden. Overigens wijzen precedenten waar armoede basis zou zijn voor een beschermingsmaatregel dat dit geen reden tot OTS mag zijn. 

‘Veiligheid’ moet goed gedefinieerd worden en afgewogen tegenover bekende contra-indicaties om als reden tot een beschermingsmaatregel te dienen. Vaak is het wegplaatsen van een bedreiger beter dan het kind schade aandoen met een beschermingsmaatregel.

Omtrent diagnostiek zijn er uiteraard opmerkingen. Een te algemene deskundige (met bekènde medische, orthopedagogische of psychologische beroepsregistratie, dus geen SKJ) kan een etiket opplakken waarmee niet dieper gekeken wordt. Moeilijke pathogenen, waar bijvoorbeeld ADHD het etiket lijkt te zijn om niet verder te kijken, zoals pandas, onveilige gehechtheid of autisme, moeten echt bij een passende specialist onderzocht worden. Dus niet bij de algemene diagnostici van de ketenpartners met een financieel belang.

Bij gedragsproblemen-veroorzakende pandas kan het kind snel dood gaan!  Escalerend experimenteren om de hulp in naam goedkoop te houden is dus een risico vanuit de ‘jeugdzorg’ voor het kind.   

Niet herkende eigenlijke feiten kunnen dus tot schade leiden.  Feiten moet men kunnen meten, dus met bijvoorbeeld interactiediagnostiek. Er lijkt op het jeugdzorgniveau een tegenzin te heersen onafhankelijke diagnostiek te laten plaatsvinden (ook financieel onafhankelijk, dus algemene ketenpàrtners die naar de onderzoeksvragen vanuit de G.I. werken wordt vaak als afhankelijk en sturend gezien en niet specialistisch. Daar moet waar de jeugdzorgwerkers hun hakken hebben gebruikt persoonlijk verantwoordelijk worden. Ouders moeten gewezen worden op de Awb om officieel te werken, zodat bij onenigheid het handelen van de gezinsvoogd duidelijk kan worden.

Vaak worden ouders beschuldigd “tegen te werken” wanneer ze legaal aan hun plicht voldoen; even doordenkend betekent dat, dat de ‘jeugdzorg’ zelf tegenwerkt! {De inspectie heeft geen kijk op cases waar ieder ander wel ziet dat hier een machtsspel gespeeld wordt door een zich afzonderend domein, met schade voor de opgroeiende}. 

En wanneer dit niet doorzien wordt en de ouders beschuldigd worden, leidt dit te regelmatig tot drang- en dwangzorg.  Drang wordt vaak weinig effectief gevoeld als dwang, als chantage, de ouders onwetend en onmondig latend. Het ìs dwang!

Professor Carlo Schuengel heeft in een jeugdzorgacademie uitgelegd (https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/bejegenen-en-vertrouwen/) dat dwang in jeugdzorg vanwege te slechte communicatietechnieken van jeugdzorgwerkers niet effectief is, dus schadelijk waar we ook andere wetenschap  laten meewegen (https://jeugdzorgwetenschap.jimdosite.com/dwangzorg-schaadt/ en daar meer, of op https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/watdoetwegplaatsen/).

Het negeren van de inbreng van {vooraf} breed-voorgelichte ouders mag geen participatie heten. Het bouwen van psychische muren bij en in het gezin werkt verhardend en lost dus juist niets op, waar dat wel de bedoeling is van BW1:255, het voortvarend werken aan het oplossen van de concrete bedreiging uit lid 4 naar lid 1 (meer naar onder op https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/watisbelangvankind).

Wat zijn ‘jeugdzorgfeiten’ bij dwangzorg?

Waar ouders niet vooraf breed zijn voorgelicht – dus (geen) uitleg hebben gekregen hoe de jeugdzorg werkt en wat dan de risico’s zijn voor de psyche van het kind, èn hoe andere hulptrajecten, zoals in de echte gezondheidszorg, werken – kregen de ouders geen inzicht wat er gebeurt bij welk alternatief in het kind, en missen ze inspraak en een mentale keuze.

Dat gebrek doet psychisch escaleren. Dat zou een echt professionele jeugdzorg dienen te voorkomen door eerst degelijk en breed voor te lichten. Niet meteen het gezin onder etiketten laten gebukt gaan. Dan mist de zorg, die de werker wil geven! We hebben het dus hier niet over juridische feiten, niet over diagnostische feiten; en daar moeten ouders bewust van worden gemaakt. Feiten mogen geen invullingen of etiketten zijn.

Waar hier aan de ingang van dwangzorg  ‘feiten’  worden geopperd, voor richtlijnen voor de jeugdzorgwerker zelf, is er niets aan de hand zolang geen één partij (vader, moeder, jongere, RvdK of G.I.) het ermee oneens is.

Beweringen uit de beschermingstafel of AMHK vallen niet onder artikel 3.3 van de jeugdwet, doch wel onder Rv21, maar ondanks dat de CRvB in LJN BD1113 heeft beschikt dat de kinderrechter ook bestuursrechtelijk dient te toetsen, gebeurt dat bijna nooit.  Ik verwijs met nadruk naar de 2 uitspraken LJN BD1113 (http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BD1113) en LJN BM2886 (http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BM2886 ) die beiden onderstrepen dat de kinderrechter wel moet toetsen hoe een verzoek tot machtiging 'rechtmatig' tot stand gekomen is.

Waar wel enig partij het oneens is met een beweerd ‘feit’,  dan moet omwille van de ook psychische gezondheid van het kind kennelijk degelijker gemeten worden, zonder dat er hakken van gezinsvoogden of raadsmedewerkers in het zand gezet worden, waar dan weer roddel uit voort kan komen wat ook weer doet escaleren en door de ontvankelijke opgroeiende ervaren kan worden. Die beweging moet professioneel voorkomen worden.

Hoe meet men degelijk, en dus naar kinderrecht?

IVRK stelt in artikel 24 lid 1:  “De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op het genot van de gróótst mogelijke máte van gezondheid èn op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het hèrstel van de gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haar recht op toegang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden.”

De tweede volzin maakt duidelijk dat passende diagnostiek op wens van een partij of vanuit professionaliteit niet bezwaard mag worden door tegenwerking. (De vraag van ouders met beroep op Rv810a lid 2 wordt ook vaak bezwaard door de jeugdbescherming met hakken in het zand).

De ervaring is dat de financieel van de jeugdbescherming afhankelijke ketenpàrtners te algemeen deskundig zijn, zodat er echt naar passend specialisme verwezen moet worden.

Etiketten en oogkleppen moeten voorkomen worden. Bij een anamnese hoort ook in overleg voorlichten aan de ouders en evt. jongere door de specialist. Zo kan een passende en geaccepteerd hulptraject geadviseerd worden wat dan kort en effectief zal zijn.

Vaak hoort hier ook interactiediagnostiek toe. Vooral waar gescheiden ouders twijfelen over de andere ouder en geneigd zijn deze te beschuldigen en waar dit in uitstraling naar het kind zeer negatief kan werken. Hier hoort de ‘jeugdbescherming’ geen partij te kiezen (‘Gelijke monniken gelijke kappen’) doch regie te voeren tot passende vòòrlichting met wat signalen in de representatie met het loyaliteitsgevoelige kind doet in de psyche. Ouders mogen weten dat er na scheiding een extra psychische rugzak getorst wordt en dat er dus extra en gespecialiseerde kennis bij ouders nodig is om deze rugzak zo licht mogelijk te dragen te doen zijn.

Feiten mogen geen al dan niet uitgesproken beweringen, vermoedens en beschuldigingen zijn van anderen zonder verificatie op niveau. Dergelijke beweringen horen niet thuis in een rapportage waar onwaarheden niet in thuis horen. Beschuldigende signalen moeten leiden tot diagnostiek meten naar beide ouders in interactie met hun kind, en met bespreken van knelpunten, tips en extra voorlichting.

Ouders participeren waar er geen onwaarheden worden gevoeld, en dat kan door brede voorlichting, vooral ook vooraf. Ouders niet voorlichten, hen dom houden en misleiden, is niet hen professioneel participerend betrekken.

Ook kunnen ouders leren (want niet voorgelicht, geen cursus verstrekt, niet helpen, niet schieten dus, is misgeschoten). Cursussen bestaan, zijn zij leuk en interessant, en kunnen bij scheiding ook essentieel zijn. https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips .

Een richtlijn die absoluut in heel de jeugdzorg en jeugdbescherming thuis hoort is:    

Waar er gedacht wordt aan een kinderbeschermingsmaatregel c.q. drang- of dwangmaatregel, ook een verderstrekkende maatregel, moet de jeugdzorg deze schriftelijk motiveren in afweging tegen de te verwachten schade die is aangetoond door meerdere wetenschappers t.a.v. het wegplaatsen van het kind van één of beide ouders; dat ‘niet afwegen’ is een maatregel die bewezen grote kans geeft op wat ouders “institutionele kindermishandeling” kan worden genoemd, de schade van wegplaatsen van één of beide ouders op de koop toe nemen zonder dat er diagnostisch is gemeten, zonder dat er op dat hoge niveau (aantoonbaar en breed) is voorgelicht.   Deze voorlichting dient dus zwart op wit, zoals in rechtsgang en volgens de Awb in officiële communicatie vereist is. 

Jeugdzorgwerkers met deze door ouders ongewenste macht-tot-advies-van-een-maatregel dienen dus de wetenschap te kennen, die op https://jeugdzorgwetenschap.jimdosite.com/wetenschap-bevestigt/  en verder  staat, alsmede https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/warshak-wetenschap/ en https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/watdoetwegplaatsen/ : grote namen die unaniem tonen dat wegplaatsen geen echte bescherming biedt, integendeel.

Een hulpvraag mag niet misbruikt worden tot een onvoorbereide, niet wetenschappelijk afgewogen, niet gediagnosticeerde maatregel. Breed en hoogwaardig voorlichten is belangrijk.

Een Staatsvoogd (‘Named Person’, een van overheidswege Benoemd Persoon met lagere opleiding, een Staatsvoogd die pedagoog of jeugdzorgwerker mag zijn) naar het Schotse model (GIRFEC) is door het Supreme Court in Groot Brittannië reeds veroordeeld, onder meer strijdig met internationale regelgeving. Methodes die direct of indirect daarop toch voortbouwen, verdekt of openlijk, zijn schadelijk, zowel juridisch als in praktische werking, waar een opgroeiende gezond in de identiteitsfase zou moeten komen. Het breed en inhoudelijk voorlichten, aantoonbaar, zwart op wit, moet de taak worden van zorg voor de jeugd. (In Nederland mag de jeugdzorg met drang doorgeleiden naar dwangzorg, nog erger dan de Schotse situatie bij GIRFEC-schema’s).

Een hulpvraag (of armoede e.d.; zie de precedenten op o.a.  https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/goede-precedente-uitspraken/meer-precedente-uitspraken/),  of een vraag degelijker te meten, mag niet leiden tot veroordeling van ouders als ‘beschermingsgrond’. Zorg mag geen fuik worden. Ouders en rechters moeten beseffen dat juridische en (psycho)medische feiten een andere grond en definitie hebben.

Wegplaatsen van één of beide ouders (maar ook ouders frustreren met arrogantie en bedreiging van UHP) ìs zeer schadelijk.

In het juridische vakblad  NZFam heeft prof.dr.med. Ursula Gresser haar studie gepubliceerd:   Neue Zeitschrift für Familienrecht, 21/2015, “Macht Kontaktabbruch zu den leiblichen Eltern Kinder krank? Eine Analyse wissenschaftlicher Literatur”: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/gresser-vertaald-onderzoek/

Ook de wetenschappers, genoemd op de lange site https://jeugdzorgwetenschap.jimdosite.com/wetenschap-bevestigt/, geven aan hoe bescheiden de jeugdzorg kindobjecten zou moeten binnenhalen. Beter is dus vroegtijdig breed voorlichten, breed met mogelijkheden buiten de jeugdzorg om!

Daar kunnen o.a. Richard A. Warshak en William Wan, Charles Nelson, e.a. bij aansluiten (https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/watdoetwegplaatsen/). 

Nu er veel meer ‘valse positieven’ de jeugdbescherming schadend binnengehaald worden (drie op de vier minimaal) dan er werkelijk echt-mishandelde kinderen gevonden worden, is bescheidenheid in wat als een razzia wordt ervaren nodig!

PCF, ABE’s, ACE’s, GIRFEC en andere buiten de echte gezondheidszorg geïndiceerde problemen zijn te vaak, meer dan ontdekte echte mishandelingen die niet te verbeteren zijn door voorlichting, een basis voor werkgelegenheidsbescherming in de jeugdzorg.

Het is niet reëel dat er een decennium geleden nog 9% van de jeugd in aanraking kwam met ‘jeugdzorg’, en nu al over de 12%!   Zeker een irreële verschuiving gezien de vele klachten en meldingen van ouders en deskundigen (https://jeugdbescherming.jimdo.com/adoptie-en-pleegzorg/relativeer-en-onderzoek/analyse-van-beleid-in-jeugdzorg/). 

Er wordt te weinig vroegtijdig en breed voorgelicht op echt deskundig niveau, mèt juiste communicatietechniek die niet frustreert, geen psychische muren bouwt.  De GIRFEC beoogd goede communicatie waar de cultuur van de Nederlandse jeugdzorg nog decennia niet klaar voor is!

Mvg.

Tj.W. Strubbe
Adoptiezaken(-zorg) & Familierecht - AZF (voorheen SSF)


[1] : Schuengel: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/bejegenen-en-vertrouwen/ (met link naar bron).
[2] : Slot: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/909-zorgen-gemeten/ .
[3] : Hermanns: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/jo-hermanns-over-veilig/ .
[4] : https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wat-wetenschap-uhp-missen-van-ouders/ en https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/meer-doyle-wetenschap/ (met o.a. de link naar https://drive.google.com/file/d/0B291mw_hLAJseVk3VnFGTGR1cEk/view)
[5] : https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/ met het vertaald onderzoekssamenvatting: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/gresser-vertaald-onderzoek/ . In het juridische vakblad NZFam – Neue Zeitschrift für Familienrecht, 21/2015 (“Macht Kontaktabbruch zu den leiblichen Eltern Kinder krank? Eine Analyse wissenschaftlicher Literatur”) – heeft prof. U. Gresser haar studie gepubliceerd.
[6] : https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/meer-doyle-wetenschap/stress-weinberger-dna/ met daarnaast een opmerkelijk vervolg n.a.v. wat in de V.S. gebeurt; door Allison Eck, 2018. Weinberger: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0889159111001541 .

[7] : Hermanns, Zeeland: https://www.youtube.com/watch?v=F6Dthj9XBLU (bij 4:20). Zie ook https://www.youtube.com/watch?v=HGTzNQeo_1Q .
[8] : Tijdelijke gezagsbeëindiging (LJN AS6020) met juiste voorlichting als stok achter de deur: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/omgangssabotage-g-i .
[9] : De psyche van pleeg- en adoptiekinderen verschillen niet zoveel van elkaar: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/verband-pleeg-en-adoptie-problemen .
[10] : Van der Gaag: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/diagnostiek-nodig-als-nulmeting/ , met ópen diagnostiek: https://kinderbescherming.jimdo.com/informatie/onderzoeksvragen-open/ .
[11] : Quik, ‘informed consent’: https://kinderbescherming.jimdo.com/methoden/fjr-2015-51-drang/ .
[12] : Het metend oog: https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/hypocognitie-jeugdzorg/  in combinatie met https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/definitie-kindermishandeling, vergeleken met Van der Gaag, noot 10.
[13] : “Is de zorg gegrond?”, 2013: https://www.dekinderombudsman.nl/92/ouders-professionals/publicaties/rapport-is-de-zorg-gegrond/?id=325



4 september 2019

Paniek in de tent bij ouders van zorgenkinderen. Ik zag het op Twitter: bezorgdheid over een nieuwe, populaire lijn in het jeugdbeleid, geïnspireerd op een Schots systeem: Getting it Right for Every Child, oftewel Girfec. Hoewel in Schotland zelf veel kritiek is op het systeem, is Nederland ervan ­gecharmeerd

Zo op het eerste gezicht kun je er wel wat van opsteken. In Schotland lijkt het inclusief passend onderwijs succesvoller te zijn dan hier. Ernstig autistische kinderen kunnen er, met voldoende ondersteuning, in gewone schoolklassen functioneren.

Maar ouders van bijvoorbeeld thuiszitters hebben grote bedenkingen bij Girfec. Want gaat het overheids­beleid bij onderwijs en zorg nu al vaak gepaard met dwang en drang, de bigbrotherisering lijkt bij het Girfec-jeugdbeleid helemaal uit de klauwen gelopen. Zo krijgen alle 1 miljoen Schotse kinderen vanaf de geboorte een soort staatsvoogd toegewezen, orwelliaans ‘Named Person’ genoemd, die bij eventuele problemen naar eigen goeddunken ­instanties kan inschakelen.

In het oorspronkelijke wetsvoorstel hadden de ‘Named Persons’ vergaande bevoegdheden om privégegevens te delen. Maar daar stak het Britse Supreme Court een stokje voor, wegens schending van de rechten op familieleven en privacy, geborgd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: ‘Het is onder deze wetgeving mogelijk dat informatie, waaronder vertrouwelijke medische gegevens over een kind of jongere, zoals zwangerschap, anticonceptie of soa’s, in handen komt van allerlei willekeurige instanties’, betoogde de hoogste rechter.

‘Named Person’

De angst voor Girfec is voorstelbaar, stelt Chaja Deen van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) desgevraagd. Maar de Named Person is nu net geen element dat uit het verder inspirerende programma wordt gehaald, benadrukt zij. Op studiereizen zoekt men naar ‘werkzame elementen’ uit het beleid. Het is juist de bedoeling dat ouders worden betrokken bij beslissingen over hun kinderen, en ook dat ouders meedenken over jeugdbeleid in bredere zin. Girfec gaat om het vinden van ‘gemeenschappelijke taal’ in het brede jeugdveld. Het beter op elkaar afstemmen van onderwijs en zorg. Een kader om vroegtijdig problemen te signaleren. Preventie is ­belangrijk: in Schotland krijgt ieder kind al standaard tussen de acht en de twaalf huisbezoeken.

In de Schotse studiereisverslagen beschrijven Nederlandse onderwijs- en jeugdprofessionals wat hen aanspreekt in Girfec. ‘Specifieke kennis, zoals kindermishandeling, is gelegd bij een aantal sleutel­figuren. Zij houden kennis up-to-date en vertalen deze naar de werkvloer’, lees ik. En: ‘Sleutelwoorden zijn verbinden en relaties. Begint bij een huisbezoek bij ieder kind dat wordt aangemeld.’ En: ‘Vanaf babytijd krijgen kinderen een curriculum’, het gaat om ‘het verkleinen van de kloof tussen kansarme en kansrijke kinderen’. Ten slotte: ‘Belangrijk uitgangspunt is écht luisteren. Preventie, voorkomen dat kleine problemen grote worden. Het gaat over het bevorderen van veerkracht en passende hulp. En het gaat over liefde. Elk kind heeft daar recht op. En elke betrokkene, kind, ouder, professional in jeugd of het bredere ­sociale domein draagt daaraan bij.’

Kritische ouders

Natuurlijk, alles draait uiteindelijk om liefde. Maar kritische ouders weten dat de weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Dat zij bij Girfec huiveren, omdat ze toch al onder druk staan van de bemoeizorg van onderwijs of jeugdzorg, is begrijpelijk. Ook worden handhavingsinstrumenten uit de jeugdbescherming vaak gebruikt als intimidatie. Niet omdat het kind wordt mishandeld, maar vanwege verschil van inzicht over wat het belang van het kind is. Neem de uithuisplaatsing van een kind omdat moeder een conflict had met de gemeente over een pgb en daar een advocaat op zette. Een veilig-thuis-melding, omdat ouders met een thuiszittend kind een conflict hebben met de school. Zeer laakbaar en schadelijk voor ouders en kwetsbare kinderen.

Niemand ontkent het belang van de kinderbescherming. Het Maasmeisje, het meisje van Nulde, Ruben en Julian, het zijn nationale trauma’s. Onverteerbaar dat zij niet op tijd in veiligheid zijn gebracht.

Het NJI gaat graag met kritische ouders in gesprek, ook over de ontwikkeling van jeugdbeleid, ook in bredere zin, zegt Deen. Die laten het echter af­weten. Maar een gesprek lijkt ook mij een goed idee. Voorstel: een studiedag over de traumatische gevolgen van oneigenlijke dwang, drang en controle bij verschil van inzicht over het belang van het kind

Met vriendelijke groet,
Desiree van Doremalen


Op 7 november 2019 organiseert Iederin een bijeenkomst over Girfec en hoe dit monster aan te pakken. Twee andere grote ouderorganisaties te weten Ouders&Onderwijs en Balans zijn ook betrokken bij de organisatie. Het NJI is vertegenwoordig met hun directeur Rutger Hagenraats en de projecleider van Girfec. De directeur van Balans is jeugdarts en van uit haar werk bekend met de gevaren van risico taxaties.

Onderzoek door Ouders & Onderwijs en Balans heeft inmiddels uitgewezen dat Girfec wel degelijk een instrument is om ongebreideld data verzamelen.

Wat velen niet weten is dat er bij de kansencirkel (wellbeing wheel) (Girfec 2) een ster (Girfec 1) hoort. Zoals je ziet heeft de ster cijfers. Die cijfers worden gekoppeld aan de uitkomsten van de kansencirkel en zo wordt het een en ander meetbaar en geschikt gemaakt voor de opslag van big data. In Tilburg slaan ze dit al op in een speciaal data project.

Het overwaaien van Girfec naar Nederland is zorgelijk en onwenselijk. Niet in de laatste plaats vanwege het wantrouwen dat #Girfec naar ouders heeft. Zie bv het betoog van deze Schotse socioloog die in een paar minuten het paradepaardje ervan fileert. 

Hier een artikel uit New Zeeland waar de invoering van Girfec er toe leidde dat kinderen helemaal geen passende hulp meer kregen. Uit alles blijkt dat Girfec niet zo maar een dingetje is maar wel degelijk zal gaan leiden tot vergaande staatsopvoeding.

  


Gemeente Haarlem

Nieuwsbrief KOG | najaar 2019 3

Right voor het kind van de slager of right voor het kind van de veganist?”

We hadden eerst Veilig Thuis dat als het goed ging werkte volgens een handelingsprotocol, nu is er een Handelingsprotocol 2019 (zie deze Nieuwsbrief), en alsof dat allemaal nog niet ver genoeg ging hebben enkele gemeenten waaronder Haarlem, Rotterdam en Tilburg een Schots voorbeeld in hun jeugdbeleid opgenomen: Getting It Right For Every Child. IEDER kind. Want ouders, dat zijn toch maar amateurs.

De gemeente Haarlem heeft ons de concept-nota‘Samen voor jeugd’ gestuurd (zie www.stichtingkog.info Correspondentie 2019, GIRFEC), waarna wij namens het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg een brief hebben gestuurd:

Haarlem, 26 augustus 2019

Geachte mevrouw Van den Bos,

Met het oog op onze bespreking op dinsdag 3 september stuur ik u enkele gedachten over de nota ‘Samen voor jeugd’ van het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg.

P.H.A. Frissen, o.a. lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, schrijft in ‘De fatale staat’ (2013) : “Veiligheid is een nationale obsessie….De technocratie van de moderne beleidsvoering heeft geen bescheidenheid geleerd, maar is veeleer geëxplodeerd in ongebreideld interventionisme.” (pag. 12)
“Of vrijheden van burgers komen in het gedrang als de goede bedoeling tot paternalistische interventies leidt. Ik verwijs naar de onstuitbare opmars van op risicoanalyses gebaseerde preventieprogramma’s, bij voorbeeld in de jeugdzorg en de gezondheidszorg.” (pag. 14)
“Het gevaar schuilt in het paternalisme van de goede bedoeling, dat door de inzet van de monopolies van de staat minder onschuldig is dan vaak wordt voorgewend.” (pag. 15)
“In het najagen van de maakbaarheidsdroom is de staat een gulzige institutie geworden die zich meester maakt van alle domeinen waar leed, pech en risico bestaan en waar de burger kan worden verheven en verlost.” (pag. 53)
“Om een samenleving te karakteriseren is het altijd behulpzaam haar verhouding tot de jeugd nader te beschouwen. Wat dan opvalt, is dat onze vermeend autoritaire ouders in de vermaledijde jaren zestig heel wat toleranter voor onze gedragingen waren dan wij dat nu zijn voor onze jeugd. Een sympathieke maatregel om jeugdigen uit het strafrecht te houden (de instelling van bureau Halt) maakt nu elke vorm van kattenkwaad tot risicovol gedrag waaraan professionele aandacht dient te worden geschonken. Vanaf de geboorte wordt van elk Nederlands kind een dossier bijgehouden waarin niet alleen medische gegevens, maar ook allerlei informatie over de opvoedingscompetenties van de ouders en over sociale contexten worden bijgehouden. Met behulp van ‘verwijsindexen’ worden risico’s geregistreerd en kan het politieke bestuur in de gemeente opdracht geven tot interventies in de privésfeer. Ouders voelen zich inmiddels niet meer ondersteund door het consultatiebureau, maar vooral verdacht als potentiële plegers van mishandeling en verwaarlozing zing: ...” (pag. 57/58) “Effectiviteit lijkt zo een autonome legitimiteitsbron te zijn geworden. Als een interventie werkt dan moet deze wel deugen. Dat betekent dat een afweging met andere waarden niet meer plaatsvindt of zelfs dat deze waarden verdrongen worden.” (pag. 86)

“De burger mot zijn lot in eigen hand nemen, zijn kinderen verstandig en verantwoordelijk opvoeden en het leven gezond leven. Over het goede leven is inmiddels een omvangrijke catalogus van wenselijkheden ontwikkeld en met gevarieerde vormen van vriendelijkheid en verleiding, maar ook van drang en dwang krijgt de burger deze aangeboden. In de nieuwe strenge taal van de interventiestaat staat ‘aanbieden’ overigens gelijk aan opleg- gen.” (pag. 224/225)

In het proefschrift van Marit Hopman ‘Unraveling the Hidden Curriculum. Values in Youth Care Interventions and Youth Policy’ (2012) staat in de Nederlandse samenvatting: “Dit kritiek- punt is gestoeld op de aanname dat opvoeding meer is dan alleen het corrigeren van feitelijk gedrag, maar dat idealen over wat de kindertijd en jeugd zouden moeten inhouden en wat voor soort volwassenen kinderen zouden moeten worden eveneens een rol spelen in de keuzes die gemaakt worden. Wat vindt men belangrijk in de opvoeding van kinderen en jongeren? Welke concepties over de gewenste volwassenheid en de gewenste burger liggen ten grondslag aan de interventies en beleidsmaatregelen? Opvoeding is in dit perspectief niet alleen gebaseerd op feitelijkheden, maar waar- deoriëntaties spelen hierin ook een belangrijke rol. Voor jeugdzorginterventies en jeugdbeleid betekent dit dat er niet alleen aandacht is voor de SMART-geformuleerde doelen zoals ze in hulpverleningsplannen worden beschreven, en die veelal gelieerd zijn aan het specifieke probleemgedrag, maar dat de waarden en idealen van zowel cliënten als professionals geëxpliciteerd worden.” (pag. 226) “Welke belangrijke waarden wil de sector overdragen? Welke waarden vindt zij belangrijk voor de ontwikkeling van jongeren en hoe verhoudt zich dit tot assumpties en overtuigingen die in de samenleving spelen ten aanzien van kinderen en jeugd?

In de tweede plaats biedt deze explicitering van het verborgen curriculum inzicht in de ervaringen van jongeren en ouders wanneer zij deelnemen aan een jeugdzorginterventie. Waarden kunnen van invloed zijn op de (morele) lessen die kinderen en ouders leren bij deelname aan deze interventies en zijn mogelijk van invloed op meer algemene ontwikke- lingsprocessen zoals identiteitsvorming of burgerschapsvorming.

Ten derde is het zichtbaar en bespreekbaar maken van belang voor de keuzen die cliënten kunnen maken. Zo zou uitval bij interventies verklaard kunnen worden doordat ouders niet mee willen doen aan een cursus die weliswaar bewezen effectief is, maar waarin opvoedingswaarden een rol spelen die niet overeenkomen met hun eigen opvoedingswaarden. ...

Naast de implicaties voor ouders en kinderen zelf, kunnen de resultaten van het hier beschreven onderzoek ook implicaties hebben voor de jeugdzorgpraktijk zelf en het effectiviteitsonderzoek dat daarin plaatsvindt. Zoals hierboven al is aangegeven kan het verschil tussen de theorie en de uitvoer van een interventie gerelateerd zijn aan verschillen in waarden tussen interventie en uitvoerder.” (pag. 229)

U begrijpt dat deze citaten ons uit het hart zijn gegrepen. Voor de volgende punten vragen wij speciaal uw aandacht:

1)De opstellers van de Haarlemse nota ‘Samen voor jeugd’ zijn uitgegaan van jeugdhulp/jeugdzorg zoals deze in theorie is.
Het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg gaat uit van jeugdhulp/-zorg zoals het in de praktijk vaak gaat.
De nota beschrijft een ideale situatie waar GIRFEC/ EJAVIK heen probeert te gaan. Wie zou daar tegen kunnen zijn?

“• de kracht van ouders, jongeren en hun sociale omgeving als basis

  • ondersteunen in plaats van overnemen
  • hulp in de directe leefomgeving
  • minder schakels en minder gezichten”
  • “Samen met ouders, kinderen en professionals werkt de gemeente Haarlem aan ‘Rookvrij opgroeien in Haarlem-Oost’, rookvrije huishoudens en een rook- vrije omgeving voor kinderen. Het uiteindelijke doel is dat kinderen rookvrij opgroeien in heel Haarlem. Alle kinderen in een rookvrij huis.”

Dit voorbeeld heeft enorme implicaties!! Zijn die doordacht?

2) De nota expliciteert niet de normen waaraan getoetst wordt wat ‘right’ is. Dat suggereert dat iedereen het daarover eens is. Maar we weten dat gezinnen heel verschillend aankijken tegen wat ‘right’ is. Of vindt Haarlem de meningen van die gezinnen niet zo belangrijk? Om bij het roken te blijven: moet een overheid daar knopen doorhakken? Wanneer gaat drang over in dwang?

3) Ouders en kinderen hebben een wettelijk recht op privacy en bescherming van hun gegevens. De nota gaat daaraan voorbij.

4) Waarop baseren instanties het vermeende recht om zonder signalen van concrete problemen zich te bemoeien met gezinnen? Veilig Thuis beperkt zich tot aangemelde ‘zorgen’, bemoeit zich niet met alle kinderen: vinden de opstellers van de nota dat dit wel zou moeten? Heel veel drang/ dwang voor voorlopig maar Schalkwijk en Haarlem-Oost?

5) De Britse Supreme Court in een uitspraak gedateerd 28-07-2016 heeft veel aanknopingspunten gegeven waarom GIRFEC niet ingevoerd moet worden. “Individual differences are the product of the interplay between the individual person and his upbringing and environment. Different upbringings produce different people. The first thing that a totalitarian regime tries to do is to get at the children, to distance them from the subversive, varied influences of their families, and indoctrinate them in their rulers’ view of the world. Within limits, families must be left to bring up their children in their own way. As Justice McReynolds, delivering the Opinion of the Supreme Court of the United States famously put it in Pierce v Society of Sisters 268 US 510 (1925), 534-535: “The fundamental theory of liberty upon which all governments in this Union repose excludes any general power of the state to standardize its children by forcing them to accept instruction from public teachers only. The child is not the mere creature of the state; those who nurture

him and direct his destiny have the right, coupled with the high duty, to recognize and prepare him for additional obligations.”

Voert GIRFEC naar a totalitarian regime?

Hopelijk hoeft het niet zo ver te komen dat Nederlandse ouders het Schotse voorbeeld volgen om de invoering van GIRFEC te voorkomen / ongedaan te maken.

Met vriendelijke groet,

Truus Barendse,

Namens het SamenWerkingsVerband van Ouders met Jeugdzorg:

  • Belangenvereniging IKZ,
    t.a.v. mevr Vera Hooglugt (voorz.), Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.; website: http://bvikz.nl 
  • Coöperatie Ouderkracht voor ’t Kind,
    mevr D. v Doremalen, Weerdsingel OZ 31, 3514 AB Utrecht; website: http://www.ouderkrachtvoortkind.nl/ 
  • ME/CVS Vereniging, mevr A. Noorlander, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.;
    website: https://www.me-cvsvereniging.nl/ 
  • Stichting Écht scheiden zonder schade, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.; website: www.herkenouderverstoting.nl 
  • Stichting KOG, t.a.v. secretariaat KOG, Koninginneweg 90, 2012 GR Haarlem, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.;
    website: https://www.stichtingkog.info 
  • Stichting Passage, dhr Sipke Baarsma, Muzenplein 113, Den Haag, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
    website: http://www.stichtingpassage.eu 
  • Stichting Vader Kennis Centrum, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.; website: https://vaderkenniscentrum.nl/ 


 
Commissiebrief inzake verzoek om een reactie op GIRFEC "getting it right for every child" methode uit Schotland: 
 
page1image33976096

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

 

Bezoekadres:

Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11
F 0703407834 www.rijksoverheid.nl

Ons kenmerk

1631314-200472-J

Bijlage(n)

-

Uw kenmerk

2019Z26077

Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.

 

 

 

 

Datum 27 januari 2020
Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake Verzoek om een reactie op GIRFEC (Getting it right for every child) methode uit Schotland



Geachte voorzitter,

Op 18 december 2019 heb ik het verzoek van de vaste Tweede Kamercommissie VWS ontvangen om het kabinetsstandpunt omtrent de GIRFEC (Getting it right voor every child)-methode toe te lichten en aan te geven of er plannen zijn om deze methode in Nederland te verspreiden.

Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) volgt vanuit zijn rol als onafhankelijk kennisinstituut internationale ontwikkelingen en faciliteert de kennisuitwisseling met andere landen. Zo is tijdens een werkbezoek van jeugdhulp- en onderwijsorganisaties aan Schotland de aanpak van GIRFEC bekeken. Het NJi heeft aangegeven dat GIRFEC als een internationaal voorbeeld geldt van overheidsbeleid waarin de waarden van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind worden vertaald naar de praktijk. Elk land doet dat op zijn eigen manier. Op verzoek van de betrokken Nederlandse organisaties was het NJi betrokken bij de Nederlandse vertaling van een van de elementen van GIRFEC, de zogeheten kansencirkel. Een aantal gemeenten en praktijkorganisaties zijn hiermee aan de slag zijn gegaan.

Over enkele elementen uit GIRFEC loopt er een discussie. Ouders, ouderorganisaties en deskundigen hebben zorgen geuit over de veronderstelde sterke bemoeienis van de overheid bij de opvoeding van kinderen, ook als ouders daar niet om vragen. Het gaat dan onder meer om de rol van de zogenaamde ‘named person’ die een belangrijke rol vervult bij de inzet van ondersteuning en die over de nodige (privacygevoelige) informatie zou kunnen gaan beschikken. Dit element in de Schotse wetgeving is na veel discussie en juridische procedures inmiddels komen te vervallen. Voor zover bekend bij het NJi wordt het element van de ‘named person’ in Nederland nergens in de praktijk toegepast.

Een ander punt van zorg is het oneigenlijke gebruik van de kansencirkel uit de methode. Deze cirkel is bedoeld als ondersteunend instrument om het gesprek tussen ouders en professionals over de ontwikkeling van een kind te faciliteren vanuit een positieve, waarden gedreven benadering. De zorg is dat de kansencirkel in de Nederlandse context wordt gebruikt als een risicotaxatie- instrument om veiligheids- en ontwikkelproblemen te signaleren. Dit is

 

Pagina 1 van 2

 

 

 

nadrukkelijk niet de bedoeling. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat het daadwerkelijk zo wordt gebruikt. Desalniettemin zal het NJi bij de Nederlandse vertaling van de kansencirkel toevoegen dat de kansencirkel niet bedoeld is als risicotaxatie-instrument.

Ik volg de ontwikkelingen over de GIRFEC-methode met belangstelling. Echter, ik ben niet voornemens om GIRFEC of specifieke elementen eruit in Nederland te verspreiden. Ik zie in het decentrale jeugdstelsel hier geen rol voor de Rijksoverheid weggelegd. Opvoeding is primair de verantwoordelijkheid van ouders. Ons jeugdstelsel is erop gericht waar nodig passende ondersteuning te bieden, georganiseerd door gemeenten.

Hoogachtend,

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

Hugo de Jonge 

 
Pagina 2 van 2

 


 
Van: "Tj.Strubbe{et}gmail.com" <Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.>
Onderwerp: Inbreng NJi bij Minister van VWS afschuivend, niet ten gùnste van gezinnen:
Datum: 29 januari 2020 om 12:31:28 CET
Aan: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Antwoord aan: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Onderaan staat de brief van Hugo de Jonge, afschuivend, niet het belang van gezinnen willend inzien.

De Commissiebrief blijkt gepolariseerd en sturend te zijn:


-------- Doorgestuurd bericht -------- aan NJi ---------

Gegroet,

Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE

Er is een Commissiebrief van de minister Hugo de Jonge van VWS d.d. 27-1-2020, aangaande de GIRFEC, waarin het NJi wordt genoemd als onderzoeker….  (Kenmerk MinVWS = 1631314-200472-J).*

“Over enkele elementen uit GIRFEC loopt er een discussie. Ouders, ouderorganisaties en deskundigen hebben zorgen geuit over de veronderstelde sterke bemoeienis van de overheid bij de opvoeding van kinderen, ook als ouders daar niet om vragen.” (NJi; minister).

Het sturend suggestieve “…over de veronderstelde sterke bemoeienis …”.

Waar de onafhankelijke wetenschap en gespecialiseerde advocaten reeds bewezen hebben  dat bij een toenemende ruim 12% kinderen, die reeds binnengehaald zijn in de ‘jeugdbescherming’ en schade blijkt, die ‘te sterke overheidsbemoeienis’ – als schadelijk – bestaat; dan is het geen veronderstelling meer!

De “Named Person” is in Nederland de jeugdzorgketen.  Op het “Feestje van de inspectie jeugdzorg” (http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2013/09/het-feestje-van-de-jeugdzorg-inspectie.html) ìs met aanwezigheid van kinderrechter mw.mr. J. Calkoen-Nauta, de staatssecretarissen F. Teeven en M. van Rijn, en jeugdzorgbestuurder J.D. Sprokkereef, afgesproken om na overleg met binnen de jeugdzorg de privayregels te overtreden.

“Een ander punt van zorg is het oneigenlijke gebruik van de kansencirkel uit de methode. Deze cirkel is bedoeld als ondersteunend instrument om het gesprek tussen ouders en professionals over de ontwikkeling van een kind te faciliteren vanuit een positieve, waarden gedreven benadering. De zorg is dat de kansencirkel in de Nederlandse context wordt gebruikt als een risicotaxatieinstrument om veiligheids- en ontwikkelproblemen te signaleren. …” (NJi; minister).

Waar reeds blijkt dat er veel chantage en bedreiging gebruikt wordt door de jeugdzorgketen, en er een eind aan elk gesprek komt, dit door ouders achteraf niet als “open, ondersteunend, of positief” zal worden beleefd. Onduidelijk is immers wie de knoop doorhakt of na gebruik van dat “ondersteunend instrument” er een voortzetting komt van een AMHK-melding.

De Kansencirkel met -ster is leuk bij het open gesprek (maar hoe ‘open’ is dat wanneer er niet voorgelicht wordt dat jeugdzorg kan dwingen?) doch de negatieve punten worden verder gebruikt in de jeugdzorg, en deze is ondanks de AVG niet bereid om foute verslagen in dossiers te corrigeren en derden van deze correcties of verwijderingen op de hoogte te houden. De AVG overtreden geeft aan waar de jeugdzorg staat, na het feestje van de inspectie.

Nergens blijkt dat het doorzetten tot een beslissing of melding “niet de bedoeling is”, nu de ‘jeugdzorg’ zo bovenmatig zich heeft laten kennen.  “Er [zouden] geen concrete aanwijzingen zijn dat het daadwerkelijk zo wordt gebruikt” als risicotaxatie.

Met alle commotie rond het LOC-onderzoek voor een Actieplan Verbeterd Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen, in onderbouwde analyses,  en meer tot codificatie aanzettende  alternatieve actieplannen, met het aantonen dat de inbreng van ouder-deskundigen niet genotuleerd en ingebracht zijn, met het negeren van arresten (EHRM) die volgens de Kronieken  (NJB) van prof. Caroline Forder de grenzen van de zeer vrije rechtsvinding  zouden moeten aangeven,  is het maar de vraag of en geen “concrete en daadwerkelijke aanwijzingen” zouden zijn, indachtig de onverbeterlijke mentaliteit in deze jeugdbeschermingsketen.

Waar we ook de onafhankelijke  wetenschap  hèbben verstrekt en waar zelfs na een jaar de beschermingsketen deze wetenschap over schade niet mééwéégt bij aanvragen tot een machtiging dwangzorg, wat nog niet eens is meegenomen bij dat actieplan van de keten zelf, en er zoveel geklaagd wordt, niet alleen door ouders doch ook door advocaten en gezondheidszorgbehandelaars, is het stellen dat er ‘geen concrete aanwijzingen’ zouden zijn. Het komt als zeer polariserend en bagatelliserend over, ondanks de waarschuwing over ernstige schade, dat volgens het recente arrest (‘Strand-Lobben-and-others-versus-Norway’) d.d. 10-09-2019 (ECRH 306-2019) van het EHRM mag worden gezien als “institutionele kindermishandeling”.

Noorwegen, maar hetzelfde in Nederland, lichtte ouders niet voor, gaf geen behandeling en geen steun (in NL: BW1:262), en liet het onbehandelde kind juridisch overgaan in valse adoptie. Het ontnemen van gezag in Nederland (BW1:265b) is zelfs erger:  gemiddeld ervaren pléégkinderen meer dan vier schadelijk-bevonden overplaatsingen.  

Het ‘terugplaatsbeleid’ in Nederland is een aanfluiting waar zelfs – legaal – met Rv810a aangevraagde deskundige onderzoeken met begeleiding door specialisten of terugplaatsing kan, in groot verzet door de jeugdbeschermingsketen worden verworpen en aangevochten.  Een echte deskundige wil goed onderzoek en niet tegenwerken. De jeugdbeschermingsketen toont zich zo te vaak tekenend, degoutant.

De minister schuift verantwoordelijkheid af op de gemeenten die door hun ondeskundigheid en mogelijk uit de jeugdzorg afkomstige beleidsadviseurs in grote problemen zijn geraakt, en waar de echte zorg voor jeugd op veel fronten ernstig in de knel is komen te zitten. Hiermee toont de minister zich wegkijkend. Dat gebeurt al decennia.

De decentralisatie maakt het voorlichten naar zovele gemeenten een welhaast onmogelijk werk zodat de ‘jeugdzorg’ moeilijker te verbeteren is; is dat het doel? Nu moeten ouders – via bijv. Facebook – gaan voorlichten met constructieve informatie en plannen, maar is dat aan ouders, en niet aan deskundigen?  Dit druist in tenen het doel van het bestaan van een overheid.

De NJi heeft mogelijk te onduidelijk geadviseerd en zou vanuit hun status als enigszins wetenschappelijk ook meer de belangen van gezinnen mogen vertegenwoordigen.  Maar nu is het dus aan ouders of ze gaan schrijven! {Willen gemeenten wel iets van ouders aannemen als feitelijkheden?}...

 

Lijst van gemeenten met aanklikbaar de adressen: https://almanak.overheid.nl/Gemeenten/ .

NJi: https://www.nji.nl/nl/Over-het-Nederlands-Jeugdinstituut/Contact .

Tweede Kamer: https://www.tweedekamer.nl/contact_en_bezoek/adres_en_route  etc..