Overzicht Vraag & Antwoord:

  1. Zoals het scheidingsloket. Wie gaat in de gaten houden of dat van de grond komt en hoe het werkt?
    1. Het kabinet, de twee ministers, maken daarover afspraken met de VNG. Dat is onze bestuurlijke partner in ditzelfde programma. Bij alles wat in het decentrale, lokale domein zit, benadruk ik ook altijd de rol van gemeenteraden. Als wij geloven in de kracht van de lokale democratie, waarbij je sommige verantwoordelijkheden veel meer kunt neerleggen op dat niveau, dan moeten wij als nationale wetgever en als parlement niet nog eens dunnetjes overdoen wat de politici daar moeten doen. Ook daar is er een verantwoordelijkheid om toe te zien op de toeleiding, het scheidingsloket, goede Centra voor Jeugd en Gezin, goede voorlichting, goede consultatiebureaus, goede jeugdhulpverlening en jeugdzorg. Het wordt van twee kanten aangevlogen en ik wil gemeenteraden niet voor de voeten lopen.

  2. Het klinkt goed dat in de richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming meer recht moet worden gedaan aan het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap, maar wat moet dat volgens de minister concreet gaan veranderen?
    1. Geen antwoord

  3. Over de pilot regierechter ben ik al langer enthousiast. Maar kan de minister mijn zorg wegnemen dat er onvoldoende geld is bij de rechtspraak om ervoor te zorgen dat rechters echt de tijd kunnen nemen voor een zaak, nog voor deze geëscaleerd is, om het juiste advies en/of een doorverwijzing te kunnen geven?
    1. De heer Van Nispen vroeg ook naar de regierechter. We gaan dan langzaam de brug over van zorg naar justitie. Daar is veel enthousiasme voor. We hebben zeer recentelijk de experimentenregelingen aangekondigd. Voor de rechterlijke macht ontstaat daarvoor meer ruimte. Mocht de rechtspraak daarbij tegen hobbels aanlopen of zeggen dat het niet uitkomt, dan is er natuurlijk altijd een goed gesprek denkbaar. Als uit de experimenten blijkt dat het loont om bij wijze van spreken wat meer tijd te besteden aan de voorkant, zodat je daarna niet drie of vier andere rechtszaken krijgt, dan is dat niet alleen beter voor ex-geliefden, voor ouders en kind, maar ook gewoon voor ons allemaal. Als je zaken in het begin niet goed afdoet en dat leidt tot verdere juridisering, dan leidt dat ook tot verdere kosten. Als we bepaalde bekostigingsmodellen daarvoor wat moeten veranderen, dan ga ik dat gesprek graag aan.

  4. Een heel groot en ernstig probleem is nog steeds oudervervreemding en ouderverstoting. Ziet de minister dat ook als een groot probleem? Wat stelt hij daartegenover?
    1. Geen antwoord.

  5. Daarom mijn vraag aan de minister: waarom wordt de ouder die de rechterlijke uitspraak niet naleeft, niet benaderd, bijvoorbeeld per brief door de politie, met een oproep om op het bureau te verschijnen? Dus niet met loeiende sirene, maar gewoon netjes per brief, zodat het kind er geen last van heeft. Graag een reactie hierop.
    1. De richtlijn van het Openbaar Ministerie die eind maart is ingegaan, regelt expliciet dat het frustreren van omgangsregelingen strafrechtelijk kan worden vervolgd. Daarbij geldt natuurlijk altijd dat het Openbaar Ministerie een bepaalde vrijheid heeft om daar zijn eigen afwegingen in te maken en dat maatwerk nodig blijft. Ik denk dat we in de praktijk goed moeten kijken hoe die regeling uitpakt. Het moet geen wassen neus zijn; het moet dus echt wel tot iets leiden.

      Alleen, met deze richtlijn is het in ieder geval voor het OM nader geconcretiseerd. Dat biedt ook een leidraad voor officieren van justitie. Hoe ga je met dit soort gevallen concreet, in de praktijk om? Omdat dit in een strafrechtelijk kader zit, is wel altijd vereist dat een van beide partijen aangifte doet. Het is natuurlijk een heel heftige maatregel, een heel heftige stap om te nemen.

      Dat dat middel van het strafrecht er uiteindelijk wel is, om als dat nodig is de sterke arm van de Staat aan te wenden om dingen af te kunnen dwingen, vind ik goed, maar dan moet je wel dat pad opgaan. Ik ben daarom voorzichtig en zeg: kijk uit dat we mensen niet aanmoedigen om bij de minste of geringste klachten onmiddellijk naar de politie te stappen. Probeer dat eerst op een andere manier te doen. Maar als je echt het gevoel hebt dat het wordt gesaboteerd en je er niet doorheen komt, dan is dit de weg die bewandeld kan worden. Dat vereist wel die stap.

  6. Ook mediation, waarmee ruzies voorkomen kunnen worden, is financieel nog steeds niet aantrekkelijk genoeg. Als we ons zorgen maken over de kinderen in vechtscheidingssituaties, dan moeten we onder ogen zien dat die veel te hoge kosten niet bepaald een factor zijn die ruzies oplost. Integendeel! Graag een uitgebreide reactie van de minister, ook op dit punt.
    1. Geen antwoord.

  7. Eén. Weg met het automatisme of in ieder geval de neiging om het kind aan één ouder toe te kennen, die in het rapport van de heer Rouvoet wordt geconstateerd. Wil de minister de hulpverleners die deze neiging vormgeven, dus streng aanspreken? En wil hij voor zover mogelijk ook in gesprek gaan met de rechterlijke macht, waar dit automatisme kennelijk nog veel te veel bestaat?
    1. Ik kan heel moeilijk op casusniveau beoordelen hoe het precies uitwerkt. Heel veel van dit soort zaken hebben verschillende kanten van het verhaal. Als het gaat om individuele zaken moeten we vertrouwen op de professionals en de rechters die dat werk moeten doen.
    2. Wat wel kan, is de kennis en expertise over wat er speelt rond dit soort situaties vergroten. Wat kunnen rechters en wat kan er vanuit de raad gedaan worden aan meer kennis en expertise op het gebied van waarheidsvinding? Hoe zorg je ervoor dat je het echte verhaal goed boven krijgt? Op dit moment voeren we gesprekken met het NJi, dat richtlijnen maakt voor wat er op dit vlak kan verbeteren. Het instituut is bezig met opleidingen om het belang dat kinderen allebei hun ouders kunnen blijven zien bij professionals scherp op het netvlies te krijgen. Het gaat dan om opleiding en scholing op het punt van het recht van het kind op omgang met beide ouders.

  8. Twee. De VVD vindt dat het voortdurend frustreren van de omgangsregeling direct strafbaar moet worden gesteld, zoals dat in België ook het geval is. In de brief van de minister van 9 mei lees ik dat het bewust dwarsbomen aanleiding kan zijn tot vervolging. Kan dat niet wat strenger? Als je bewust dwarsboomt, is dat dan niet alleen een mogelijke aanleiding tot vervolging, maar gewoon een grond voor vervolging?
    1. Geen antwoord.

  9. Drie. Kan de perverse prikkel van alimentatieverhoging bij niet-nakoming worden weggenomen?
    1. Geen antwoord.

  10. Vier. Het beginsel moet zijn dat de voogdij over het kind toekomt aan en gedeeld wordt door beide ouders. Kan het uitgangspunt bij de omgangsregeling dan niet zijn dat het kind in principe de helft van de tijd bij iedere ouder is en dat aan de hand van het geval een andere verdeling wordt afgesproken, dus dat je een uitgangspunt hebt?
    1. De heer Koopmans deed nog de suggestie van een soort default optie bij de ouderschapsregeling, met als uitgangspunt een 50/50-verdeling in het geval van co-ouderschap. Ik acht dat zelf niet onmiddellijk opportuun. Waar we met z’n allen van uit willen gaan is het principe van co-ouderschap, maar dat kan ook heel goed in een andere verdeling. Ik heb het liefst maatwerk. Daarmee bedoel ik dat ik er zelf geen bezwaar tegen heb als je een afspraak maakt voor 70/30, voor 60/40, voor het weekend, voor doordeweeks of “week op, week af”. 50/50 als uitgangspunt vereenvoudigt en bespoedigt het maken van goede afspraken niet altijd, ook omdat een 50/50-afspraak soms niet helemaal meer overeenkomt met de werkelijkheid die inmiddels is gegroeid. Soms wonen ouders al niet meer bij elkaar, ook al zijn ze formeel niet gescheiden. Dus ik zie het punt, en we hechten ook zeer aan co-ouderschap, maar ik heb zeer grote twijfels of half-half als formeel uitgangspunt benoemen constructief bijdraagt aan de discussie.

  11. Ik sluit me aan bij de vraag waarom als het misgaat eigenlijk altijd één ouder het voordeel van de twijfel krijgt. Waarom zou het uitgangspunt niet co-ouderschap moeten zijn en zou op basis daarvan de rechtspraak vormgegeven moeten worden? Als het uitgangspunt co-ouderschap is, betekent dat ook dat er een andere wisselwerking is in de afspraken die twee ouders met elkaar moeten maken in plaats van dat, zoals nu, altijd één van de partijen eigenlijk altijd de overhand krijgt boven de ander. Zelf geeft de minister in zijn brief al aan dat er een aantal strafrechtelijke stappen ondernomen kunnen worden op het moment dat een van de partijen zich niet aan de afspraken houdt, maar kunnen we daar nog meer in verwachten of is het meer het materialiseren van hetgeen nu al kan?
    1. Zie eerder antwoord op co-ouderschap
    2. Geen antwoord.

  12. Dan over de omgangsregelingen, iets waar ik samen met de heer Van Nispen al langer tijd en aandacht aan besteed. Wij hebben gevraagd om een onderzoek. Dat zou er in augustus 2018 komen. Ik hoop dat het er komt en dat het rapport ook wordt vertaald in een visie van het kabinet over wat we daarmee gaan doen. We hebben het gehad over ouderverstoting. Dat is vreselijk. Ik denk dat er ook behoefte is om te zoeken naar effectieve interventies om dat tij te kunnen keren, want mensen raken daardoor enorm beschadigd. De term “ouderverstoting” is al gesignaleerd. Ik denk dat het goed is om te kijken wat we daaraan kunnen doen en ook te leren van ervaringen uit het buitenland.
    1. Zie antwoord strafrecht
    2. Geen antwoord

  13. Ik steun ook de voorstellen betreffende Platform Scheiden zonder Schade. Ik wil alleen nog iets weten over de pilot in Zwolle waarbij ouders verplicht worden om met hun kinderen in gesprek te gaan over het ouderschapsplan. Ik vind dit een briljante zet en ben heel benieuwd hoe het loopt. Kan de minister als dat rapport klaar is, ons berichten wat de meerwaarde ervan is?
    Als de pilot in Zwolle klaar is, kunnen we daar dan een berichtje over krijgen?
    1. Dat krijgt u niet van mij, maar van de minister, die ik ja hoor zeggen.

  14. het belang van het kind en dat we gelukkig met elkaar, breed, vinden dat het belang van het kind voorop moet staan. Maar ik heb ook wel een beetje het gevoel dat dit hetzelfde is als zeggen dat alles wat we doen in het landsbelang moet zijn. Daar zijn we het ook over eens, maar zodra het vertaald moet worden naar wat het concreet betekent, kun je elkaar soms snel kwijtraken. Daarom vind ik het van belang om nog eens van de minister te horen hoe hij dit verder invult.
    1. Geen antwoord

  15. In de brieven en rapportages over echtscheiding zien we een ferme stellingname terug, waarvoor waardering. Scheiden mag het kind niet schaden. Alle waardering ook voor de inspanning die erop gericht is om een scheiding zo goed mogelijk te laten verlopen, maar zou je in sommige situaties niet ook moeten zeggen dat het uitgangspunt is dat, in het belang van de kinderen, scheiding onwenselijk is, bijvoorbeeld bij heel jonge kinderen en dat je veel meer, als je dat zou vinden, zou moeten inzetten, ook preventief, op versterking van de relatie tussen de ouders, die een belangrijke verantwoordelijkheid hebben genomen voor hun kinderen? Wat doen we met het gegeven dat we weten dat, hoe netjes je het ook regelt, het hechtingsproces van jonge kinderen, dat zo essentieel is voor hun ontwikkeling, ernstig gevaar kan lopen? Vraagt dat eigenlijk niet om nog één stap terug te doen en om kritisch te reflecteren op die verantwoordelijkheid, ook van ouders van bijzonder jonge kinderen?
    1. Geen antwoord

  16. Te vaak hoor ik dat de jeugdbescherming te snel, te wild, te ongestructureerd en te onnodig kinderen wegrukt bij hun eigen ouders. Ik hoor graag een reactie van de minister op dit punt.
    1. Geen antwoord.

  17. Mijn vraag aan de minister is: gaat dit programma van Centering Parenting ook een plek krijgen in de actielijn?
  18. De minister schrijft dat dit in feite al is uitgevoerd. Het nieuwe strafvorderingsbeleid van het OM houdt in dat het bewust dwarsbomen van de omgangsregeling aanleiding kan zijn voor vervolging. Kan de minister aangeven wat dit heel concreet in de praktijk gaat veranderen? Moet de ene ouder dan aangifte doen of niet? Wijzigt daarmee ook echt het beleid van het OM? Wat is er sinds 15 maart nu eigenlijk precies veranderd voor deze groep ouders die hun kind willen zien en daar ook recht op hebben, maar toch hun kind niet zien?
    1. Zie eerder antwoord
    2.  

  19. De ChristenUnie is blij dat er gewerkt gaat worden aan de vernieuwing van de rechtspraak. Het doel van vernieuwing is om conflicten te de-escaleren en zo veel mogelijk te ontdoen van elementen van tegenspraak. Mooi dat hiervoor de ruimte wordt gezocht en dat zelfs het procesmonopolie van de advocaat in de experimenten terzijde wordt geschoven. Ik weet dat dit gevoelig ligt, maar het lijkt ons een goede zaak en het kan op onze steun rekenen.
    Wordt de vernieuwing van de rechtspraak in de arrondissementen in samenhang gedaan met het ontwikkelen van het scheidingsloket? Het een is immers een aanvulling op het ander, zo schrijft de minister terecht.
    1. Antwoord: ja

  20. Ik vraag dus eigenlijk om een bevestiging: klopt het dat het ook de bedoeling is om ook VWS en alle programma’s daarbij te houden en dus ook om samenhangend aan de Kamer te berichten over de voortgang en daarover verantwoording af te leggen?
    1. Het antwoord daarop is ronduit ja.

  21. dat ik ermee worstel wat nou precies de rol van de overheid is en wat je over moet laten aan mensen zelf. Ik ben heel benieuwd hoe hij daartegen aankijkt, want het is wel heel erg rijp en groen.
    1. Er zitten onderdelen in die liggen op het terrein van de gemeenten. Er zitten onderdelen in die liggen op het terrein van VWS. Er zitten onderdelen in die liggen op het terrein van Justitie. Ik heb mijn pakkie-an: aanpassing van wet- en regelgeving om straks misschien een iets andere procesgang en rechtsgang mogelijk te maken als ouders willen scheiden.

      Er ligt een evidente rol voor de overheid daar waar het gaat over wet- en regelgeving. Daarover is denk ik geen discussie. Maar dan gaan we een stap verder, bijvoorbeeld naar het leveren van zorg. Dat zit ‘m voor een deel ook in het gemeentelijk domein.

      Er zijn taken die evident bij de overheid zijn neergelegd omdat niemand anders in dit land wetten en regels maakt. Er is zorg die als basisvoorziening door gemeenten en VWS wordt geboden. En op een gegeven moment kun je van mensen vragen om het stokje over te nemen.

      Daar past bijvoorbeeld ook iets bij als Centering Parenting, waar mevrouw Van der Graaf naar vroeg. Dat gaat om de vroege fase van kinderen krijgen. Mijn collega De Jonge komt met het programma Kansrijke Start, dat daarop ingaat, ook in relatie tot de consultatiebureaus en de Centra voor Jeugd en Gezin. Daarin zal dit worden meegenomen.

  22. Hij wees erop dat heel veel ligt in het gemeentelijk domein. Hoe zien we erop toe dat het daar dan ook gebeurt?
    1. Zie eerder antwoord.

  23. Het moet gaan om waarheidsvinding, meer dan een standaardneiging. In het rapport van de heer Rouvoet en in vele andere wetenschappelijke onderzoeken lezen we dat er kennelijk een neiging is geweest om maar richting één ouder te duwen. Van die neiging moeten we af. Waarheidsvinding draagt daartoe bij. Maar bij die kanttekening plaats ik de volgende kanttekening dat het horen van het kind natuurlijk van groot belang is maar ook heel gevoelig ligt. Dat wordt ook weer erkend. Ik denk dat we nooit in een situatie terecht moeten komen dat een kind gevraagd wordt te kiezen voor de ene ouder of de andere ouder. Ik dank de minister bij voorbaat voor het zeer zorgvuldig hanteren van dat principe van het belang van het kind. We moeten erover nadenken hoe we de kinderen daarin een plaats kunnen geven, zonder ze te vragen wat je aan een kind zeker nooit kunt vragen, namelijk om te kiezen voor de ene of de andere ouder.
    1. De heer Koopmans heeft een punt waar het gaat om waarheidsvinding en het nadenken over de belangen van kinderen. Het is ook voor kinderen van belang om zo goed en zo vaak mogelijk toch beide ouders te blijven zien. Dat is iets wat bij de professionals, rechters maar ook breder, nog wel wat scherper op het netvlies kan staan. Daar zijn we ook met het NJi mee bezig.

  24. De heer Koopmans vroeg ook naar eventuele problemen bij de openbaarheid van uitspraken in het familierecht.
    1. Dat klopt. Bij de invoering van KEI zijn ook de mogelijkheden voor het doen van mondelinge uitspraken aangepast. Dat leidt in de praktijk tot problemen als niet alle betrokkenen aanwezig zijn. Inmiddels is dat probleem gesignaleerd en kijken we of we dat met een reparatiewet kunnen rechtzetten. Voor the time being heeft de Hoge Raad overigens een uitspraak gedaan die dat voorlopig oplost.

  25. Mijn eerste vraag gaat over de alimentatievaststelling en -toekenning. Zijn er praktijksignalen dat het daarmee misgaat?
    1. Geen antwoord