Beste ouders, gewoon om een inkijkje te geven van hoe hetgeen achter de schermen zich ontvouwt naar aanleiding van het symposium Rechtszorg voor ouders die scheiden, kwestie van willen en doen d.d. 25 februari 2019.

Lees de onwil, het weg bewegen, geen verantwoordelijkheid willen nemen, het handig denken te kunnen zijn.

Aan al deze mails hebben deelgenomen:

  • Marion Beckers (rechter Hof Amsterdam en voorzitter visie groep echtscheiding)
  • Corine de Ruiter (hoogleraar en degen die de MASIC naar Nederland heeft gehaald)
  • Prof Maurits Barendrecht (ditr Hill, de enige die met een gevoel van urgentie de rechtspraak wil hervormen)
  • Sil van Beekum (Raad van Kinderbescherming)
  • Marieke van Woerkom (namens Herken Ouderverstoting)

Vervolgens ontvouwt zich een discussie  nav ingewonnen advies tussen:

  • Prof Louis Tavecchio,
  • Rechter Cees van Leuven
  • Marieke van Woerkom
  • Ad Oud

E-mail 8 maart 2019

Beste Annemarie,

Uit onderstaand bericht maak ik op dat niet alles wat ik afgelopen woensdag heb gezegd goed is overgekomen. Daarom hierbij een en ander uitgeschreven.

Uitgerold wordt op dit moment het uniform hulpaanbod (uha); ik denk dat je dat bedoelt met “pilots”. In het uha zijn nog niet direct interventies voor de zwaarste gevallen, waartoe het zogeheten pathogeen ouderschap hoort, opgenomen. Jullie hebben aan Wendy van Vliet voorafgaand aan het gesprek een groot aantal vragen gesteld. Die zijn nauwelijks aan bod gekomen tijdens ons gesprek, daarom doe ik je de antwoorden op die vragen hierbij toekomen.

  1. Het uniforme hulpaanbod bestaat uit minimaal 2 trajecten/interventies die contra productief zijn bij hoog conflictscheidingen. Hoe gaat UHA daar mee om?
    Het UHA bestaat uit een aantal trajecten die kunnen worden aangeboden aan ouders en kinderen en die verschillend zijn in zwaarte. Het is belangrijk dat het juiste traject, zo licht mogelijk, wordt aangeboden op het juiste moment: maatwerk. Onderdeel van dit maatwerk is dat je als rechter niet meer verwijst als het conflict tussen de ouders zo ver geëscaleerd is dat een bepaald traject daarvoor te lichtis of is geworden.
  2. Worden dus alle ouders op 1 hoop gegooid?
    Nee, zie het antwoord onder 1. Er wordt heel precies gekeken wat deze ouders en kinderen in hun specifieke situatie nodig hebben. Er kan een beperking voortkomen uit het beperkte hulpaanbod in het kader van het UHA; dat daar geen traject bij zit wat voor déze ouders nu goed zou zijn. In dat geval kan de rechter er voor kiezen om aan te houden, en ouders zelf de mogelijkheid te geven een ander traject te zoeken buiten het UHA om. Of de rechter kan er voor kiezen op in de bestaande situatie gewoon te beslissen. 
    Het UHA, en het daarbij behorende werkproces, is bedoeld om de hulpvraag van een grote groep af te dekken. En dat werkt in de praktijk ook, dat blijkt uit onderzoek door wetenschappers van de VU. Maar het is zeker niet het enige antwoord op alle problemen tussen scheidende ouders.
  3. Of is er eerst een selectie in de vorm van het afnemen van bijvoorbeeld de MASIC?
    Het afnemen van de MASIC gebeurt op dit moment niet. We zouden kunnen kijken of (onderdelen uit) deze methode ons als rechters zouden kunnen helpen bij het leveren van voornoemd maatwerk. Maar of dat precies dit middel moet zijn, en zo ja in welke vorm en wie dit moet doen, daar is nog lang niet alles over gezegd. Belangrijk is ook waar behoefte aan is en waar tijd en geld voor is.
  4. Is het UHA dus op de hoogte van het feit dat Kind uit de Knel en Ouderschap blijft niet geschikt zijn bij hoog conflictscheiding, wat overigens ook wordt toegeven door in ieder geval mevrouw Visser, daar zij zelf zegt dat dit niet gaat werken bij geweld?
    Ja, zie 1 en 2. Het UHA gaat er van uit dat de geboden trajecten waaruit limitatief gekozen kan worden in veel gevallen zullen matchen met wat gemiddelde ouders in scheiding nodig hebben, maar dat dat niet altijd zo zal zijn, zeker niet. Op dit moment voorziet het aanbod niet in hulp voor ouders met (structureel) ernstig onderling geweld, zeer ernstige psychiatrische problematiek, zeer ernstige verslaving, ernstig gebrek aan cognitieve vaardigheden, en tot slot ouders die verzeild zijn geraakt in de laatste escalatiegraad waarin het beschadigen van de ander eerste prioriteit is geworden, dus zeer ernstige escalatiegraad.
    Dat het UHA hierin niet voorziet betekent niet dat gedacht wordt dat deze ouders geen hulp nodig hebben, integendeel. Deze hulp zal echter zo specifiek (en vaak zo individueel) zijn dat niet vanuit de zittingszaal bij de rechter geregeld kan (en moet)  worden, maar vanuit de zorg.
  5. Is er überhaupt wel oog voor hoog conflictscheidingen en desgevolg ouderverstoting bij UHA
    Het UHA beoogt te voorkomen dat ouders in een hoog conflictscheiding terecht komen door hen tijdig juiste hulp aan te bieden. Als de escalatiegraad te hoog is,  werken trajecten niet meer, maar in de oorsprong is deze preventiegedachte de basis van het UHA.
  6. Wat kunnen dus radeloze ouders doen om gehoord en gericht geholpen te worden?
    Dat hangt af van in welke positie zij zich bevinden. Valt hun hulpvraag nog binnen het UHA, dan kunnen zij die ook bij de rechter waar een procedure loopt neerleggen. Ook ouders zelf  kunnen een inschatting maken van de zwaarte van een traject, en de ernst van hun probleem, en of dat matcht.
  7. Heeft het UHA ook hulp voor ouders en betrokken kinderen die te maken hebben met hoog conflictscheiding en 1 pathogene ouder?
    Nee niet specifiek, het UHA voorziet in hulp voor een hele grote groep ouders en kinderen. Voor meer specifieke hulp voor een relatief kleine groep met zeer ernstige problemen moet de hulp buiten het UHA om geregeld worden vanuit de zorg. Dat deze hulp niet geregeld is binnen het UHA betekent niet dat de problematiek van de mensen waar het om gaat bij ouderverstoting onderschat of gebagatelliseerd wordt.
    Het ontwikkelde systeem (UHA) is alleen niet het goede middel om daar wat aan te doen omdat het te grofmazig is.
  8. Waaruit bestaat die hulp?
    Zie 7.
  9. Zijn de dames en heren die die trajecten begeleiden goed geschoold mbt het herkennen van de signalen van ouderverstoting?
    Er zijn meerdere lokale initiatieven bij de hulpverlening bekend waar gekeken wordt of en hoe het risico van ouderverstoting eerder onderkend kan worden. Er is bewustwording gaande op dit gebied, net zoals dat aan de gang is op andere gebieden rondom de gevolgen van (echt) scheiding
  10. Welk mandaat/ hoe mogen deze begeleiders ingrijpen of mogen ze meteen bij de eerste frustratie van het traject handelen of de opdracht terug geven?
    Bij een verwijzing op basis van het UHA mogen de hulpverleners een opdracht teruggeven of een traject beëindigen als zij daar vanuit hun professie de noodzaak toe zien. Dit behoort tot hun eigen beroepsethiek. De rechter (of de Raad voor de Kinderbescherming als die onderzoek gaat doen) zal vervolgens over het algemeen met de ouders bespreken wat er is gebeurd en wat het vervolg gaat worden. De beslissingsbevoegdheid (en daarmee het gezag) ligt bij de rechter, niet bij de hulpverlener.
  11. Is het UHA op de hoogte van het feit dat ouders ‘gedwongen' worden op de evaluaties positief in te vullen, daar zij anders als strijdend worden aangemerkt en zelf hun gezag en laatste hoop op contact verliezen?
    Een dergelijke gang van zaken is onwenselijk vanuit het perspectief van de betrokken kinderen, waar transparantie op de eerste plaats zou moeten staan.  Het feit dat de eindrapportage / evaluatie van een traject onderdeel gaat uitmaken van het dossier kan invloed kan hebben op de procespositie die strijdende ouders kiezen, maar zij kunnen in het traject nergens toe gedwongen worden.

Verder heb ik woensdag gemeld dat wij verder gaan met het ontwikkelen van middelen die de rechters bij het behandelen en beslissen van een zaak kunnen ondersteunen. Jullie hebben in ons verzoek aan Marieke enige tijd geleden om meer wetenschappelijke informatie aanleiding gezien het symposium op 25 februari jl. te organiseren. Dat was goed gedaan en de wetenschappers die ik en mijn ook aanwezige collega’s hebben gehoord hadden veel te vertellen dat aanknopingspunten biedt voor die verdere ontwikkeling. De input is goed overgekomen. Prof. Childress heeft ook op het departement gesproken. De wetenschappelijke inzichten worden nader bekeken in het kader van Scheiden zonder Schade en langs die weg zal de rechtspraak daar ook mee aan de slag gaan.

Zelf heb ik contact gelegd met Corine de Ruiter. Dit is een eerst stapje om te onderzoeken of, en zo ja, wat de MASIC in onze zaken kan betekenen. Om die reden betrek ik ook maar meteen Sil van Beekum in de cc.

Het up to date houden van de collega’s zie ik als de verantwoordelijkheid van onze projectgroep. De contacten met ons opleidingsinstituut SSR worden niet alleen gelegd om beginnende jeugdrechters op vlieghoogte te krijgen. Ook willen wij  SSR betrekken bij het ontwikkelen van verdergaande methodologische kennis. Daarnaast worden ook de teamvoorzitters van alle familieteams van de rechtbanken op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Dit alles betekent niet dat wij 1 op 1 gaan doen wat jullie willen: per direct overal de MASIC toepassen, per direct het concept van de “1 pathogene ouder” omarmen etc. Gewoonweg omdat ook dat voor ons niet het antwoord is op alle vraagstukken waarmee de familierechter in de aan hem of haar voorgelegde zaken te maken krijg. En wij ons al lerend en ontwikkelend ervan moeten vergewissen welke methodes en inzichten werken en welke niet. Zoals we dat bij uha ook hebben gedaan: klein beginnen, wetenschappelijk onderzoeken, ontdekken dat het een verbetering brengt voor veel zaken en dan uitrollen. Lastige boodschap, maar die is niet anders.

Ik verwacht dus niet van jullie dat jullie mijn collega’s informeren over de inzichten van 25 februari jl. Dat zal  ik doen aan de hand van een verwijzing naar het materiaal dat op jullie site staat. Op die site kijk ik overigens met enige regelmaat. Op die site zie ik veel behartenswaardigs en relevants, daarnaast zaken waarmee ik het pertinent oneens ben en kwetsende en grievende opmerkingen over rechters en andere professionals. Je hebt woensdag gezegd dat jouw/jullie aanvallende stijl nodig is. Dat mag je vinden, maar weet ook dat het veel professionals afschrikt om kennis te nemen van de inzichten die jullie willen geven. Daarom ook raad ik jullie ten zeerste af om zelf rechters te benaderen en te informeren. Ook je mail van gisteren haalt weer hier en daar lelijk uit. Dat maakt dat het op gang krijgen van een echt vruchtbare dialoog tussen jullie groep en de instellingen die jullie tot veranderingen willen aansporen erg lastig is. Het zij zo.

Voor nu wens ik je een goed weekend en met vriendelijke groet,

Marion Beckers

(Familie rechter en voorzitter visiegroep echtscheidingen)


Email 8 maart 2019

Beste Corine de Ruiter en Sil Beekman (Raad van Kinderbescherming)

N.a.v. de onderstaande mail van Marion, lijkt het ons verstandig zo snel mogelijk een afspraak te maken om de landelijke implementatie van de MASIC te bespreken.

Kunnen jullie een voorstel geven voor een datum voor een afspraak?

Fijn weekend.

Met vriendelijke groet,

Marieke van Woerkom

Herken Ouderverstoting


E-mail 9 maart 2019

Beste Marieke,

Ik begrijp jullie oproep, maar op dit moment ben ik bezig met de voorbereiding van een grote onderzoeksaanvraag rondom conflictscheidingen (een groot project van ongeveer 7 jaar) , waarin we een aantal innovatieve aanpakken (waarover al bekend is dat ze in het buitenland werken, omdat er wetenschappelijke publicaties over zijn) in een bepaalde regio gaan invoeren en uitgebreid testen op effectiviteit. Daarvoor wordt een consortium gevormd waarin onder andere de rechtspraak, maar ook de Raad zal deelnemen. Op 6 april a.s. heb ik een afspraak met Mr. Marion Beckers daarover. Maar ik zal de hele maand april hiermee druk bezig zijn, want de deadline voor de aanvraag is al begin mei.

Een landelijke uitrol van de MASIC is wat mij betreft nog niet aan de orde. Daarvoor is het nog te vroeg. Bovendien is de MASIC alleen onvoldoende; er moeten juist ook effectieve preventieve interventies komen, en interventies voor gezinnen die al in een conflictscheiding verzeild zijn geraakt. Nu is eigenlijk alles in Nederland gericht op bemiddeling in een of andere vorm. Beide (preventie en interventie) zullen onderdeel worden van deze onderzoeksaanvraag, waaraan meerdere universiteiten, hogescholen, jeugdzorg, etc, etc. mee zullen doen.

Ik zal mij dus voornamelijk hierop richten (ben al een jaar met de voorbereiding bezig, maar nu is de eindsprint). Ik hoop op jullie begrip daarvoor, want dit is een belangrijk project dat echt voor een doorbraak in het familierecht en de jeudgzorg moet gaan zorgen. Het sluit aan bij het idee van Maurits Barendrecht over ‘therapeutic jurispruducence’, waarbij de familierechter bewezen effectieve interventies oplegt.

Hartelijke groeten,

Corine de Ruiter


 Reply email 9 maart 2019

Beste Corine,

Wij begrijpen jouw plicht als wetenschapper om het onderzoek gaande te houden, waarbij het schrijven van subsidieaanvragen veel tijd in beslag neemt. Dit is inderdaad enorm belangrijk.

Echter, op 25 februari is heel duidelijk geworden dat we momenteel een handelingsonbekwaam systeem hebben m.b.t. de complexe scheiding. Er zijn de afgelopen decennia al enorm veel slachtoffers gevallen en het is maatschappelijk onverantwoord om nu nog langer door te gaan met interventies binnen het gezinsleven die wetenschappelijk niet onderbouwd zijn of hier zelfs tegen ingaan.

We zullen dus met een tussenoplossing moeten komen. Vergelijk het maar met de zorg, waar duidelijk is geworden dat het huidige medicijn wat de patient standaard toegediend krijgt dodelijk is, en het nieuwe medicijn nog niet volledig beschikbaar is. De patient zal in de tussentijd stabiel gehouden moeten worden. Dat is een ethische verantwoordelijkheid en plicht vanuit de overheid.

Ik stel dus voor om samen met de raad toch gaan praten over de landelijke uitrol van de MASIC. Mogelijk heb jij een naaste collega, PhD, die jou tijdens deze gesprekken kan vervangen. We kunnen op deze wijze een inzicht gaan krijgen in de mogelijke gevallen van geweld, waardoor mogelijke gevallen van geweld kunnen signaleren. Dit gaat de maatschappij, en specifiek de gemeentes heel wat kosten schelen!

De interventies zijn wel degelijk beschikbaar, de kennis is gebleken standaard psychologie. Kwestie van bijscholing door Dr. Childress. Een kwestie van willen en doen. Dus mocht een mogelijk geval van ‘ouderverstoting’ zichtbaar worden, dan kan de rechter verwijzen naar de juiste klinisch psycholoog.

Daarnaast zal de rechtspraak haar verantwoordelijkheid moeten nemen op het gebied van:

  • Per direct afzien van het gesprek met het kind. Een gesprek is alleen toegestaan als er een mogelijke vorm van mishandeling uitgesloten dient te worden, in dit geval is alleen een klinisch psycholoog bevoegd dit gesprek te voeren;
  • Per direct afzien van de ongelijke zorgverdeling; mits ouders deze gezamenlijk zijn overeengekomen zijn. Bij onenigheid over de zorgverdeling zal een standaard 50/50 verdeling toegepast moeten worden om mogelijke ‘ouderverstoting’ geen kans te geven. De gezonde ouder moet voldoende tijd krijgen om tegengewicht te kunnen geven aan de pathogene invloed van de andere ouder.
  • Invoeren van het parallel ouderschap; hiermede krijgen beide ouders de gelegenheid om hun kind te verzorgen;
  • Per direct afzien van het klemcriterium; de MASIC heeft de situatie tijdens de relatie vast kunnen leggen, er is niet langer ruimte voor leugens en bedrog. Eventuele claims van geweld kunnen gelijk op feiten onderzocht worden.

De huidige interventies zijn momenteel zeker niet evidence based, en wat het onderzoek over 7 jaar gaat brengen is nog maar de vraag. 

Met vriendelijke groet,

Marieke van Woerkom


9 maart 2019

Beste allen, 

Dit werkt verhelderend. Wat ik zo ongeveer zie als beeld uit de mails van de afgelopen dagen:

  • De rechtspraak werkt nog niet aan interventies (rechterlijk, doorverwijzingen daarbuiten) voor de echt complexe gevallen. Er is wel een interventie-repertoir in opbouw, maar dat is nog niet compleet en heeft een behoorlijk gat voor de situaties waar Marieke en Anne-Marie het voortouw over namen. 
  • Projecten om die interventies geleidelijk te ontwikkelen zijn nog in een ontwerpfase en er is nog geen echte strategie of meetbare doelen (althans nog niet bekend). Het gaat, hoe begrijpelijk ook gezien alle molens die moeten draaien, tergend traag. 
  • Onderzoek, rechtspraak, klinische psychologie, jeugdzorg werken ieder vanuit eigen kokers, mogelijkheden en beperkingen. Maar dat wordt beter!
  • Dit betekent  tot nu toe (verbeter me als ik verkeerd zie Marion) dat rechters, individueel op de tast en met advies van Raad interventies proberen te doen die goed lijken in het belang van het kind. In de context van een toernooi-model procedure die op zich al negatieve effecten heeft. Met onduidelijke en niet systematisch gemonitorde effecten. 
  • De nood is hoog en er is een grote bereidheid van ouders om mee te denken over (en mee te werken aan?) effectieve interventies.
  • Zij vragen om een tussenoplossing: snel gaan doen wat na kennisname van onderzoek en best practices al plausibel is; stoppen met interventies die op basis van onderzoek en experts niet plausibel of zelfs schadelijk zijn.

Wat te doen:

  • Het lijkt mij dat dergelijke quick wins zeker mogelijk zijn. 
  • De door ons gesuggereerde aanpak via een interdisciplinaire Behandelrichtlijn kan er voor zorgen dat snel scherp wordt wat we wel en niet weten en dat er in de dagelijks praktijk stappen kunnen worden gezet richting verbetering. Dit kan ook onderzoek stimuleren, helpen financieren en richting geven.  
  • Dit is vast niet de enige mogelijkheid. Snel stappen zetten kan misschien ook anders. 

Urgentie:

Maar een ding lijkt me duidelijk: de huidige situatie is voor niemand echt aanvaardbaar. Rechters en professionals lopen grote risico's ineffectieve interventies te doen die schadelijk en onrechtvaardig zijn. Ouders en kinderen moeten niet het gevoel hebben dat er met hun leven wordt gesold. Onderzoek moet tot praktisch toepasbare resultaten leiden en een baseline hebben.

Groet en goed weekeinde,

Maurits Barendrecht


 Email 10 maart 2019

Beste Marion,

Annemarie is een weekje met vakantie, dus ik neem het stokje even over.

Ik kan mij volledig vinden in de reactie van Maurits Barendrecht, waarvan een kopie in de bijlage voor degene die deze nog niet ontvangen hadden. Conclusie is dat het UHA geen uitkomst gaat bieden bij de complexe scheiding en dat screening vooraf echt noodzakelijk is en blijft.

Bij complexe scheidingen zijn de ontwikkelingsbelangen van kinderen in hoge mate in het geding. Ouders dragen verantwoordelijkheid voor het beschermen van deze belangen. Dat geldt in het bijzonder wanneer het ouderlijk gezag aan wettelijke beperkingen is onderworpen. Dat geeft ouders het recht en de plicht om aan de overheidsinstanties te vragen naar verantwoording van de rechtmatigheid en effectiviteit van de inzet van maatregelen door de uitvoeringsinstanties namens de overheid.

Vanuit deze rechten en plichten en de huidige bewezen wetenschappelijke inzichten doen wij een beroep op de rechtspraak om met onmiddellijke ingang:

  • Te stoppen met de procedure op tegenspraak; maak gebruik van de regie-rechter en slechts 1 adviseur
  • Te stoppen met het gesprek met het kind. Een gesprek is alleen toegestaan als er een mogelijke vorm van mishandeling uitgesloten dient te worden, in dit geval is alleen een klinisch psycholoog bevoegd dit gesprek te voeren;
  • Af te zien van de ongelijke zorgverdeling; mits ouders deze gezamenlijk zijn overeengekomen zijn. Bij onenigheid over de zorgverdeling zal een standaard 50/50 verdeling toegepast moeten worden om mogelijke ‘ouderverstoting’ geen kans te geven. De gezonde ouder moet voldoende tijd krijgen om tegengewicht te kunnen geven aan de pathogene invloed van de andere ouder.
  • Invoeren van het parallel ouderschap; hiermede krijgen beide ouders de gelegenheid om hun kind te verzorgen;
  • Per direct afzien van het klemcriterium; de MASIC heeft de situatie tijdens de relatie vast kunnen leggen, er is niet langer ruimte voor leugens en bedrog. Eventuele claims van geweld kunnen onmiddellijk op feiten onderzocht worden.

Bovenstaande informatie dient dus gedeeld te worden met al jullie collegas.

Het dient tot de rechtspraak door te dringen dat de huidige aanpak niet evidence based is en burgers traumatiseert. In die mate, dat men openlijk grievende opmerking plaatst, die blijk geven van een gezonde menselijke reactie op onrecht dat hun wordt aangedaan. Het zou de rechtspraak sieren om dit tot zich door te laten dringen en te beseffen wat haar ondeskundigheid momenteel veroorzaakt binnen de maatschappij.

Jeugdzorg en de Raad moeten hun verantwoording nemen en zich niet bemoeien met materie waarvan zij geen kennis hebben. Met die uitzondering, dat eventuele klinisch psychologen binnen de Raad bijgeschoold kunnen worden met de kennis van Dr. Childress, en wij gebruik kunnen maken van de expertise tot het afnemen van de MASIC.

Daarnaast heeft de scheidingsgolf van de afgelopen decennia, een enorm grote groep volwassen geworden kinderen voortgebracht met een onverwerkt trauma. Een deel van deze volwassenen redeneert nog steeds van uit die kindertrauma en heeft zich toegelegd op nieuwe beroepen, zoals de kindbehartiger. Deze nieuwe professionals kunnen helaas voor nieuwe gevallen het verschil niet gaan maken, om dat zij hun eigen, latent aanwezige verdriet, geen plaats kunnen geven. De aanpak van deze professional is schadelijk voor nieuwe scheidingsgevallen, er zal dan ook gekeken moeten worden naar de achtergrond van elke professional die denkt zich met ouders en kinderen te mogen bezighouden.

Deze zelfde ‘tegenwerkende krachten’ komen we momenteel ook tegen bij het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie, specifiek binnen de portefeuille huiselijk geweld. Deze houden een vlotte, gezamenlijk aanpak tegen.

Wij ondersteunen dan ook de conclusie van Hiil, Maurits Barendrecht, dat er op zeer korte termijn naar een oplossing gezocht moet gaan worden, waarvan de bovenstaande adviezen richting de rechtspraak een eerste aanzet zijn.

Met vriendelijke groet,

Marieke van Woerkom


E-mail 12 maart 2019 9.30 uur

Beste Sil van Beekum (Raad van Kinderbescherming)

Graag ontvangen wij van jou een voorstel voor een datum om verder te praten over de MASIC. Zoals onderstaand aangegeven is het noodzakelijk om een tussenoplossing te vinden om het aantal complexe scheidingen terug te dringen. De nood is helaas enorm hoog!

Daarnaast zijn wij benieuwd naar de mogelijkheden binnen de Raad tot de inzet van klinisch psychologen, die eventueel bijgeschoold zouden kunnen worden met de kennis van Dr. Childress.

Wij horen graag van je.

Hartelijke groet,

Marieke van Woerkom


Email 12 maart 2019 16.00 uur

Beste Marieke,

Nog een korte reactie op onderstaande mail en de laatste mail van Maurits.

Rechters werken onafhankelijk ( iets anders dan individueel) maar niet op de tast. Wetgeving en jurisprudentie van Hoge Raad en Europees Hof voor de Rechten van de Mens vormen de stevige basis en leidraad voor de familierechter. Rechters hebben een zeer strenge selectie doorlopen en zijn gedurende hun loopbaan voortdurend bezig met bijscholing en kennisvergaring. Ook familierechters. Rechters scholen zich bovendien ook bij voortduring op relevante gebieden die het werk raken (ontwikkelingspsychologie, conflictdiagnose, zittingsvaardigheden etc etc). Om die reden zijn ook de sheets van jullie symposium inmiddels doorgestuurd naar de collega’s. 

Rechters moeten beslissen, moeten daarbij verschillende belangen tegen elkaar afwegen, zullen hulp inroepen waar het kan en iets toevoegen en knopen doorhakken waar het moet. De beslissingen die rechters nemen zijn meestal voor de partij die ongelijk krijgt moeilijk te verteren. Dat een rechter nooit een verkeerde beslissing neemt, wil ik daarmee niet zeggen. Maar daarvoor kennen we hoger beroep en cassatie en in het uiterste geval het EHRM. 

Onderling tussen collega’s en met wetenschap en ketenpartners vindt afstemming en overleg plaats, uha is daarvan een voorbeeld. De aanpak van uha is wetenschappelijk onderzocht en als effectieve werkmethode beoordeeld. 

Verder en voortgaand  onderzoek naar wat werkt en wat niet ( ook in de meest complexe situaties) zal plaatsvinden, in het kader van SzS. 

Jullie opdrachten, zoals weergegeven bij de bullets in onderstaande mail zullen niet gedeeld worden. Omdat ze in strijd komen met verdragen, wet en jurisprudentie, en al helemaal niet “ bewezen effectief” zijn.

Ik laat het voorlopig bij deze reactie en zal op volgende mails met een strekking als de onderstaande mail niet reageren.

Met vriendelijke groet,

Marion Beckers


Email 13 maart 2019

Beste Marion,

Een teleurstellende reactie.

Ik begrijp hieruit dat de inhoud niet prettig was om te lezen. Begrijp ons goed dat het niet de bedoeling is om met opzet grievende berichten te sturen, maar dat er helaas sprake is van bittere noodzaak. Het betreft hier mensenlevens, waar vooralsnog onvoorzichtig mee wordt omgesprongen. Dit ondanks het feit dat rechters alle moeite doen om op de hoogte te blijven van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen.

Voortschrijdend inzicht is in dit geval de koers die wij met zn allen moeten volgen. Ouders, de rechtspraak en de hulpverlening. Om te voorkomen dat er nog meer slachtoffers gaan vallen ten gevolge van ouderverstoting.

Het is fijn om te lezen dat de sheets van het symposium doorgestuurd zijn naar de collega’s. Echter, dat is niet voldoende. Er zijn meerdere mogelijkheden, om op zeer korte termijn, het ontstaan van ouderverstoting terug te brengen. Een kwestie van willen en doen! Zie hiervoor mijn voorgaande mail.

Rechters moeten beslissen en moeten daarbij verschillende belangen tegen elkaar afwegen. Inderdaad, de juiste diagnose is daarbij een vereiste  om de pathogene ouder (voorlopig) buiten spel te zetten, zodat het kind bij de gezonde ouder ondergebracht wordt. Daarmee wordt de juiste beslissing genomen en beschermt de rechter de gezonde ouder en het kind tegen het trauma dat de zieke ouder veroorzaakt. Precies hetgeen wat een rechter behoort te doen.

Hoger Beroep, Cassatie en EHRM bieden geen uitkomst, zolang de rechter zich niet laat adviseren door de professional in het bezit van de juiste expertise. Daarnaast kosten deze procedures  de gemiddelde burger enorm veel geld, en nemen deze zoveel tijd in beslag, dat het niet haalbaar is om deze procedures in te zetten. Met alle gevolgen van dien voor de gezonde ouder en het kind.

De aanpak van het UHA, als we hier spreken over het  memorandum in de bijlage, spreekt slechts over de ‘uitkomsten' van de inzet van o.a. de regie-rechter. Een verslag waaruit blijkt dat in ieder geval de inzet van de regie-rechter een goede uitwerking heeft. Echter een ‘evidence ‘based’ is dit rapport überhaupt niet. Dan zal er nog meer onderzoek plaats vinden waaruit dezelfde uitkomsten, en moeten deze gezamenlijke uitkomsten gepubliceerd worden - ‘peer reviewed’ in een vakblad van hoge standaard. Daarnaast ontbreekt de wetenschappelijke onderbouwing en effectiviteit, van de genoemde aanbevolen trajecten (pagina 29):

  1. ONS; ouderscha na scheiding
  2. KIES; kinderen in echtscheiding situaties
  3. Begeleide omgang
  4. Traumahulp/begeleiding via jeugdhulp
  5. BOR Humanitas; begeleide omgang
  6. Kinderen uit de knel ‘voor de zware gevallen’

Van de laatste, Kinderen uit de Knel is al bekend dat dit traject contra productief is bij een complexe scheiding.

Wachten op meer onderzoek is geen optie, er zal nu een oplossing ontworpen moeten worden, en dat is mogelijk. De suggesties, zoals weergeven via de bullets, zijn de moeite van het proberen waard, aangezien zij het tegengestelde zijn van de maatregelen die ouders momenteel opgedrongen krijgen, zonder dat daar evidence based kennis aan ten grondslag ligt.

Tenslotte wil ik opmerken, dat de woordvoerder van de projectgroep visiedocument scheiding van de rechtspraak een bepaalde verantwoordelijkheid heeft. Die houdt o.a. in dat er gereageerd dient te worden op kritiek vanuit de maatschappij. Ook als deze kritiek de rechtspraak niet aanstaat.

Met vriendelijke groet,

Marieke van Woerkom


Tja, dan loop je dus vast, wat te doe? Dan mail je naar Prof Louis Tavecchio voor wijze raad en die maakt ons weer een klein beetje wijzer


Beste allen,

De MASIC wordt door de Raad momenteel al ruim ingezet in het arrondissement Zeeland/West Brabant. De ervaringen zijn positief; dus een uitbreiding lijkt een logisch gevolg.

Echter Corine de Ruiter is in de eerste plaats wetenschapper ipv klinicus en lijkt nu de voorkeur te geven aan een nieuw onderzoek naar complexe scheiding dat 7 jaar! gaat duren. Ouders en kinderen die nu in de problemen zitten worden hier niets wijzer van, daarnaast blijft de aanwas van slachtoffers groeien. Moreel en ethisch gezien is dit onacceptabel.

Ik betwijfel dus ten zeerste of er een doorbraak gaat komen tussen de wetenschap (Corine) en de rechtspraak (Marion) aangezien beide personen  ''andere prioriteiten'' hebben, in ieder geval niet het belang van de huidige groep ouders en kinderen.

Ook Cees van Leuven vindt het moeilijk om geconfronteerd te worden met de huidige wanpraktijken van het familierecht, ondanks het feit dat hij ook weet dat de huidige interventies niet wetenschappelijk onderbouwd zijn of zelfs tegen wetenschappelijk onderzoek ingaan. Dat neemt niet weg, dat ik hem, via een apart mail naar zijn mening zal vragen.

In ieder geval hebben ouders en kinderen, behoefte aan wetenschappelijke steun, om te blijven benadrukken, dat slechts evidence based interventies ingezet mogen worden.

Wij  hopen op jullie steun in deze.

Hartelijk groet,

Marieke


Reply 13 maart 2019

Beste allen,

Voor een mogelijke toepassing van de MASIC in (het voortraject van) de rechtspraak en onderzoek naar de effectiviteit vindt momenteel overleg plaats in het kader van een consortium, waarin ook vertegenwoordigers uit de rechtspraak deelnemen, zoals letterlijk staat in een mail van Corine de Ruiter d.d. 9 maart jl.:

“Daarvoor wordt een consortium gevormd waarin onder andere de rechtspraak, maar ook de Raad zal deelnemen. Op 6 april a.s. heb ik een afspraak met Mr. Marion Beckers daarover.”

Het gesprek van 6 april a.s. is stellig een belangrijke doorbraak in de dialoog tussen wetenschap (Corine) en rechtspraak (Marion Beckers). Overigens kan je vraag uit onderstaande mail aan Ad Oud, René en mij naar mijn mening beter gesteld worden aan Cees van Leuven. Hij zit ‘dichter bij het vuur’ en ik ben benieuwd naar zijn visie en argumenten.

Vriendelijke groet,

Louis


Email 13 maart 11.00 u

Marieke, Louis, Ad en Rene,

Er zijn momenteel zo veel verschillende mensen, organisaties en instanties bezig met de echtscheiding dat het niet goed mogelijk is overal bij aan te sluiten. Het is al lastig om van alles op de hoogte te raken.

Bij het initiatief van Corine ben ik niet betrokken (geweest). Ik neem aan dat dit de experimenten in de regio Tilburg betreft. Prima als zij daar mee door gaat, lijkt me.

Ik ben zelf verbonden aan de pilot inzake de schottenaanpak, een ultieme vorm van parallel ouderschap in OTS. Deze aanpak stelt mij al rechter in staat zelfs Co-ouderschappen door te laten lopen of te vestigen in extreem zware conflict scheidingen: uitgangspunt wordt dan dat de ouders elkaar niet mogen benaderen, zich niet met elkaars opvoedsituatie mogen benoemen, om na zo’n periode te geraken tot een parallel ouderschap.  Niet eenvoudig, maar met de eerste zaken worden wel heel interessante ervaringen opgedaan.

Tenslotte: de echte verandering zal m.i. gaan komen als ouders gestopt worden in hun proceslust en de mogelijkheden die het huidige systeem daartoe biedt ingeperkt worden. We weten dat dat ieders streven is, maar op wetgevingsgebied komen er geen daadwerkelijke veranderingen op korte termijn, zo meen ik te beluisteren.

Zolang hier geen stappen gezet worden heeft het niet zo veel zin de huidige professionals te blamen voor wat er in dit huidige systeem niet goed gaat.

Dat huidige systeem is een proces dat zich al in 1905 in gang heeft gezet, ( toen werd gezamenlijk gezag na scheiding afgeschaft !) en pas in 1998 werd gezamenlijk gezag na scheiding weer ingesteld.  De looptijd van verkeerd ingezette bewegingen is lang, zo leert de geschiedenis, de looptijd van een tij dat ten goede keert kent ook weer een lange adem, helaas.

Tot zover mijn verhaal.

Groet,

Cees


Email 13 maart 14.00 u

Marieke,

Luister ook naar wat Corine heeft gezegd: de masic is niet zonder meer voor de hand liggend bij een eerste screening. Zij is juist nog bezig met onderzoek naar de meest waardevolle eerste screeningsmethode.

 Ik ga als ik ouders in scheiding voor me krijg niet primair uit van mishandeling of incest (als daarover door een ouder geklaagd wordt). In het verleden werd dan omgang / contact met de aangeklaagde ouder vaak direct helemaal stil gelegd en dat vormde in de jaren 80 en 90 de basis van vele ouderverstotingen.

We leken daar van af te raken, maar in het heden lijken de aanklagers zich bij scheidingen weer te melden, meestal valselijk....

Groet,

Cees


Email 13 maart

Cees,

De MASIC wordt momenteel door de Raad binnen het arrondissement Zeeland/West Brabant breed ingezet, met positieve resultaten.

Quote Corine:

De MASIC is een screener om na te gaan of ouders die willen scheiden geschikt zijn voor gezamenlijke mediation. Daarvoor is het instrument oorspronkelijk ontwikkeld. Zie het artikel van Holtzworth-Munroe et al. (2010) dat ik meestuur.  Na deze eerste publicatie zijn er meerdere wetenschappelijke publicaties over de MASIC verschenen, o.a. Rossi et al. (2015).

De MASIC is ook bruikbaar om bij een reeds geëscaleerde conflictscheiding te onderzoeken of er een voorgeschiedens van partnergeweld is, en of dit implicaties moet hebben voor de op dat moment te kiezen interventie. Op die laatste wijze hebben we het instrument in de pilot in Nederland gebruikt bij Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming.

Daarnaast is er een alternatief beschikbaar volgens Dr. Childress, het stelt het volgende:. 

Personally, for this role I would recommend the Conflict Tactics Scale.  It was referenced in in the article as a standard instrument used in the assessment of IPV.  I've purchased the CTS, I've reviewed it.  It's psychometricially sound, and it'd be the one I'd recommend using.

Conflict Tactics Scale

If you are looking for an "evidence-based" assessment of domestic violence (IPV), there is none.  There are measures of IPV used for research, but theyre not appropriate for clinical application.

Assessment of individual situations is different that research where we're looking at global factors.  The other important difference is that research instruments aren't used to make decisions in an individual case.  The data they collect is too general to be applied to any one specific situation.

There is a division in professional psychology between research assessment and clinical assessment.  Clinical assessment of pathology (called diagnosis) is a blend of science and the art of clinical interviewing.

One of the best assessment "instruments" is a procedure called a behavior-chain interview.  It walks the person through an event.  We ask for a description of the event before-during-after, and we ask the person to describe their thoughts-feelings-behavior at each phase (before-during-after).  Here is an example from the juvenile firesetting assessment protocol I developed.  We also used a standardized general assessment of child symptoms (the Pediatric Symptom Checklist) and a standardized measure of the child's personality characteristics (the Personality Inventory for Children).  Both of these standardized instruments were then layered into an overall clinical interview. 

MASIC of CTS, het maakt niet zoveel uit. Voorwaarde is dat één van de twee screeninginstrumenten standaard wordt ingezet, om mogelijk huiselijk geweld vooraf uit te sluiten.

Het is noodzakelijk om in oplossingen te denken, en een screeningsinstrument maakt hier onderdeel van uit.

Hartelijke groet,

Marieke


Email 13 maart 16.00 u

Beste Marieke,

Ik wil reageren op je opmerking in de mail aan Cees, dat het niet zoveel uitmaakt de MASIC of de CTS als screeningsinstrument. De CTS bestaat al lang en zou kunnen dienen als indicatie om verder klinisch onderzoek te doen. Het vraagt geschoolde beoordelaars, die een goed relevant  onderzoek kunnen doen. De CTS geeft aan, dat er sprake kan zijn van IPV, maar dat is hoogstens een uitgangspunt om verder onderzoek te doen. Het is blijkbaar heel lastig om vast te stellen of er sprake is van IPV en de mate waarin dit een traumatiserende invloed heeft op betrokken partners.

Mijn voorkeur is om de huidige inzet van de MASIC in Zeeland/West Brabant positief te waarderen , te volgen en wetenschappelijk te evalueren op  z’n merites. Dit, omdat het iets positiefs belooft en al in gang is gezet. Ik weet alleen niet door wie of welke instantie de wetenschappelijke begeleiding wordt gedaan. Ben daar zeer nieuwsgierig naar.

Daarnaast een goed bedoeld advies, Marieke en Anne- Marie: ik bewonder jullie inzet en gedrevenheid en deel de doelstelling, die nagestreefd wordt. Maar in de communicatie met andere, bij deze zaak betrokkenen, is de toon soms te boos, te verwijtend. We hebben medestanders nodig, tegenstand is er al genoeg. Dat het systeem verbetering behoeft, hebben jullie wel duidelijk gemaakt. Mensen blameren werkt contraproductief.

Hartelijke groet,

Ad


Email 13 maart 16.30 u

Beste Ad,

Hartelijk dank voor je reactie. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de MASIC ligt bij Corine de Ruiter en de Raad voor de Kinderbescherming. Ik probeer met hen een afspraak te maken, maar Corine houdt vooralsnog de boot af.

Wat betreft jouw advies; Ad, zou niets liever doen dat dit opvolgen. Maar de afgelopen decennia hebben onze voorgangers al zoveel 'kopjes thee' gedronken bij de desbetreffende instanties, zonder enige vorm van resultaat.

De realiteit is, dat het gestrekte been helaas het enige effect heeft, ik zou willen dat men op argumenten te bewegen was. De wereld van de scheiding is keihard en draait slechts om geld. Om ruim 2 miljard, en als het om geld gaat, zijn er maar weinig mensen voor rede vatbaar.

Ook durft niemand in deze huidige maatschappij zijn verantwoording te nemen; kijk maar naar de mail van Marion Beckers, een hoger beroep of cassatie moet de oplossing gaan bieden. Ondertussen staan we erbij en kijken ernaar. 

Onderstaand een interssant commentaar vanaf linkedin, vanuit de beroepsgroep:

Ik heb weinig verstand van het fenomeen maar wat me opvalt in het artikel zijn de volgende aanhalingen: 1) ...in rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis staat nooit te lezen dat de ene ouder niet meewerkt, maar dat er sprake is van ‘een conflict’ of ‘slechte communicatie tussen de ouders’. En dat maakt het voor rechters vrijwel onmogelijk om vast te stellen waar het probleem ligt. 2) "wachten tot ‘de procedure’ resultaat brengt. ‘Als je dat doet, weet je eigenlijk zeker dat je drie jaar later je kind kwijt bent.’" Mijn vraag als leek is: "waar zijn we in hemelsnaam mee bezig"? Omdat het analytisch werk van rechters en de procedure van hulpverleners nu centraal staan (en dus NIET het kind en de omgang met de niet-verzorgende ouder) wachten we tussentijds maar totdat kinderen vervreemden? De bureaucratie is leidend?! Het recht op omgang is vastgelegd in verschillende wetten. Ik hoor medici wel eens vertellen: "de procedure is haarfijn gevolgd, echter de patiënt overleden. Zo'n arts wil ik nimmer zijn". Los van goede diagnoses moet het (kunnen) uitoefenen van het recht op omgang veel meer aandacht krijgen, moeten professionals verder kijken dan de eigen neus lang is en de overheid beter faciliteren.

De vraag blijft, wie gaat de verantwoording voor de verandering nemen? Wie trekt de kar? Wij kunnen als ouderbelangengroepering heel veel in gang zetten en doen dit graag, maar we kunnen het niet alleen.

We zullen nu constructief moeten doorpakken en gaan denken in oplossingen, om een einde te maken aan deze ellende.

Hartelijke groet,

Marieke


Vervolgens wordt het weer wat kleiner:

  • Sil van Beekum (Raad van kinderbescherming)
  • Anna van Beuningen (ministerie VenJ)
  • Marieke van Woerkom (Herken ouderverstoting)
  • Annemarie van Mackelenbergh (herken Ouderverstoting)
  • Marion Beckers (Familie rechter Hof en voorzitter project groep)
  • Corine de Ruiter

Email 18 maart 2019

Beste Marieke,

Hierbij mijn reactie op de onderstaande mailwisseling en de wens om het gebruik van de MASIC landelijk bij de RvdK te implementeren.

Algemeen: We wensen allen hetzelfde. Voorkomen van onnodig leed en schade bij kinderen door de scheiding van hun ouders. Dat we hier nog niet in alle situaties in slagen is evident. We zijn echter wel gezamenlijk op zoek naar effectieve en duurzaam helpende middelen. Ieder vanuit de eigen drijfveer en taakopvatting. Streven is dat deze elkaar positief beïnvloeden!

Streven van allen is ook een breed pallet beschikbaar te hebben met in te zetten effectieve middelen; voor analyse, diagnose en behandeling/ondersteuning. De MASIC is één van de onderzoeksinstrumenten, te gebruiken bij de inschatting ernst partner geweld/huiselijk geweld. De analyse, diagnose en juiste behandeling/ondersteuning willen we zo vroeg mogelijk in het ‘scheidingsproces’. Hier is immers de grootste kans de schade te beperken. Het door jullie georganiseerde symposium bracht diverse ketenpartners bijeen, waardoor we gezamenlijk de kennis en visie van Dr Childress hoorden. Dat is een pré en uiteraard delen we de kennis ook in de eigen organisatie.

Wat betreft de MASIC: deze wordt in een klein pilotverband binnen het raadsonderzoek beproefd. Het moment voor besluit over  inzet in het raadsonderzoek of wellicht elders, is nog niet aangebroken. De bruikbaarheid wordt in het grotere geheel bezien.

De wens van jullie om snel tot een landelijke uitrol van de MASIC te komen is begrijpelijk. Op de uitnodiging voor een afspraak hierover met de RvdK gaan we echter niet in, we maken hier onze eigen afweging in.

We volstaan met de uitleg als hierboven.

Met vriendelijke groet,

Sil van Beekum

adviseur beleid

..................................................................................

Raad voor de Kinderbescherming
Landelijke Staforganisatie


Email 18 maart 2019:

Een goede morgen allen,

Terug van vakantie zal ik kort en bondig reageren, want deze hele onsmakelijke ontwikkeling gaat Herken Ouderverstoting niet accepteren.

Zoals jullie zien heb ik ook maar Anna van Beuningen ingekopieerd. Deze dame zou gek worden van verdriet, of wat dan ook, als haar de 2 kleine kinderen zouden worden ontnomen, gewoon omdat het kan.

Toen ik haar het scenario ontvouwde was ze nog zo geschrokken dat ze werkelijk een positief verschil wilde maken. Wat ik terug las het rapport scheiden zonder schade. “Ik heb aan jou gedacht, lees maar” riep Anna nog tijdens de presentatie van dat rapport.

Het zal de angstcultuur welzijn, maar Anna is helemaal ‘om’ . En die angstcultuur, dat woord, dat komt niet van mij, ik verwijs voor de lieve vrede maar even naar het onderzoek van de FNV en diverse recente kranten artikelen. (Het rapport van de FNV staat op onze website) Dat hele platform, met Rouvoet aan het hoofd, wordt bevolkt door de verkeerde mensen. Echte wetenschappers en mensen met verstand van zaken worden gemeden. Nee, de advocatuur, eenmanspitters en ondergekwalificeerden zogenaamde professionals krijgen hun podium en kunnen het verdienmodel zo in stand houden

Liepen er 16 mei nog 2 ministers hand in hand de kamer binnen, nu ligt daar een WODC rapport, gebaseerd op meningen en opinies….waarin weer alles op de lange baan wordt geschoven, ingezet wordt op nog meer onderzoek en ouderverstoting wederom gebagatelliseerd. Weet dat dit een vervolg gaat hebben, daar er altijd nog zo iets is als integriteit en het niet kan zijn dat een paar gefrustreerde dametjes het bestrijden van ouderverstoting tegen gaan houden. Daarbij haal ik dus ook Eva Kwakman(openbaar ministerie)  aan

Wat ik mij eigenlijk afvraag: HEBBEN JULLIE ZELF WEL KINDEREN?!

Sil vertelt ons: De MASIC is één van de onderzoeksinstrumenten, te gebruiken bij de inschatting ernst partner geweld/huiselijk geweld.

Wat zijn dan die andere?!

Het moet definitief afgelopen zijn met de onderzoeksmethoden die de Raad nu hanteert, het hij/zij verhaal; het uitlokken van beide ouders en daarbij het kind bevragen, terwijl een kind in principe loyaal is aan beide ouders. Dan hebben het nog niet over de wetenschap bij het kind, dat hetgeen het kind zegt, gelezen wordt door beide ouders. Hoe zo veiligheid en vertrouwen?! Laat staan de verantwoordelijkheid , de keuze bij een kind laten. Te idioot voor woorden.

Je moet dus anno nu, 2019, maar durven!

Laten we het eens hebben over vorm en inhoud.

Jullie willen het niet (meer) met ons aangaan, maar negeren lukt natuurlijk ook niet meer en hoe afwijzender jullie zijn, hoe strakker wij erin staan. Hoe meer wij met naam en toenaam naar buiten treden en iedereen die na 25 februari nog strepen door levens denkt te kunnen halen, ter verantwoording zullen roepen. Dat is dus de vorm.

Want met ons is heel goed samen te werken. Op de inhoud! Ga echter niet handig lopen doen en ons aan het lijntje houden. Dat is nu zeker 20 jaar het geval, maar ach, ik wijs op het onderzoek CBS/UvA; 1 op de 5 kinderen geboren tussen 1970 en 1990 heeft bij gescheiden ouders GEEN contact met vader. 1 op de 5 !!!! (Ook dit onderzoek staat op onze website) Professor Hoefnagels heeft gelijk gekregen in hetgeen  hij al in 2002 voorspelde; de maatschappelijke ramp. Wat de Raad (lees ministerie) met de inkoop van Het verdeelde kind (ook 2002, wat apart) heeft geprobeerd om kosten te besparen is uitgemond in een hopeloze situatie en nu nog meer onkosten. Want iedereen zal aan de bak moeten.

Mijn voorstel is heel concreet: Marieke en ik gaan met de Raad en Anna verder in gesprek. Dr Childress is niet voor niets nog naar het Ministerie geweest op 27 februari 2019 en heeft met Anna besproken dat hij met alle plezier aan wil tonen dat ‘zijn’ aanpak werkt. ‘Zijn’ tussen haakjes, want dat is het mooie, het staat allemaal gewoon in de studie boeken; klinische psychologie. Draai maar meerdere pilots naast elkaar, maar gebruik ons niet voor nog meer onderzoek en experimenten. Hoeveel kopjes thee moeten er nog gedronken worden?!

Wij willen de MASIC en beste Corine, jij hebt deze naar Nederland gehaald, neem jouw verantwoordelijkheid in deze. Hoe lastig ook. Dat staan los van alle onderzoeken die je nog wilt doen. Het fijne is dat het 1 het andere niet uitsluit. Immers, die MASIC, dat is een simpele assessment. Een cursus van een halve dag en ik ga ervanuit dat Corine die cursus niet zelf geeft. De MASIC kan afgenomen worden door de Raadsonderzoeker. Daarna trekt een raadsonderzoeker zich terug daar die niet goed genoeg geschoold is voor het vervolg

Komt uit de MASIC dat er meer aan de hand is, dan is het tijd voor de klinisch psycholoog, naast het feit dat beweringen op feiten onderzocht moeten worden. Hoe dan ook is die klinisch psycholoog aan zet, daar het natuurlijk wel stuitend is als iemand valse beweringen uit….hoe komt het dat dat gebeurt?!

Nou, het fijne is dat die klinisch psychologen er al zijn in de vorm van gedragsdeskundigen.  Dus niet de raadsonderzoeker, maar de gedragsdeskundige komt achter haar bureautje vandaan, uit dat mooie gebouw en gaat het gesprek/onderzoek rechtstreeks met beide ouders aan.

Daarnaast zal Herken Ouderverstoting de ouders nog beter voorlichten in hetgeen zij moeten doen richting de rechtspraak, daar wij helemaal klaar zijn met het totale verdienmodel. Niets niet trajecten zoals de schip aanpak, mediation, ouderschap blijft of kind uit de knel bij ouderverstoting!

Dat een Heleen Koppejan zo lekker bij jullie allen ligt, nog niet eens BIG geregistreerd, is ronduit stuitend. Wederom; hoe durven jullie?!

Toen ik tijdens het symposium riep dat ze bovenstaande trajecten maar naar die 85% moest schuiven, wist zij maar 1 ding uit te roepen; maar dan blijft er niemand voor dit verhaal over….En zo is het maar net!  Dat wij niet langer jullie verdienmodel willen zijn, mag duidelijk zijn. De tijd die jullie op ons gaan besparen kunnen jullie beter inzetten bij al die kinderen die nu wel zorg nodig hebben.

Boven alles baal ik zo ontzettend dat het op deze toon moet, deze vorm! Ik ga liever inhoudelijk aan de slag, maar sla dus die kopjes thee af! Geen geduld voor daar ik wel urgentie voel. Kwestie van willen en doen.

Groet,

Annemarie van Mackelenbergh