1. Zorg dat bij elke begroeting de ander zich meer dan welkom voelt.
  2. Neem voor vertrek altijd even een momentje voor een afscheidsknuffel; een weerzien is niet altijd een zekerheid.
  3. Het kan nooit te vaak worden gezegd: ik hou van je, ik mis je, ik heb je nodig.
  4. Doe kritiek in de ban. En als je dan toch iets anders wilt (zien), vraag het dan op een liefdevolle manier (‘zou je mij een plezier willen doen?’).
  5. Eén compliment is geen compliment, twee complimenten is de lente, meer complimenten is de rente.
  6. Wees enthousiast als de ander iets van initiatief toont, zeker als het gaat om (fysieke) intimiteit; een beetje de rem erop kan altijd nog.
  7. Als het gaat om een puur persoonlijke wens (er een paar dagen alleen op uit trekken), gebruik dan de zin: ‘Zou je er bezwaar tegen hebben als ik…’ Zonder instemming van de ander is het persoonlijk feestje toch geen feestje.
  8. Gun het de ander om gelijk te hebben, ook als het niet zo is; en schrap de woorden ‘ja, maar’.
  9. Neem de tijd om echt te luisteren en wees geduldig, ook al heeft de ander een lang verhaal; alleen door oprechte belangstelling voelt de ander zich gehoord.
  10. Als er toch, onverhoopt, ruzie ontstaat, wees dan de eerste om het weer bij te leggen; een langdurige straf-stilte is dodelijk.