Tweede Kamer kijkt weer eens weg

De politiek wil het niet weten! Geeft niet, dan informeren wij ze toch…..
 
Feit is dat menig beleidsadviseur bij de gemeente belangen heeft in de jeugdzorg. Zo ook wethouders en ja, zelfs rechters.
Zonder juiste anamnese en diagnose, de échte wetenschappers negerend, worden vanuit perverse beloningen kinderen mishandeld , juist door diegenen die hun mond vol hebben over het belang van het kind! 
 
En al stapelen alle bewijzen op, ook al wordt het steeds duidelijker dat er een structureel patroon is; geïnstitutionaliseerde discriminatie, de verantwoordelijken willen het niet weten! 
 
 

Van: "Tj.Strubbe
Onderwerp: Doorst: Nette onderbouwing tegen institutionele kindermishandeling (EHRM-arrest):
Datum: 24 januari 2020 om 12:30:15 CET
 

Nico Mul ontdekte, n.a.v. diens brief aan wethouders, dat er beleidsadviseurs werken voor gemeenten die diens achtergrond hebben in de jeugdzorg, zoals ene Thomas D., die gedragsdeskundige was en dacht dat hij zich aan diens beroepscode hield door gezinnen niet te zien en niet te onderzoeken maar wel een diagnose afgaf. Waarschijnlijk worden dergelijke 'adviseurs' door de jeugdzorglobby betaald om gemeenten te misleiden, met korte dienstverbanden zodat het geld verdienen en wegwezen is.

Bij huisuitzettingen vanwege een schuld wordt zo'n gezin niet voor enige duizenden euro's geholpen met ondersteuning doch worden de "kinderen veiliggesteld" voor 24000 euro, met de mooie gelegenheid om na een half jaar te zeggen dat ze gehecht zijn aan pleegsetting, dus dan gaat het lang veel kosten, meer dan dat ondersteuning had gekost, en wetende dat wegplaatsen schadelijk blijkt. Nu ligt dat dus waarschijnlijk aan 'zorginkoperadviseurs' bij gemeenten.

 
Ik hoop dat er een inhoudelijk, niet-mistificerend antwoord komt op de brief aan MinJus en TwK m.b.t. oudervervreemdingssyndroom CAPRD. 
-------- Doorgestuurd bericht --------
Onderwerp: Nette onderbouwing tegen institutionele kindermishandeling (EHRM-arrest):
Datum: Thu, 26 Dec 2019 00:27:50 +0100
Van: Tj.Strubbe Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
   
   
Aan: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.,Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., 'Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.'Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., etc., ook per post aan de Tw.K.

Uw referentie

: t.a.v. Exploot Jeugdzorgslachtoffers

 

Inzake

: Vorige deskundigenverklaringen negeren t.a.v. jeugdzorgbeleid

Geachte volksvertegenwoordiger,

De Kamerleden verkregen een exploot n.a.v. de misstanden in de jeugdbeschermingsketen, waar eerder al aandacht voor gevraagd werd.

Wij begrijpen dat u ontevreden en verontwaardigd kunt zijn over de confrontatie dat ook uw partij decennia de wetenschap heeft genegeerd die is aangereikt.   Niet de pseudowetenschap vanuit de p.r. van Jeugdzorg Nederland, maar van de genegeerde, onafhankelijke, internationale wetenschappers die telkens hetzelfde bevonden:

Dwangzorg door ‘jeugdzorg’ is ernstig schadelijk, is een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling ven de opgroeiende.

Het verwondert ons dat Kamerleden niets geleerd hebben van de afschuivende, vage, inhoudsloze antwoorden van de ministers op uw Kamervragen.  Wanneer in deze Kamervragen niet sturend de wetenschappelijke inzichten worden voorgezegd, kan de minister toch immer ontwijken!

 

Juridisch

 

Daar de wettelijke codificatie om een kind-met-gezinsbanden in een dwangzorgtraject te krijgen zeer minimalistisch is, met name lid 1 van artikel 1:255 BW,[1] en de jeugdzorg tot en met jeugdbescherming, zonder jeugd-gezondheidszorg, niet diagnostisch bevoegd is en verzoeken van ouders, om het kinderrecht artikel 24 lid 1 IVRK na te komen om degelijk te meten, welhaast altijd negeert, en er niet ‘tegengewogen’ wordt met de moderne wetenschappelijke inzichten, komt de meerderheid aan binnengehaalde dwangzorgkinderen in gevaar.  

Ook bij verlengingen OTS wordt IVRK art. 25 niet gebezigd op niveau van IVRK24.1.

Voordat we wederom ­ – want u kreeg al eerder kennisgeving van misstanden en wetenschap –  ingaan op dat wetenschappelijk vastgesteld gevaar, gaan we eerst in op het juridische.

 

Professor dr.mr. Caroline Forder geeft in haar Kronieken van het personen- en familierecht[2] aan dat bij de vage wetgeving arresten van het Europese Hof v.d. Rechten v.d. Mens de grenzen weergeven.

Ze noemt o.a. het arrest dat verlangt dat de kinderbescherming met còncréét bewijs onderbouwd. Hoe zelden gebeurt dat!

Een ander arrest verlangt onafhankelijk advies (niet van financieel afhankelijke ketenpartners). Of het arrest dat wijst op de ongelijkheid van juridische partij(en) der ouders tegenover de repeat-player als partij van de overheid (RvdK c.q. G.I., zonder diagnostische bevoegdheid en zonder beëdiging bij rechter, die geen orthopedagoog is). En zo staan er meer voorbeelden onder noot 2.

 

Nu komt daaroverheen het arrest van het ECRH (boven het EHRM) inzake Stand-Lobben versus Norway, 10-09-2019; ECRH306-2019).[3]

BW1:255 geeft de G.I. de taak zeer voortvarend te werken aan het òplòssen van de vermeende bedreiging, en hoe vaak zien we dat er uitsteltactiek door de G.I. wordt toegepast en ouders aan het lijntje worden gehouden.  Wanneer ouders officieel schrijven en verzoeken tot inhoud aan BW1:262 lid 3 en lid 1, dat komt veelal de reactie van de G.I. terug dat voor de G.I. de Awb (en daarmee de Beginselen van Behoorlijk Bestuur) niet geldt. Vreemd!

Het ECRH veroordeelde Noorwegen in dezelfde situaties waarover vele ouders in Nederland klagen, het de ouders, die zich legaal naar BW1:247 inzetten om met degelijke meting naar IVRK24 lid 1 (diagnostisch), negeren in hun verzoek.  Ook krijgen ouders, ondanks het McMichael-arrest[4] en de huidige AVG (incl. art. 30),  geen volledig dossier zodat ze bij de rechter kansloos zijn in verweer en verzorging van echte zorg alsmede degelijke vóórlichting en begeleiding naar kinderrecht (IVRK art. 24 en 25).

 

De politiek schijnt het Strand-Lobben-vs-Norway-arrest niet te snappen. Riskant voor kinderen!

Toch moet tot u doorgedrongen zijn de voorstellen van advocaten en ouderorganisaties, waaronder ‘De Rechtsstaat ook voor Kinderen’, 2018, als inhoudelijker reactie[5] op het inhoudsloze ‘Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen’ van die keten.

 

AZF liet weten dat het LOC-onderzoek naar Verbeterd Feitenonderzoek, waar ouders en deskundigen van de minister aan moesten deelnemen, de inbreng van ouders en deskundigen[6] negeerde en  het actieplan van de jeugdbeschermingsketen aannam.  Dat laatste plan houdt weer in dat slechts de mentaliteit van de professionals moet ‘verbeteren’.  Die belofte wordt al decennia gegeven, en het kàn in praktijk níét beter, immers die relatief laag-opgeleide, niet-diagnostisch bevoegde jeugdzorgwerkers, met groot personeelsverloop, kunnen bijna nooit een beëdigd arts worden!

De politiek lijkt toch decennium na decennium in die belofte, die smoes, te trappen.

 

Kinderrechters zijn geen orthopedagogen, en gokken in meerderheid (niet allemaal) op de ‘vermoedelijk juiste onderbouwing’ van wat de jeugdbeschermingsketen inbrengt.

Ondanks dat het hoogste rechterlijk orgaan bij bestuursrecht, de Centrale Raad van Beroep[7], in LJN BD1113 vastlegde dat kinderrechters ook als bestuursrechter moeten toetsen op de onderbouwing die de juridische partijen inbrengen, wordt hierover veel geklaagd dat rechters afhameren in plaats van onderzoeken.  

De motie Klein voor een onderzoeksrechter is al vergeten in de politiek, helaas.

 

Waar Europees juridisch is vastgesteld dat de jeugdbeschermingsketen degelijker moet meten, voortvarender en concreet moet werken (aantoonbaar door met de Awb te werken), en EVRM art. 8 moet respecteren, en dat naar Forder de arresten de grenzen moeten inperken van de nauwelijks gecodificeerde toegang tot dwangzorg, en dat de signalen van deskundigen die voor gezinnen opkomen waaronder inbreng van moderne wetenschap,   is geen stut- en plakwerk door de politiek nodig. Voor het genoemde kinderrecht is meer concretie nodig, het tegengaan van ‘institutionele kindermishandeling’ (ECRH), met inhoud aan gewenste codificatie.

 

“Het belang van het kind” – als cliché om kinderrechters te verleiden – wordt zonder definitie gebezigd door de keten, waarbij de psyche van het kind wordt losgekoppeld van het gezin.  Ook de latere levensfasen die van belang zijn worden genegeerd in de afwegingen van de jeugdbescherming. 

Daarover, al is er meer over het juridische aspect te schrijven, gaat het volgende.

 

Psychologie bij dwangzorg

 

Het is al eerder de politiek onder de aandacht gebracht:

Dwangzorg (OTS, UHP, beëindigen gezag) ken zoveel en zulke ernstige contra-indicaties, dat die toegang veel beter bewaakt moet worden met hogere drempels, dus concretere, wetenschappelijk-verantwoorde codificatie.

Op https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschapvoorbeleid is een bloemlezing gegeven.

Eerst hoe meten we goed:

Prof. J.R. van der Gaag geeft het in diens oratie aan: diagnostisch, zeker waar er onenigheid bestaat tussen de juridische partijen, zonder hakken in het zand bij de beschermingsketen, dat volgens Cora Bartelink te veel werkt op (eigen jeugdige) persoonlijke ervaringen.[8]  De naam die René Clarijs, in 2013, aan haar proefschrift meegaf is tekenend: “Tirannie van de Jeugdzorg”.[9]

 

Vaak zijn er bij de vage term “er zijn zorgen” diagnostieke voorlichting èn meting nodig. Een gedragswetenschapper in een MDO-teambespreking ziet het cliëntsysteem niet, dus onderzoekt die niet naar beroepscode, indien de gedragswetenschapper er al een heeft, en gaat slechts voor een advies op de spil, de gezinsvoogd of raadswerker, af op wat diegene wìl èn kàn inbrengen, zonder diagnostische bevoegdheid bij de spil als basis.  Zelfs richtlijnen die diagnostiek voorschrijven worden veelvuldig geschonden, ook t.a.v. geadopteerden.

Ouders zouden vooraf aan drang- en dwangzorg bréde, inhoudelijke voorlichting behoren te krijgen, met naar wens diagnostiek, en uitleg wat welk hulptraject doet met de psyche van de opgroeiende, en daarop een keuze mogen en kunnen maken.  Te vaak wordt door de jeugdbescherming ter zitting gesuggereerd dat de ouders deze voorlichting hebben verkregen, en als dat al zo is dan enkel hoe de jeugdbescherming werkt en niet hoe de gezondheidszorg (gezonder) kan werken.  Bewezen wordt er niet. De rechter moet maar de onbeëdigde ‘professional’ geloven.

Vandaar dat veel rechters in de beperkte tijd van jeugdzorgzittingen ouders even lief aanhoren en dezen dan negeren in de uitspraak.

Zo blijft lid 4 van BW1:255 (noot 1) te weinig concreet.  Waar ouders werken met de Awb om deze ‘bedreigingen’ concreter te krijgen, te vernemen welke hulp en steun (BW1:262) er dan verstrekt zal worden, hoe het te bereiken resultaat gemeten wordt en waar de te behalen grens ligt, krijgen de meeste  ouders geen behoorlijk, inhoudelijk antwoord.  Ouders worden zo dom gehouden.  Dat is niet het doel van BW1:255, het voortvarend oplossen van de bedreiging.

Ook de slager en de kraanmachinist zijn ‘professionals’, dit om het begrip ‘broodverdiener’ (in synoniem) te relativeren.

Voortvarend oplossen, inhoudelijkheid (Awb3:46 en BvBB), waar nu geen sanctionering op staat.

Daarop wordt niet gecontroleerd noch geïnspecteerd.

Meerdere wetenschappers en psychologencollectief bevonden dat drie op de vier  jeugdzorgkinderen niet de juiste passende zorgtrajecten verkrijgen onder ‘jeugdzorg’, dat geen jeugdhulp is (Jw3.2 lid 2).

 

Joseph J. Doyle jr vond reeds in 2007 dat weggeplaatste kinderen slechter af zijn dan die kinderen die random toch thuis passende zorg in gezin verkregen en vaker suïcidaal waren achteraf, en andere pathogenie.

Internist prof.dr.med. Ursula Gresser, 2015, is toch ook zeer duidelijk: wegplaatsen van een kind, weg bij één of beide ouders kent grote ernstige contra-indicaties, zoals ook Doyle bevond. Prof. Jo Hermanns vond dat in Zeeland ook, zoals Doyle vond, het beter thuis de passende zorgtrajecten verstrekken.

De vage onzin van het begrip ‘veiligheid’ wordt niet afgewogen bij hoe onveilig wegplaatsen voor de psyche is. Er is geen definitie bij het cliché ónveiligheid’.

Bij omgangssabotagezaken is Richard R. Warshak ook duidelijk, in dezelfde orde als de andere wetenschappers.

Erger, Daniel R. Weinberger vond zelfs dat wegplaatsen ook DNA (erfelijk materiaal) beschadigt.

Dit, meer en de onderbouwende links staat onder noot 6.

Alle AMHK’s, RvdK en G.I.’s hebben veel van deze wetenschappelijke bevindingen verkregen en ontvangstbevestigingen gestuurd, maar waar ouders een beroep doen op deze wetenschap om méé te wégen tegen de beweringen over ‘onveiligheid’ thuis of bij één ouder, dan zet de beschermingsketen de hakken in het zand en zegt tegen de kinderrechter dat  – indachtig lid 1.a. BW1:255 –  de ouders “tegenwerken”, “niet accepteren”, terwijl deze ouders BW1:247 en IVRK24.1 nakomen en dus legaal hogere kwaliteit willen.

 

Conclusie

 

Het negeren van deze moderne wetenschap is een ernstige bedreiging voor de opgroeienden.

De wetgeving is te vaag en ongecodificeerd om de kinderrechter een duidelijker opdracht te geven om te meten.

 

De ouders staan voor een vage, omgekeerde bewijslast, terwijl ze zeer slecht worden voorgelicht en dossierstukken en grenzen niet verkrijgen.

Dit is geen veilige rechtsvinding; en een mentaliteitsverandering, dat al decennia bewezen heeft niet te kunnen, zal ook geen verbetering geven.

Deze omgekeerde rechtsvinding, die zoveel klachten geeft, is degoutant en vreemd in onze democratie.

 

Politiek, ideologisch plak- en stutwerk beschermt het kind nog steeds niet, en geeft onveiligheid in ontwikkeling.

Het exploot[10] is gegrond.

 

We vragen herziening van, inhoudelijkheid op uw reactie op het exploot.

Dit ten gunste van ..tigduizenden kinderen en gezinnen.

Onderzoek, i.p.v. politiek misleidend hakken in het zand te zetten, is voor deze vele kinderen van het hoogste belang.

 

Hopende op concretere, meer onderbouwde en inhoudelijker Kamervragen of een wetsvoorstel tot concretere rechtsvinding bij de vrije rechtsvinding achter gesloten deuren bij het jeugdzorgrecht,

Verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

                             

Tj.W. Strubbe

AZF

          NOTEN:

[1]:  BW1:255,  1. De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:

o   a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreigingnoodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende {?}  wordt geaccepteerd, en

o   b. de verwachting {?}  gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen.

  1. De kinderrechter {?} vermeldt in de beschikking de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige

 alsmede de daarop afgestemde duur waarvoor de ondertoezichtstelling zal gelden.

[2]:  Knelpunten in de Jeugdwet: https://kinderbescherming.jimdofree.com/informatie/analyse-jeugdwet-cforder/ ;

Nederlands JuristenBlad afl. 35, 14-10-2016, vanaf pag. 2572. (https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/goede-precedente-uitspraken/leren-uit-ehrm/) .

[3]:  ECRH: https://kinderbescherming.jimdofree.com/informatie/ .

[4]:  McMichael-arrest: https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/mcmichael-arrest-en-meer/ .

[5]:  Prinsen: http://advocatencomite.nl/Rechtsstaat%20ook%20voor%20kinderen.pdf  bij te vrije rechtsvinding t.a.v. jeugdzorgzaken; deze rechtszaken vinden plaats onder wel heel erg vrije rechtsvinding  achter gesloten deuren ter zitting zodat ouders welhaast nooit een eigen deskundige mogen meenemen naast hun advocaat: https://jeugdbescherming.jimdofree.com/wetten-en-regelgeving/rechtsvinding-motiveren/ , hetwelk ook rechtsongelijkheid inhoudt; de jeugdbescherming gedraagt zich als privépersoon (‘persoonlijke levenssfeer’ van gezinsvoogden en raadsmedewerkers of -juristen)  t.a.v. Rv art. 803:https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001827&boek=Derde&titeldeel=Zesde&afdeling=Eerste&artikel=803&z=2019-10-01&g=2019-10-01 .

[6]:  De jeugdbeschermingsketen liegt deskundige inbreng weg:https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg-negeert-wetenschap , en dit wist de Tweede Kamer met de brief d.d. 14-08-2018 tegenover https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschapvoorbeleid .

[7]:  CRvB: https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak/?ecli=ECLI:NL:CRVB:2008:BD1113 .

[8]:  Van der Gaag, oratie: https://jeugdbescherming.jimdofree.com/kwaliteit/diagnostiek-nodig-als-nulmeting/ ; Bartelink, proefschrift: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschap-tegen-jeugdzorg-1 .

[9]:  Clarijs, proefschrift, 2013: https://pure.uvt.nl/ws/portalfiles/portal/4596986/Clarijs_Tirannie_25_11_2013_emb_tot_25_11_2014.pdf ; vergelijk onderbouwing in noot 8.

[10]:  RTV Utrecht, exploot: https://www.rtvutrecht.nl/nieuws/1996379/?fbclid=IwAR0kElwruF5Vc1m0bRxn3VSSefhcL_EZiq9OJrn9DLuKbB7scWlJAYLsxdU .

- - - - - - - - -  

Hierop is m.i. dus inhoudelijk en onderbouwd gereageerd en geïnformeerd!   Onderbouwing is wetenschappelijk te verifiëren.

Bezuinigen? - Niet meer geld naar jeugdzorg, dat geen jeugdgezondheidszorg is, maar naar degelijker meten vooraf!  Dat bezuinigt en voorkomt vele schadekosten.

Echte diagnostiek  geeft gemiddeld: korte, effectieve trajecten èn voorlichting, en daarmee wordt bezuinigd  op de jarenlang voortslepende jeugdzorgtrajecten, die erg veel meerkosten met zich meebrengen, naast gevolgschadekosten.  Ook geeft het besparing op kosten bij de rechtbank. 

 

--
Met vriendelijke groet,

    Tj.W. Strubbe

Adoptiezaken(-zorg) & Familierecht - AZF (voorheen SSF)