Vanuit recente wetenschappelijke bewezen kennis, en in het kader van het veilig stellen van de ontwikkelingsbelangen van kinderen betrokken bij een complexe scheiding, willen wij u graag een aantal vragen stellen n.a.v. de therapie/het traject dat u aanbiedt:
- Welke invloed heeft de vakbekwaamheid en bevoegdheid van de uitvoerende organisatie op effectiviteit?
- Welke invloed hebben de samenwerkingsrelaties tussen betrokken instanties op effectiviteit?
- Wat zijn de effecten op de ontwikkelingsvoorwaarden voor de kinderen?
- Wat verstaat u onder een complexe scheiding?
- Wat verstaat u onder een hoog conflict scheiding?
- Wat verstaat onder een vechtscheiding?
- Kunt u het verschil aangeven tussen een vecht- en complexe scheiding?
- Kunt u het verschil aangeven tussen vecht- en hoog conflict scheiding?
- Valt een hoog conflict scheiding in uw optiek onder de complexe scheiding?
- Hoe ziet u het belang van omgang tussen de uitwonende ouder en het kind? Wat is uw visie daarop, wat is de insteek van het traject?
- Kunt u het verschil zien tussen een gezonde ouder en een pathogene ouder?
- Kunt u vanuit uw programma de pathogene ouder vaststellen?
- Op basis van welke wetenschappelijk bewezen kennis is uw programma samengesteld?
- Kunt u ons een overzicht geven van de peer reviewed artikelen die hiervoor de basis zijn geweest?
- Kunt u ons vertellen waaruit uw traject is opgebouwd? Hebt u al resultaten? In hoeverre is de omgang tussen ouder en kind hersteld na het doorlopen van uw traject?
- Hoe gaat u, binnen uw programma, om met de pathogene ouder?
- Wat doet u, als blijkt dat een ouder het verloop van het traject frustreert?
- Wat doet u als een ouder eenzijdig het traject beëindigd?