Op zaterdag 8 juli 2017 heb ik een voordracht gegeven bij het “Center for Child Mental Health” in Londen op de conferentie ‘Too much pain’ over de kwestie van oudervervreemding en kindergezondheidsproblemen. Het onderwerp is duidelijk een pijnpunt voor menig afgevaardigde, gezien het aantal vragen dat na afloop op me afkwam. In het kader van een viewing van de film ‘Resilience’ die ochtend en mijn voordracht daar achteraan, hebben we op de conferentie de kwesties waar kinderen en ouders mee worden geconfronteerd uitgebreid bediscussieerd.

Volksgezondheid

Door het zien van deze film werd ik mij ervan bewust dat de ervaring van ouder vervreemding niet alleen gaat om de geestelijke gezondheid van die kinderen, het gaat ook over de impact van hun geestelijke gezondheid op hun fysieke welzijn. In het ergste geval wordt het een probleem op het gebied van de volksgezondheid waarin kinderen die van een ouder zijn vervreemd, de vergrote kans hebben op een kortere levensverwachting van – geloof het of niet – 20 jaar minder dan andere kinderen. Laat me dat verder uitleggen.

‘Resilience’ of te wel Veerkracht is een film gemaakt over een groep mensen in de VS, die merkte dat de mensen waarmee ze samenwerkten, en die fysieke gezondheidsproblemen hadden, veel dingen gemeen hadden vanuit hun jeugd. Een van die dingen was onder andere seksueel misbruik. Een ander was getuige zijn van geweld en nog een ander was de scheiding van hun ouders. Al deze dingen werden stuk voor stuk door dit team erkend als een impact op het fysieke welzijn van patiënten en zo begonnen ze een longitudinale studie om uit te vinden of dit in bewijs kon worden vertaald. Wat ze vonden was schokkend.

Zo schokkend dat ze het zelf eerst niet konden geloven. Patiënten die een “slechte” kindertijd hadden ervaren, hebben een vergrote kans op hartziekten, kanker, diabetes en andere levensbedreigende ziekten. De risico’s voor sommigen waren zo hoog dat men zou kunnen zeggen dat ze de levensverwachting met wel twintig jaar verminderen.

Negatieve jeugdervaringen

Een negatieve jeugdervaring wordt beschreven als een situatie waarin een kind zonder de begeleiding van een vertrouwde en veilige volwassene, moet leren omgaan met een reeks van overweldigende gebeurtenissen. Seksueel misbruik, getuige zijn van geweld, scheiding of separatie, verwijdering van een kind uit een relatie met een ouder waar ze stabiel aan gehecht zijn; al deze dingen worden beschouwd als een negatieve jeugdervaring. Die negatieve jeugdervaring leidt tot hogere niveaus van cortisol in het lichaam, wat een traumatische respons veroorzaakt, welke een levenslange verandering in het DNA teweeg brengt.

Simpel gezegd, het kind dat zulke traumatische gebeurtenissen beleeft, zonder enige steun van een vertrouwde volwassene, blijft continu lichamelijke hoog gespannen en stapt het leven routinematig tegemoet alsof het gevaarlijk is voor diens welzijn.

Na verloop van tijd heeft dit invloed op het cellulaire leven van het lichaam en vervolgens leiden de veranderingen in het lichaam tot fysieke ziekten. Voeg daarbij de inspanningen van het opgroeiende kind om zelf de problemen op te lossen die zij in hun lichaam ondervinden door middel van roken, drinken, drugs- en gokverslaving, het rijden met hoge snelheid en je hebt een omgeving waarin extreme stress een onomkeerbare veranderingen heeft veroorzaakt.

De studie

Het team dat deze studie opstartte, merkte dat die kinderen met dit soort gedragsproblemen, door hun ouders werden beschouwd als ADHD’ers. In plaats van deze kinderen vol te gooien met medicijnen, begon het team de ouders opnieuw op te voeden, leerden de kinderen meditatie en stuurden ze op avonturenkamp in een bosgebied. Wat er gebeurde was verbazingwekkend. De kinderen begonnen te reageren op de ondersteuning die werd gegeven en zo leerden zij hoe ze de trauma-respons in hun hersenen voldoende konden uitschakelen om zo hun eigen gedrag te kunnen veranderen. Het team realiseerde zich dat deze kinderen helemaal geen ADHD hadden, het waren getraumatiseerde kinderen die probeerden te overleven op de enige manier die ze kenden.

De parallellen die ik zag met de kinderen waarmee ik werk, verbaasden me enorm. Veel van de vervreemde kinderen die ik zie, worden door hun ouders beschreven als met een stoornis in het autismespectrum en inderdaad, als ze in de vervreemde toestand zijn, is het gemakkelijk om te zien hoe makkelijk je dit zou kunnen denken.

Vervreemde kinderen zijn vaak stil of monosyllabisch, ze zijn vaak herhalend in hun gedrag en ze zijn moeilijk emotioneel te voorspellen. Bovendien reageren ze niet op de sociale aanwijzingen die door anderen worden gegeven en kunnen ze onbeleefd, moeilijk te behandelen zijn en ze worden vaak beschreven als in zichzelf gekeerd, op zichzelf levend.

Diezelfde kinderen gedragen zich heel anders wanneer ze worden herenigd met een ouder en pas dan blijken ze tot leven te komen. Hun gezichten, niet langer bevroren, blijken geanimeerd, kunnen een goede conversatie hebben over een breed scala aan onderwerpen. Ze lachen en glimlachen en tonen passende emotionele reacties zoals empathie en mededogen. Kunnen vervreemde kinderen trauma-reacties vertonen, vroeg ik me af terwijl de film zich ontvouwde. Zonder twijfel is het antwoord ja, zoals de film aantoonde met het verlies van de stabiele gehechtheid door scheiding en verwijdering, plus de afhankelijkheid aan een onvoorspelbare ouder die zich allereerst bezighoudt met hun eigen behoeften, een van de meest schadelijke traumatische jeugd ervaringen waarmee een kind kan worden geconfronteerd.

Gevolgen van het onderzoek

Het team in de VS werd in eerste instantie lacherig behandeld en zelfs belachelijk gemaakt door tegenstanders die zeiden dat de algemene bevolking geen vragen zou kunnen worden gesteld over hun jeugd, want dat als gevolg pijnvolle herinneringen zouden terugkeren, die hen psychologisch konden afbreken.

De intimidatie is duidelijk: ‘ga daar niet in wroeten’. Een van de dingen waarmee we de afgelopen twintig jaar vaak in ons werk mee zijn geconfronteerd, is het vaak herhaalde ‘dat kan je niet zeggen’ in een reactie op onze bewering dat scheiding en verwijdering kinderen schaadt. In een ontmoeting heeft een toonaangevende onderzoeker ons zelfs gezegd: ‘Als je nu gaat zeggen dat scheiding en verwijdering kinderen schaden, dan bevorder je eigenlijk het huwelijk en dat kan gewoon niet *)  Hoewel deze persoon naamloos zal blijven en terwijl zij haar rol in de feministische onderzoeksgemeenschap zal behouden, mag het duidelijk zijn dat het juist deze gemeenschap is, die voor de afgelopen vijftig jaar het feministische beleid over familie verwijdering heeft geregistreerd, juist zij zijn het die het stilst zijn in deze discussie, of deze zelfs geheel ondermijnen als het over schade aan het lichamelijke welzijn van kinderen gaat in relatie tot verwijdering of scheiding.

Ik heb het altijd moeilijk gevonden om te begrijpen waarom mensen die zich bezighouden met vrouwenrechten het zo moeilijk vinden om de behoeften en ervaringen van kinderen te onderscheiden van die van hun moeders. De voldongen realiteit is echter dat op de manier waarop ons sociaal beleid wordt gevormd, de behoeften van kinderen als ondeelbaar van die van hun moeders worden beschouwd. Dat zijn ze namelijk niet! Deze film laat zien dat dit niet zo is. De verwijding van kinderen met een geliefde ouder veroorzaakt aanzienlijke schade, dit blijkt uit een van de grootste onderzoeksstudies van zijn soort ter wereld.

Toen ik keek hoe het team in de VS gewoon doorging met het onderzoek, ondanks alle tegenstand en zo de waarheid ontdekte over de emotionele wortels van lichamelijke ziektes in de grotendeels uit middenklasse bestaande gemeenschap waar ze mee bezig waren, besliste ik rustig dat dit het volgende onderdeel zou zijn van mijn werk op dit gebied.

Bewustwording

Ik wil het grote publiek bewust maken van het feit dat een “slechte/negatieve jeugdervaring” door het verlies van een geliefde ouder leidt tot een trauma-respons die “een aanzienlijk hoger risico op slechte gezondheid in volwassenheid” veroorzaakt. Ouder vervreemding is niet alleen een ouderschapsrecht, het is niet alleen een geestelijk gezondheidsprobleem voor kinderen, het is een probleem op het gebied van volksgezondheid en een probleem op het gebied van kinderveiligheid. Kinderen beschermen tegen een op trauma gebaseerde ervaring waarin ze hulpeloos zijn, is een dringende zorg voor ons allemaal. Het vinden van manieren om dit bericht te formuleren en zo uit te zetten in de gemeenschappen die zich bezighouden met de gezondheid en het welzijn van kinderen, is mijn volgende taak.

Ik bleef achter met een diep gevoel van onrecht en verdriet voor al die kinderen wier leven op deze manier is verworden, waarvan ik velen herken die een trauma-reactie hebben geleden die de voortdurend uitdaging in het dagelijks leven voor hen heeft veroorzaakt. Ik voelde echter ook een begin van hoop, toen ik de manier zag waarop het onderzoeksteam een breed scala aan reacties op het probleem had ontwikkeld.

In omgevingen waar dit werk is opgestart wordt geweld scherp gereduceerd, familierelaties worden sterker in plaats van doorgesneden en verwijzingen voor medicijnen van kinderen met ADHD zijn ongelooflijk gedaald. Mindfulness, buitenactiviteiten, schoolinitiatieven waar kinderen geholpen worden om te praten over hun gevoelens, zorgen en over wat er in hun wereld gebeurt vanaf de leeftijd van vier jaar oud en het  leren in perspectief te kunnen plaatsen, zodat kinderen niet worden beïnvloed door de manipulaties van ouderlijke zieke geesten blijft belangrijk.

Wat te doen

Een grootse scène in de film liet zien dat kinderen schrijven brieven aan ‘Ms Kendra’ een fictief karakter gespeeld door de dramatherapeuten die de brieven ontvangen en terug schreven naar de kinderen als ‘Ms Kendra’ met hulp, advies en een luisterend oor.

Wat in ieder geval wel duidelijk is, is dat kinderen behoefte hebben en ook willen praten over hun wereld en dat wanneer zij dat al doen, een heel eigen taal vol met metaforen gebruiken, wat een nogal  mysterieuze taal kan zijn, tenzij je het begrijpt.

Kinderen die me vertellen dat ze nooit meer naar de papa’s huis gaan omdat hij ‘bonen in de lasagne’ eet, vertelt me iets over de dingen die ze in hun huis horen en de betekenis die dat voor hen heeft.

Papa zal wellicht bonen in de lasagne hebben, maar geeft het kind er echt om? Nee, waar het kind om gaf, was dat de mama dacht dat papa de kinderen niet goed te eten gaf als hij bonen in de lasagne deed en dit plus mama’s verhoogde stresssignalen wanneer het kind thuis komt, wordt vertaald in de geest van het kind dat de vader onveilig zal zijn vanwege de bonen in de lasagne…..

Je moet medelijden hebben met het kind dat reageert op trauma-gebaseerde reacties van zijn moeder die afkomstig zijn uit haar eigen jeugd. Medelijden met deze moeder, die niemand had om haar te helpen. Medelijden met deze vader die zijn kind niet kan beschermen. En medelijden met de medewerkers van Jeugdzorg, die de op trauma gebaseerde reacties van dit kind bevestigen en het op die manier in staat stellen om zich daarom voor altijd van de vader te vervreemden.

Deze film kristalliseerde voor mij mijn doel en mijn reden om dit werk te blijven doen. Dat kinderen recht hebben op een onbezorgde jeugd, die vrij is van trauma’s, is altijd de kern van mijn praktijk geweest en dat is dit weekend voor mij minstens tien keer duidelijker geworden. Op een dag zal dit verhaal van een nare jeugd vol van verwijdering en ouder vervreemding en het bijbehorende trauma-effect op kinderen op grote schaal bekend worden en ik maak het nu een centraal punt in mijn praktijk om deel uit te maken van de beweging die dit verborgen probleem in de openheid brengt.

Waar naar toe

Ik eindig het weekend in Praag, waar ik samen met veel Europese collega’s een eerste conventie bezocht van de Europese Vereniging van therapeuten tegen ouderverstoting en -vervreemding.  Deze groep van mensen, waarvan er heel veel zelf een slechte jeugd hebben overleefd (met een score van meer dan 6/10, omdat mensen werkzaam in hulpzorg het meest vertegenwoordigd worden door een groep mensen die een slechte jeugd hebben gehad, heeft geleerd om een probleem te overwinnen door het leren en ontwikkelen van gezondere manieren om te overleven, soms na decennia van zelf verzorging) en die daarom beter openstaat voor de realiteit van het concept dat emotioneel trauma als kind de wortel is van lichamelijke ziekte.

Ik zal mijn mening over de film met hen allemaal delen terwijl we de noodzaak voor zelfzorg en bescherming van onszelf als traumatherapeuten bespreken. Wat mij duidelijk is, is dat als wij als therapeuten moeten gaan werken met een groep getraumatiseerde kinderen, wier enige manier van overleven is gebaseerd op hun beperkte kennis, terwijl zij een taal gebruiken die niet genoeg mensen begrijpen. Aangezien we van plan zijn het bewustzijn te vergroten, de manier van werken en ontwikkeling van trainingsmodellen door heel Europa te vergroten, zullen wij anderen de taal van het vervreemde kind moeten helpen begrijpen, de enige taal die het kind kan gebruiken, de taal die het eerst werd herkend en opgemerkt door Richard Gardner en een opening waardoor de realiteit van wat er met het kind gebeurt kan worden belicht.

Dit wordt onze belangrijkste taak. Dit is onze inzet voor vervreemde kinderen. Dit is de manier van hoe Jeugdzorg wordt beïnvloed door het schandaal van de feministische agenda die ervoor zorgde dat de eerlijke stemmen van kinderen te lang zijn stilgezwegen, naar het publieke bewustzijn gebracht worden.

Dit is mijn project voor de rest van mijn werkend leven!

*) Ik heb in mijn werk door de jaren heen veel kritiek gekregen over mijn standpunten over de vrouwenrechten -overheersing van het sociaal beleid rond Jeugdzorg in het Verenigd Koninkrijk. Ik verontschuldig me hiervoor maar ik weet dat door de overheersing van deze agenda het gemakkelijk kan worden uitgelegd dat mijn opvattingen op een of andere manier extreem of ‘anti-vrouwen’ zijn, dat is zeker niet zo. Ik kom uit een achtergrond waar werken in gender-gelijkheid normaal is, waarin ik voor Oxfam onderzoek heb gedaan en gewerkt met verschillende genders. Mijn werk liet me zien dat het feministische beleid rond de familie door de jaren tachtig en negentig was ontworpen om het geloof te ondersteunen dat vrouwen benadeeld worden in scheiding en verwijdering en dat hun behoeften eerst komen en dat de behoeften van de kinderen ondeelbaar zijn van die van hun moeders.

Deze aanpak, die over de jaren heen heeft gedomineerd bij UK Jeugdzorg: CAFCASS, bij maatschappelijk werkers, enz., heeft ervoor gezorgd dat zowel moeders als vaders uit het leven van kinderen worden geduwd zodat een kind een geliefde ouder kan verliezen wegens het gebrek aan echte kennis in de geestelijke gezondheid van een kind, wat eigenlijk de vaardigheid en kennis zou moeten zijn bij diegenen die kinderen bij de familierechter zouden moeten helpen.

De stem van de kinderagenda, geschreven in de schaduw van het feministische beleid, neemt dit verder en analyseert de behoeften van vrouwen en kinderen in het kader van het patriarchale voordeel in plaats van in het kader van het begrip van hun geestelijke gezondheid en behoeften voor ondersteuning.

Zo wordt de stem van het kind, dat vaak de stem van de dominante en zieke ouder is, op eerste blik voor waar aangenomen, in plaats van goed te worden geïnterpreteerd.

Het meest tragische onderdeel hiervan, in ieder geval voor mij, is dat de moeders wier kinderen zeggen dat ze hen niet willen zien, worden beschouwd alsof ze iets heel erg slecht gedaan hebben om dit te veroorzaken. Het gebrek aan voldoende geestelijke gezondheidsopleiding, gebrek aan geslachtsbewustzijn en gebrek aan begrip van hoe sociaal beleid bepaalde resultaten in het leven van gescheiden gezinnen veroorzaakt,  blijft zo doorwerken in zowel de dienstverlening als in de beleidsontwikkeling in het Verenigd Koninkrijk.

Dit is van bijzonder belang in het maatschappelijk werk, omdat de interventies in een sociaal werkmodel worden gegoten, je kunt het kind niet opzadelen met het maken van ‘keuzes’ die ze gewoon niet kunnen maken.

Totdat het beleid en de praktijk rond de gescheiden families in Groot-Brittannië en over de hele wereld wordt begrepen in het kader van mentale EN lichamelijke gezondheid en welzijn, zal ik met mijn kritiek op de mislukkingen van de overheid en haar agentschappen doorgaan en ik zal degenen die dit werk van dergelijke zorginstellingen zonder dit te vragen uitvoeren, medeplichtig houden voor het voortdurende misbruik van kinderen. Deze film heeft mij laten zien waarom dit nodig is, het laat me zien waarom ik er open over moet spreken het geeft mij de moed om te gaan, te zeggen en te doen op de manier waarvan we weten dat het voor kinderen een verschil maakt.

Op een dag kijken we terug naar wat wij vervreemde kinderen hebben aangedaan en vragen ons af ‘waarom?’.

Tot die dag duwen wij onszelf voort!

Bron: Karen Woodall

The Adverse Childhood Experience of Parental Alienation