Weer een brevet van onvermogen! Wij, scheidende ouders, horen niet in de keten thuis!
Eerst anamnese en forensische diagnose, opdat het kind minimaal 50% tijd kan doorbrengen bij de verantwoorde ouder.
Door parallel ouderschap, plus strikte afspraken en bij horende mogelijke sancties, kan de keten uitgesloten worden. Ook minder personeel zo nodig.
De oplossing is er, laat ons scheiden met behoud van kinderen.
Jeugdbescherming staat op ‘klappen’: ‘Hebben het werk kapot geprotocolleerd’
Het kind van Imad Aziz is bij hem niet veilig, oordeelde de rechter. Een jeugdbeschermer is nodig om te zorgen dat vader en kind elkaar weer kunnen zien. Maar de jeugdbeschermer komt maar niet. Sterker nog: er is niet eens eens een jeugdbeschermer beschikbaar. De sector staat op klappen.
Twee maanden eerder stelde de rechter Aziz’ baby onder toezicht. Het kind woont niet bij hem, maar bij zijn moeder. Bij zijn oudste zoon, uit een eerdere relatie, was Jeugdbescherming al sinds de zomer in beeld. De rechter heeft zorgen over de ontwikkeling van beide kinderen als ze onder Aziz’ hoede zijn.
Jeugdbescherming komt in actie bij kinderen die in hun eigen huis niet veilig zijn. Het gaat om jongens en meisjes waarvan de rechter na onderzoek door Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming heeft geoordeeld dat de situatie thuis weer veilig gemaakt moet worden. Soms gebruiken ouders geweld. Anderen zijn verslaafd. De regie over het kind gaat na de uitspraak over naar Jeugdbescherming, hoewel ouders formeel het gezag nog behouden. In een deel van de gevallen wordt het kind ook uit huis geplaatst.
Ammehoela
Ruim een maand nadat de ondertoezichtstelling van zijn jongste in ging, krijgt Aziz een eerste teken van leven van Jeugdbescherming Brabant (JBB), een brief. De inhoud is kortgezegd: uw kinderen zijn niet zó onveilig dat er meteen een professioneel jeugdbeschermer beschikbaar wordt gemaakt. Uiterlijk eind februari is er wel iemand beschikbaar, belooft de organisatie.
Ammehoela, denkt Aziz’ advocaat Roy van Kerkhof. De organisatie accepteert dat de rechter een kind aan hun zorg toevertrouwt. ,,En vervolgens tweeënhalve maand niets doen, dat is onacceptabel.’’ Het betekent bovendien dat Aziz zijn kind nóg langer niet mag zien.
De advocaat spant een kort geding aan. Tijdens het kort geding zegt de advocaat van Jeugdbescherming dat het klopt dat Aziz slechts een telefoonnummer heeft meegekregen. Maar dat ‘beperkt hulpaanbod’ is niet uniek voor Brabant, betoogt ze. Er is krapte op de arbeidsmarkt en een stijgend aantal zaken waarbij een kind onder toezicht te staan.
Hoewel hij de zaak gewonnen heeft, kan advocaat Van Kerkhof nog kwaad worden over de zaak. ,,Het systeem staat op klappen. Jeugdbescherming is overspoeld en al snel beland je weer op een wachtlijst. Terwijl een ondertoezichtstelling betekent dat er per direct hulp nodig is, en daar betaalt de gemeente ook voor.”
Toenemend chagrijn
In uitspraken op Rechtspraak.nl schemert inmiddels het toenemend chagrijn van kinderrechters door over de schrale beschikbaarheid van jeugdbeschermers: ‘Al langere tijd blijkt er geen vaste jeugdbeschermer voor het gezin te zijn. De kinderrechter verzoekt de instelling zeer dringend per omgaande een vaste jeugdbeschermer voor [naam kind] aan te stellen en met spoed actie te ondernemen.’
Al die problemen zetten gezinnen zwaar onder druk. ,,Heel vaak zijn vaders de klos en mogen zij hun kinderen lange tijd niet zien”, zegt advocaat Jan Zegelink uit Elst. Als er geen werk gemaakt wordt van dossiers, duurt deze periode zonder contact met een kind soms nodeloos lang.
Sterk genoeg
In april vertegenwoordigde Zegelink een jonge vader die net als Aziz al lange tijd zijn kind, een peuter, niet kan zien. En dat is tegen de zin van de rechter die heeft bevolen dat er wél contact moet zijn. De moeder houdt alles tegen, vertelt Zegelink. Zij wil amper meewerken, zo blijkt uit stukken van de rechtbank. Haar nieuwe partner toont ‘grensoverschrijdend gedrag’ richting een hulpverlener. Maar de moeder kan helemaal niet voorkomen dat de vader het kind niet ziet. Daar gaat nu ook de voogd over, een jeugdbeschermer van de William Schrikker Stichting. ,,In zulke lastige situaties heb je een sterke gezinsvoogd nodig. Gezinsvoogden zijn vaak jonge mensen. Ik weet niet of ze sterk genoeg zijn om dit voor elkaar te boksen.’’
En dat is een probleem, zegt de advocaat. ,,Het is schandalig dat het contact onthouden wordt, terwijl juist dit contact tussen vader en kind noodzakelijk is.’’
Kwaliteit
Ook in deze zaak is het grote probleem de beschikbaarheid van goede jeugdbeschermers. Veel ervaren werknemers vertrekken vanwege de zeer zware werkdruk. Jong en onervaren personeel stroomt in, de kwaliteit van de hulpverlening holt achteruit.
Overal in de keten worden die problemen gevoeld. Ook bij de pleegouders die kinderen opvangen die uit huis zijn geplaatst. ,,Ik heb pleegouders gesproken die in acht jaar tijd acht jeugdbeschermers en acht pleegzorgmedewerkers hebben gehad”, vertelt directeur Peter van der Loo van de Nederlandse Vereniging voor pleeggezinnen. ,,Het betekent dat pleegouders extra beschermend gaan worden. Die gaan denken: ik kijk eerst even of je blijft voordat ik je met de kinderen laat spreken. Dit geeft het vertrouwen een extra knauw.’’
Psychologisch is het verloop onder jeugdbeschermers voor het kind vaak funest. ,,Hechting is vaak een uitdaging voor pleegkinderen. Als je steeds een wisselend gezicht ziet, ga je ook geen band opbouwen met je voogd. En dat is toch vaak het eerste dat nodig is voor je iemand goed hulp kunt bieden.’’
Geen uitzondering
De Edese wethouder Leon Meijer weet uit eigen ervaring dat dit soort verhalen geen uitzondering zijn. Hij is ook pleegouder. Zijn pleegdochter is in vier jaar tijd al toe aan haar vijfde voogd. ,,Ze wil graag een eigen bankrekening met bankpasje, maar is nu ook een beetje cynisch. Ik hoop maar dat het nu wel geregeld wordt.’’
Sinds de decentralisatie in 2015 zijn wethouders verantwoordelijk voor de jeugdzorg en dus ook voor Jeugdbescherming. Nadat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in 2019 een keihard oordeel velde over Jeugdbescherming, besloten de 51 gemeenten in Gelderland tot een grootschalige aanpak. Samen met jeugdbeschermingsinstellingen, de Veilig Thuis-organisaties en de Raad voor de Kinderbescherming stelden ze de Gelderse verbeteragenda op, om de knelpunten aan te pakken.
,,Dat rapport was om verdrietig van te worden , zegt projectmanager Miranda Hendriksen. Hendriksen begon met zaken die simpel lijken, maar toch broodnodig. Zoals het maandelijks verversen van contactgegevens van alle verschillende instanties. ,,Omdat het verloop zo groot was, duurde het soms een week voordat we bij elkaar de juiste persoon aan de lijn kregen. En al die tijd zit een jongere zonder hulp‘’, zegt wethouder Meijer.
Regeldruk
Hendriksen ziet de regeldruk in de Jeugdbescherming als een van de grote problemen. ,,We hebben het werk van de professionals kapot geprotocolleerd. Een deel van hen raakt daardoor in een kramp. Gezinnen hebben eigenlijk allemaal een andere aanpak nodig, maar met alle protocollen is dat soms best lastig uitvoerbaar. De jeugdbeschermer is bovendien tuchtrechtelijk aansprakelijk, ook dat zorgt voor druk.’’ Intensiever samenwerken zou een oplossing moeten zijn. ,,Omdat alles binnen een bepaalde tijd moet, kunnen medewerkers in de jeugdzorg nu amper samenwerken. Ze geven als het ware steeds het estafettestokje door.’’
Voor Imad Aziz zijn alle goede voornemens te laat. Na zijn kort geding op 15 februari knapte er iets. ,,Mijn oudste zie/spreek ik al 467 dagen niet. Mijn jongste is 15 maanden jong en die heb ik nooit mogen ontmoeten. Enkele weken geleden heb ik besloten om niets meer te willen. Zolang men niet openstaat voor verandering, heeft het geen zin.’’
Kader:
Hoe het werkt in de jeugdbescherming?
Bij Veilig Thuis komen meldingen binnen van mensen die kindermishandeling vermoeden. Als deze na onderzoek terecht blijken, geeft Veilig Thuis het stokje door aan de Raad voor de Kinderbescherming. Die onderzoekt de situatie door met alle betrokkenen te spreken en brengt rapport uit aan de kinderrechter.
Op basis daarvan kan de kinderrechter een ondertoezichtstelling of een voogdijmaatregel uitspreken: het kind komt dan onder de vleugels van Jeugdbescherming. Die wijst een vaste jeugdbeschermer aan, die zorgt dat kind en ouders de juiste hulp krijgen, zodat het kind zich veilig verder kan ontwikkelen.
Door dit verwijsrecht is de rol van de gemeente gereduceerd tot die van portemonnee: de gemeente heeft de plicht niet alleen Jeugdbescherming zelf te betalen, maar ook de hulp die zij inschakelt.
Wettelijk is Jeugdbescherming verplicht binnen vijf dagen contact te leggen met een kind onder toezicht of voogdij. Binnen zes weken moet een plan van aanpak klaar zijn. Binnen drie maanden moet vervolghulp gerealiseerd zijn. Met name het regelen van vervolghulp is op dit moment het grootste struikelblok. Die is er namelijk niet. Of de wachtlijsten in de jeugdzorg zijn overal enorm.
Kader:
Weinig hoop dat er snel meer jeugdbeschermers bij komen
Deskundigen denken niet dat er snel meer jeugdbeschermers bij gaan komen. De personeelsleden hebben elders vaak een aantrekkelijke baan voor het uitzoeken, bijvoorbeeld bij de Raad voor de Kinderbescherming, zegt Mariëlle Bruning, hoogleraar Jeugdstrafrecht van de Universiteit Leiden. ,,De werkzaamheden zijn daar beter. Het is hetzelfde soort werk en je hebt dezelfde opleiding nodig, maar je hebt meer afstand van gezinnen en complexe problematiek.’’
Sinds 2015 worden de meeste lichtere zaken door de sociale teams opgepakt. ,,Inhoudelijk is dat een goede ontwikkeling’,’ zegt Arina Kruithof, bestuurslid Jeugdzorg Nederland. ,,Het betekent wel dat de zware problematiek zich concentreert bij Jeugdbescherming. Dat doet iets met je werkmotivatie. Zelf zou ik daar niet de hele dag mee om kunnen gaan.’’
Jeugdbeschermers pakken bovendien meer zaken op dan ze aankunnen, omdat er te weinig collega’s zijn. Ook al komt er straks meer geld voor de sector, zoals wethouders als Leon Meijer in Ede willen, die collega’s zijn er dán nog niet. ,,De arbeidsmarkt is heel complex. Er zijn in de hele jeugdzorg meer banen dan mensen met een geschikte opleiding’’, zegt Kruithof. ,,Ook detacheringsbureaus hebben deze mensen niet of nauwelijks.’’
Kader:
De jeugdbeschermer: We doen gezinnen tekort
Hij ziet het met lede ogen aan. Twee collega’s van jeugdbeschermer Karel de Hoop (53) uit Tiel hebben recent gezegd te vertrekken. ,,Het stomme is: ik zie hen dit werk echt doen. Ze hebben de vaardigheden. Maar de intensiteit van het werk wordt hen te veel. De verantwoording voor de kinderen waar ze mee werken, de bejegening van ouders in een vechtscheiding. De maatschappij wordt steeds ruwer, reacties op sociale media komen erbij. Heel veel mensen kiezen er dan voor wat anders te doen. Jonge mensen wisselen ook veel sneller van baan.’’
Dan komt het werk voor de meeste kwetsbare kinderen in de samenleving weer neer op mensen als De Hoop, een oude rot bij Jeugdbescherming. Maar ook hij loopt nu al over van het werk. Het maximale aantal zaken voor een fulltime jeugdbeschermer zou eigenlijk vijftien moeten zijn. Voor de Hoop, die ook deels werkt aan interne projecten, zouden het er maximaal tien moeten zijn. ,,Maar op dit moment heb ik zeventien zaken.’’
De Hoop lijdt er zelf niet onder, zegt hij. Door jarenlange ervaring lukt het hem nog alles bij te benen: de gesprekken en de vele administratie. ,,Maar ja, ik heb wel het idee dat ik gezinnen tekort doe. Nu lukt het alle gezinnen een keer in de vier weken te bezoeken, maar liever ben ik er vaker voor deze ouders. Velen van hen zien ons ook graag komen. Dat is echt zo. Dit zijn ouders die door schulden, een echtscheiding en huisvestingsproblemen heen ook nog kinderen moeten opvoeden. Ik geef het je te doen.’’
Mensen worden wantrouwend
In zulke complexe situaties is het heftig als gezinnen plots weer een nieuwe jeugdbeschermer voor hun deur hebben staan. ,,Mensen worden wantrouwend. Je bent de zoveelste, zeggen ze dan tegen me. Ik kan dan gelukkig zeggen: ik ga niet zomaar weg. Ik doe dit werk omdat ik echt wat kan betekenen in deze gezinnen. En we moeten ook toegeven aan die ouders dat het vervelend is. Dat het lastig is dat er steeds iemand anders komt.’’
Vooruitkijkend weet De Hoop dat de werkdruk zeker niet omlaag gaat in de nabije toekomst. De Raad voor de Kinderbescherming heeft momenteel een lange wachtlijst van zaken waarvan ze moet beoordelen of Jeugdbescherming nodig is. ,,Als dat straks loskomt, weten we dat het extra druk gaat worden.’’
Hij voelt zich gesteund door zijn werkgever, Jeugdbescherming Gelderland. ,,Als er echt wat is, helpen ze ons uit de brand.’’ Toch zijn echte oplossingen niet voorradig. ,,Als we een extern iemand weten in te huren, weet je ook niet wat de kwaliteit is. Soms kun je het beter zelf doen. En als een nieuw iemand hier solliciteert, kan die niet meteen beginnen met heel veel zaken. We doen daarin echt ons best de collega’s te begeleiden en binnen te houden. Maar mijn hemel, dat kost enorm veel moeite.’’
,,Sommige mensen onderschatten het werk ook wel. Het doet echt wat met je als je bij een gezin op bezoek komt, als iedereen aan het huilen is of als je een kind uit huis moet laten plaatsen. Maar echt. Het is ook mooi werk. Je leert jezelf echt kennen. Ik roep mensen ook op: kom hier kijken. Je kunt hier echt het verschil maken.’’