Kan de GI binnen een machtiging uithuisplaatsing toestemming geven voor buitenlandse vakantie van het kind met het pleeggezin?
 
Rb (Voorzieningenrechter): nee, bevoegdheid van GI om i.h.k.v. machtiging tot uithuisplaatsing beslissingen te nemen over de verblijfplaats van de minderjarige gaat niet zo ver dat de GI ook bevoegd is toestemming te geven voor een vakantie met de pleegouders in het buitenland in de situatie dat de ouders die toestemming niet geven. De GI moet dan vervangende toestemming vd rechtbank verzoeken. 
 
Dit standpunt zal tot gevolg hebben dat zowel GI's als rechtbanken zich voor élke schoolvakantie kunnen opmaken voor een hoop verzoeken o.g.v de geschillenregeling (art. 1:262b BW). Voor pleeg-/gezinshuisouders betekent dit standpunt dat vóórdat met het hele (pleeg)gezin(shuis) een buitenlandse vakantie geboekt kan worden, een bureaucratische route (die weken in beslag neemt) moet worden afgelopen. En als de kinderrechter de vervangende toestemming niet geeft, betekent dit voor sommige kinderen dat ze niet mee kunnen op vakantie met het gezin waar ze over het algemeen dagelijks verblijven.
 
Ps gelet op de laatste alinea ben ik benieuwd wanneer men dit gezien het ongemak en de toestroom op de rechtbank gaat herzien in het voordeel van de GI