De 'ziekte' ouderverstoting bestaat wetenschappelijk niet. Medio jaren 80 heeft Prof. Richard Gardner de kenmerken van 'ouderverstoting' opgemerkt. Ondanks het feit dat hij een goede psychiater, was, bleek hij  niet goed in het herleiden van deze kenmerken naar een bestaande ziekte. Het stellen van een diagnose is hetgeen wat een reguliere arts behoort te doen: de kenmerken herleiden naar een bestaande ziekte. Prof. Gardner was er zo enorm van overtuigd dat hij een 'nieuwe ziekte' had ontdekt, dat hij hier behoorlijk in is doorgeslagen. Op deze manier heeft hij heel veel ruis binnen de wetenschappelijke wereld gecreëerd.Deze verwarring heeft er ook voor gezocht dat geen enkele psycholoog in de wereld verder heeft gekeken dan zijn neus lang is.

Totdat Dr. Childress werd geconfronteerd met kinderen die kenmerken van 'ouderverstoting' vertoonden. Deze psycholoog was gelukkig wel in staat een diagnose stellen, en hij heeft deze kinderen en hun ouders onderzocht. Daaruit volgde dat er sprake was van een onderdrukking van het gezonde hechtingspatroon tussen ouder en kind, waarbij 1 van de ouders buiten spel gezet werd. Dit gegeven is per definitie een kenmerk van een ziekte. Dat noemt men pathogeen. Ook het feit dat kinderen geen empathie meer vertonen en op een zeker moment bang worden van de ouder die verstoten wordt, geeft aan dat er sprake is van een ziekte. Al deze kenmerken van 'ouderverstoting' zijn in principe aparte ziektes, die allemaal vermeld staan in de DSM5. Allemaal hebben ze een z.g. diagnostische code, en allemaal wijzen ze op psychische kindermishandeling.