Een verplichte oudercursus versus competentie van hulpverleners

30 november 2020

Wie piloot wil worden, zal aan de strengste eisen moeten voldoen. En tegenwoordig wordt menig geneeskundestudent tijdens zijn stageperiode afgekeurd, bijvoorbeeld omdat hij te veel steken laat vallen in het contact met patiënten. Geschiktheid voor een bepaald beroep wordt steeds beter gecontroleerd.

Maar in sommige beroepen kan eigenlijk iedereen zijn geluk beproeven. Het meest aansprekende voorbeeld is dat van politicus. Je kunt simpelweg zelf een politieke partij oprichten om daarmee meteen politiek leider te worden. En als maar genoeg gelijkgestemden jou een warm hart toedragen, dan ben je vaak in een handomdraai werkzaam als volksvertegenwoordiger.

Of je dan een ernstige persoonlijkheidsstoornis, een gemaskeerde depressie of een ontluikende vorm van dementie hebt, maakt helemaal niets uit. Je bent dan zelfverklaard arbeidsgeschikt, ook al ben je evident psychisch ongeschikt om het algemeen belang te dienen.

Stoornissen

Nu moet wel gezegd worden dat sommige psychische stoornissen, tegenstrijdig genoeg, goed van pas komen in bepaalde beroepen. Zo zal iemand met een dwangstoornis het heel goed doen als veiligheidscontroleur, simpelweg omdat niets aan het toeval overgelaten zal worden. Iemand die al zijn taken minstens drie keer beoordeelt voordat hij het licht op groen zet, zal in zijn beroep toch excelleren. Ook zal een geboren pleaser juist heel geschikt zijn in een dienstverlenend beroep.

Maar in andere beroepen is wat meer ‘screening’ noodzakelijk. Zo zou het geen overbodige luxe zijn om de wildgroei aan persoonlijke coaches aan banden te leggen en een diploma in de sociale wetenschappen als selectiemiddel te hanteren.

Misschien gaat het net even te ver om echtparen die een kinderwens hebben te testen op oudergeschiktheid. Maar als je ziet hoeveel huiselijk geweld er tegenwoordig is, dan is op zijn minst een verplichte oudercursus wel op zijn plaats.

Keuring

Evengoed zou in verschillende sportberoepen (zoals zwem- of turntrainer) een psychologische keuring moeten worden ingevoerd, vooral om de seksuele devianten eruit te kunnen vissen.

In mijn eigen beroepsgroep is er een flinke groep psychologen en psychiaters die het beter zouden doen als patiënt; waarschijnlijk is dat ook de reden waarom zij het beroep ooit hebben gekozen. Ik doe altijd een schietgebedje dat hulpverleners met een psychische afwijking op natuurlijke wijze uit de markt worden gestoten. Want mensen in psychische nood verdienen juist iemand die met beide benen op de grond staat.

Klagen

Mensen kunnen steen en been klagen over de onvriendelijke omgangsvormen in bepaalde beroepsgroepen, maar juist dat zegt weinig over de competentie. Persoonlijk heb ik vele malen liever een botte chirurg die zijn vak verstaat, dan eentje die wel vriendelijk is, maar steken laat vallen tijdens de operatie.


Van: Een verstoten vader

Onderwerp: Competentie van ouders versus hulpverleners

Datum: 30 november 2020 om 17:47:46 CET

Aan: Jeffrey Wijnberg <Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.>

 

Geachte Jeffrey Wijnberg,

Dank voor uw column vandaag in de Telegraaf en de gewijzigde kop boven de column in de internet editie. Op deze manier zijn de organisaties van ouders geadresseerd. Het moment waarop gecorrespondeerd dient, is  herkend.

Partnerkeuze

Hoe kun je nu als aanstaand ouder zorgen dat jij en je partner geschikt zijn om met zijn tweeën een kind op te voeden? Velen voelen niet de behoefte om bij huwelijkssluiting een preek van pastoor of dominee aan te horen van de wieg tot het graf of van een ambtenaar van de burgerlijke stand.

Een alternatief kan zijn: in een samenlevingscontract afspraken maken over het gezag van beiden over kinderen zolang zij thuis wonen en over een onverhoopt tot einde komen van samenwonen. Indien de kinderen nog niet volwassen zijn, kunnen de kinderen in co-ouderschap verder opgevoed worden. Men kan afspreken dat de ander de politie mag inschakelen indien de één zich niet aan de afspraak met de ander houdt.

Notaris Grafhorst aan de Bemuurde Weerd te Utrecht

Ik wilde rond de millenniumwisseling met vrouw een samenlevingscontract sluiten. We gingen naar een notaris en wij deden voorstellen over enkele regels wat betreft het verdelen van werk en zorg voor kinderen. Ons hoofd stond niet naar een einde aan de relatie maar het kwam aan de orde hoe een einde van samenwonen tot co-ouderschap zou leiden.

Hoewel niet slecht verwoord, wilde de notaris het niet opschrijven. Als het ooit zover zou komen, zouden we volgens hem door de molen gaan van rechters en advocaten. Deels zijn de regels vastgelegd in het burgerlijk wetboek, deels doen de rechters en advocaten wat zij gewend zijn om te doen, gewoon omdat dat gewoon is. Wat ouders vooraf onderling zijn overeengekomen, telt dan niet en dus heeft het geen zin om het op te schrijven. De vraag is nog steeds of het zin zou hebben. In elk geval had de notaris destijds geen sjablonen voorhanden waar uit een stel kan kiezen.

Met een samenlevingscontract destijds in Utrecht is het dus nooit wat geworden. Was een jaar later als genodigde op een feest van Mieke van den Burg, vanwege haar aanstelling als PvdA tweede kamer lid. Kende haar omdat zij ambtenaar was in de stadsvernieuwing. Zij beloofde het op maat gemaakte samenlevingscontract te verdedigen. Enkele jaren later ging zij in de tweede kamer akkoord met een regeling die inhoudt dat voor een samenlevingscontract exact dezelfde regels gelden als voor gehuwden. Het is voor homo’s precies hetzelfde als voor hetero’s, niemand kan ervan afwijken.

D66 en VVD

Jaren later, om precies te zijn vorige week dinsdag 24 november 2020, werd met ruime meerderheid in de tweede kamer een initiatief wetsontwerp goedgekeurd van Vera Bergkamp en Jeroen van Wijngaarden over het verlenen van gezag aan alle ongehuwde vaders over hun kind, indien zij het kind erkend hebben. Op het moment wordt in Nederland ongeveer de helft van de kinderen geboren uit ongehuwde ouders. Tot het moment waarop de eerste kamer het nieuwe wetsontwerp goedkeurt, hebben ongehuwde vaders het wettelijk gezag nog niét. Het gemis aan erkennen van vader’s gezag was de afgelopen decennia voor een belangrijk deel oorzaak van een opmerkelijke groei in omvang van jeugdzorg sector.

Indien na een scheiding van vrouw een beroep op de rechter werd gedaan om als vader voor het kind te kunnen zorgen, kreeg vader dikwijls nul op het request. Immers: geen huwelijk betekent geen contract dus geen recht. De rechter besliste dan doorgaans tot het bekrachtigen van de vrouw in weigering om de vader tot het kind toe te laten en bepaalde daarvoor in de plaats een maandelijks betalen van alimentatie aan de vrouw. De afgelopen vijftig jaar is geprobeerd dit om te buigen in de richting van Co-Ouderschap, dat wil zeggen dat vader een deel van de zorg voor het kind blijft behouden. Co-Ouderschap biedt beide ouders gelegenheid tot het verrichten van betaald werk en een deel van de week om thuis voor het kind te zorgen.

De pogingen bleven naast praktische bezwaren stuiten, waarschijnlijk ook omdat in geval van alleenstaand ouderschap zo gehecht wordt aan volledige alleenstaande autonomie over het kind. Aan de andere kant ontbreekt het dikwijls aan kwaliteit van opvoeden in een alleenstaand huishouden. Dikwijls roepen omstanders jeugdzorg in en leidt het alleenstaand ouder zijn tot onder toezicht stellen middels een voogd en/of tot uit huis plaatsing van het kind.

In de loop van jaren verkreeg de gescheiden vader recht op omgang. In een deel van scheidingen wordt dit gerealiseerd, in een ander deel niet of onvoldoende. Hoewel familierechtelijke procedures voor het gerecht veel tijd en geld kosten, is het effect ervan wat betreft herstel van omgang van een verstoten ouder nihil. De rechtspraak heeft namelijk onvoldoende gezag in politie kringen om kinderen voor omgang met vader uit huis te halen. Er is nauwelijks een taxichauffeur of deurwaarder die het aandurft, vanwege onveiligheid met de politie. Er is namelijk geen handhaving van een uitspraak over omgang voor vaders. Het praat-circus pakt voor de mensen zelfs averechts uit: het werkt vechtscheidingen in de hand en leidt tot lange procedures in afwachting waarvan een verstoten ouder zijn kind niet ziet. Op die manier heeft inschakelen van politie of juridische sector voor hulpverlenen in de rechtsstaat weinig zin. Biedt het financiële systeem een alternatief voor zorg door vader?

Alimentatie  

Financieel bijdragen aan een huishouden op afstand kan een periode van relatiecrisis overbruggen waarin de zorg van de vader in natura niet mogelijk is. Maar het kan hooguit een tijdelijke vervanging zijn.

De covid-19 crisis laat een financiële en digitale revolutie zien. Maar we verliezen heel veel van het leven. Goede ideeën en moraal worden voornamelijk in direct contact overgedragen, de waarde van materiële bezittingen is hoger wanneer we het kunnen delen met ons kind. Bankbiljetten hebben voordelen maar met alleen financieel bijdragen en contact op afstand, verliezen we sociaal kapitaal in plaats van dat we het opbouwen. Verdwenen zijn dan de gedeelde ervaringen, de spontane interacties en het toevallige ontmoeten die goodwill creëren en het hart vormen van leren.

Een kind dat slechts door een enkele ouder opgevoed wordt en een verstoten vader, beleven beiden minder geluk en presteren minder, leven ongezonder en gaan eerder dood. Zowel op het gebied van welzijn als welvaart is het verstoten ouder zijn en ook het alleenstaand ouder zijn ongeschikt. Alles dient in het werk gesteld, opdat minstens twee ouders het kind opvoeden.

We kunnen niet zonder financiën, maar hybride zorg is nodig. Geld is bruikbaar als tijdelijk substituut voor het ontbreken van zorg, maar de kracht van het opvoeden zit in het eigenlijke menselijke contact. We maken het allemaal en hebben het allemaal nodig.

Vanwege de pandemie begrijpen we dit steeds beter, maar eigenlijk is het iets wat we uit de oudheid weten: Aristoteles schreef al: de man en het kind zijn van nature sociale dieren. Je kan alleen in contact met je kind een perfecte vader zijn en het kind vormt zich in het contact met de vader. Bovendien, voor zover de vrouw nog zorg nodig heeft van ex, kun je alleen in contact met ex een perfecte man zijn. Met andere woorden: Aristoteles heeft gelijk.

Inmenging achter de voordeur

Mijn collega in ouder-organisatie Anna-Marie van Mackelenbergh onderschrijft de kritiek in uw column op handelingsonbekwame hulpverleners. Zij laat in de Facebook groep van Stichting Écht Scheiden Zonder Schade vandaag weten vraagtekens te hebben bij meer inmenging achter de voordeur en normen en waarden opgelegd door mensen die daar niets over horen te vinden. Verantwoorde ouders horen heel goed na te denken over wie zij uitnodigen in hun leven, concludeert zij.

Tegenwoordig is de overheid terughoudend wat betreft ingrijpen achter de voordeur. Het lukt politie wél om kinderen uit huis te plaatsen naar een jeugdzorginstelling waar veelal onbekwame medewerkers geld verdienen. Maar een begeleiden naar een weekend bij de erkende vader zou niet kunnen. Zelfs een door een rechter goedgekeurde omgangsregeling helpt op het moment niet.

Misschien kan dit alles beter worden indien partners vooraf duidelijke afspraken op papier zetten in een samenlevingsovereenkomst. Dat zou een huwelijks moment weer inhoud kunnen geven. Een bijbehorende burgerschaps-les of informatie-bijeenkomst is nodig en nuttig over afspraken voorafgaand aan het kinderen krijgen. Liever ramp-oefening vooraf, dan levenslange chaos in de huishoudens later. In elk geval is het goed dat columnist over de noodzaak van ordelijk samenleven bericht.

Groet van een verdrietige vader