Wij hebben allemaal het stuntelend optreden van diverse wethouders mogen aanschouwen, het ontzeggen van gepaste zorg ten aanzien van kinderen, door ambtenaren valt niet uit te leggen, zeker niet als de ouders en kinderen gedwongen worden gebruik te moeten maken van juist slechte zorg, want die is ingekocht.
Toch doen ze het, die wethouders en zo houden gemeenten maar wat graag vast aan een systeem wat aantoonbaar slecht is voor de burger.
Immers, onze kinderen vormen slecht 10% van de mishandelde kinderen, maar verbruiken 60(!) % van het Jeugdbeschermingsbudget. Met andere woorden, toch het verdienmodel boven het welzijn. Het zogenaamde vrijwillig kader dat niet zelden leidt tot uitbanning van de juist de verantwoorde ouder, na tig interventies en trajecten, die contra productief zijn.
Na de eerste uitzending, 17 november 2020, betreffende het falend optreden door de keten ( De Hofbar ; Moet het Rijk gespecialiseerde jeugdzorg terugnemen? ) kreeg Rutger Castricum zo veel reacties dat een vervolg niet kon uitblijven
Het is ronduit stuitend dat onze Minister rechtsbescherming (JenV) Sander Dekker keihard staat te liegen voor de camera! Ja, er worden talloze kinderen onterecht uit huis geplaatst door slecht feiten onderzoek. Laat die vraag teken maar achterwege.
Het is een geveinsde hulpeloosheid, daar Sander Dekker heel goed weet wat er speelt.
Want de heer dekker is maar wat bekend met de zaak Ousoren, die exemplarisch is voor hetgeen misgaat als een naïeve, argeloze burgers, die met een hulpvraag zich richt tot de jeugdbeschermingsketen ; uitbanning door 'hun manier van waarheidsvinding' en een rechtspraak dat klakkeloos achter de mening van een handelingsonbekwame jeugdprofessional rent.
<blockquote class="twitter-tweet"><p lang="nl" dir="ltr">Hendrik-Jan Oussoren is vrijgesproken van onttrekking aan het ouderlijk gezag en poging tot ontvoering. Hij is vrijgesproken, maar ziet zijn kind nooit meer. "Dat was de uitspraak.” Het grootste probleem is de rechtbank, zegt hij. “De rechtbank toetst niets.” <a href="https://twitter.com/hashtag/Hofbar?src=hash&ref_src=twsrc%5Etfw">#Hofbar</a> <a href="https://t.co/EQyoIjxcwd">pic.twitter.com/EQyoIjxcwd</a></p>— De Hofbar (@DeHofbar) <a href="https://twitter.com/DeHofbar/status/1333883822232911872?ref_src=twsrc%5Etfw">December 1, 2020</a></blockquote> <script async src="https://platform.twitter.com/widgets.js" charset="utf-8"></script>
2 december 2020 heb ik mijn reactie naar De Hofbar gestuurd:
Gegroet,
Naar aanleiding van De Hofbar d.d. 1 december jl. (ophttps://www.npostart.nl/de-hofbar/01-12-2020/POW_04779834) kunnen politici (ministers, wethouders) zeggen "dat ze het niet wisten".
Al twee decennia schrijven ouderorganisaties (w.o. de SSF/AZF) constructief waar het misgaat, de ondeskundigheid en vooral de diagnostische ònbevoegdheid van relatief laag opgeleide "social workers" die de spil zijn van meningeninventarisatie dat 'onderzoek' in jeugdzorg heet te zijn.
Er is veel wetenschap verstrekt (https://kinderbescherming.jimdofree.com/informatie/verantwoordelijkheidsstelling-politiek/ het laatst, maar ook o.a.https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschapvoorbeleid).
De zaak Oussoren kwam in die uitzending langs.
Alle VT's, afdelingen RvdK, en G.I.'s hebben de brief gekregen zoals bijlage 2019.02.18. - De G.I. (te Leeuwarden) heeft het twee maal verkregen, en daarnaast twee maal een afdruk van de site https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/omgangssabotage-g-i over het tegengaan van omgangssabotage in het psychisch belang van de opgroeiende.
Al is dat volgens de Awb gezonden, een ontvangstbevestiging kan er nog wel vanaf, maar verder is het stilzwijgen. In gesprek met andere gezinsvoogden kennen gezinsvoogden niet de stimulans naar een omgangssaboterende ouder, die het kind met uitvluchten weghoudt van de andere ouder, c.q. niet de mogelijkheid die precedent LJN AS6020 als tijdelijk middel schiep: het tijdelijk het gezag ontnemen aan die omgangssaboterende ouder met goede uitleg (zoals in de bijna nooit verstrekte internettraining van Villa Pinedo) opdat die ouder bewust wordt van een negatieve representatie en andere mogelijkheden in het kindbelang gaat zien.
Goede uitleg door een specialist (een gezinsvoogd valt onder Jw3.2 lid 2 en geeft geen hulp) kan dus een ouder bewust maken, en dan is de keuze die de ouder maakt daarop te meten. Niet complex! Diagnostiek niveau geeft helderheid.
Op de vraag aan de G.I. of dit in desbetreffend beleid (Oussoren) ingebed wordt, kwam stilzwijgen, en uit de historie blijkt dat deze mogelijkheden in het belang van de opgroeiende niet bij de spil, de uitvoerende gezinsvoogd terecht komt.
Ook de afdeling RvdK (te Leeuwarden) met WOB-verzoek gevraagd of deze met de gegeven kennis is gaan meten en dus die kennis heeft geïmplementeerd in wat de raadsonderzoekers moeten weten bij S&O-zaken (Scheiding & Omgang), kwam als antwoord dat de juridische afdeling het verticaal opbergt; waarom de juridische afdeling? Is de rechter van de uitspraak LJN AS6020 gek? Het kind kon bij zo'n uitspraak in de vertrouwde omgeving blijven, doch de andere ouders met gezag kon dat toegang krijgen tot diens kind en andersom.
Mogelijk komt deze jeugdbeschermingsketen met mooipraat of propaganda, afleidend van wat diagnostisch en naar kinderrecht (IVRK art. 24 lid 1) belangrijk is, n.a.v. uw uitzending?! De achtergrond kennende, is dit een doofpotzaak zoals zovelen, waar een ouder weggehouden wordt van het kind of slechts een paar uur per jaar onder toezicht van een laag-opgeleide 'begeleid' het kind mag zien. Dat dit goed is voor het 'kennen' van beide ouders
In https://vechtscheidingen.jimdofree.com/wetenschap/mythen-bij-jeugdzorgmeten/ wordt wetenschappelijk duidelijk dat de jeugdzorgwerkers en hun besturen aan 'confirmation bias' kunnen lijden, en Cora Bartelink schreef in haar proefschrift ook dat het meten van die "social workers" meer op onderbuik en eigen jeugdervaringen afgaat, en hun 'indiceren' dus geen feiten doch mogelijkheden oplevert, die diagnostisch en voorlichtend zouden moeten worden ondervangen tot een valide conclusie.
Waarom na de recente wetenschappelijke inzichten de kinderrechters nog niet meten c.q 'wegen' met de prangende Kernvragen (in https://kinderbescherming.jimdofree.com/brieven/brief-aan-tweede-kamer-2011/aan-rechters-wetenschap-meewegen/) is de vraag. De bekende achterkamertjes voorbesprekingen tussen rechters en die wederpartij jeugdbescherming lijkt van grote invloed te zijn op het in 95% der cases afhameren op wat de jeugdbescherming insinuatief wenst.
Dat geeft geen evenwichtige vrije rechtsvinding, waar Wiarda een groot waarschuwingsbord bij zetten, maar kennelijk vergeten is door de meesters in de rechtbanken.
Wil de minister dat bij die duizenden omgangs-OTS-sen er dure rechtszaken moeten worden gevoerd om te hopen dat er rechters bij zitten waar het daagt, en niet afgaan op valse jeugdbeschermingsrapportages en beslissingen die eigenlijk geen feit blijken te zijn naar IVRK24 lid 1, arresten van het EHRM, en EVRM6. Of is het hopen dat het in de doofpot gehouden kan worden?
Ik hoop dat De Hofbar hierin verder gaat, tegen het gespeelde ongeloof van de politici en besturen in de jeugdbeschermingsketen.
Met vriendelijke groet,